"Natuurlijk, het gaat over oude mensen, ze hebben hun leeftijd tegen. En soms is het kommer en kwel op de afdeling geriatrie. Mensen sterven, dat is een natuurlijke gang van zaken. Maar ik zou het veel moeilijker hebben om op de dienst pediatrie doodzieke kinderen te verzorgen. Ouderen hebben tenminste een heel leven achter de rug." Aan het woord is Raf Beenens, hoofdverpleegkundige op de dienst geriatrie in de UZ Leuven. Eerder bij toeval rolde hij de ouderenzorg in. Zijn werk geeft hem echter wel enorme voldoening. "Ik ben zeer tevreden als ik hier een oudere te voet zie voorbijkomen nadat hij eerder doodziek werd binnengebracht. Ook op deze afdeling kan je duidelijke vooruitgang boeken. Iemand gezond en wel naar huis zien gaan, geeft het hele team veel satisfactie."

Beenens straalt het uit, hij is een tevreden diensthoofd. "Inderdaad. De vriendschap, het respect en de dankbaarheid die je krijgt van deze mensen... Dat is heel fijn. Ze hebben ook veel levenservaring en vertellen boeiende verhalen. Wij klagen wel eens dat we te hard moeten werken. Als je dan de verhalen van vroeger hoort... Dat was nog wel helemaal anders."

Met 112 bedden is dit één van de grotere geriatrie-afdelingen. 90-jarigen worden er courant binnengebracht, af en toe - maar in toenemende mate - gaat het over 100-jarigen. "Doorgaans", legt Beenens uit, "komen 100-jarigen op de dienst binnen vanuit hun thuissituatie. Als we die mensen na hun ziekenhuisverblijf terug naar huis kunnen sturen, is dat magnifiek." De gemiddelde leeftijd op de afdeling is hoog. Vrijwel alle patiënten zijn ouder dan 75. Iemand jonger dan 70 is hier een uitzondering.

Meer dan vier op de vijf komen binnen via de spoed. Altijd gaat het over ouderen met verschillende ziektebeelden. Een 80-jarige die enkel een longontsteking heeft, komt op pneumologie terecht. Wie hartfalen heeft, gaat naar cardiologie. Beenens: "Op geriatrie gaat het over bejaarden met bijvoorbeeld verwaarloosde diabetes samen met hartfalen en andere aandoeningen. Dat is typisch. Daarom ook werken we met een team samengesteld uit verschillende disciplines. Artsen, verpleegkundigen, kinesisten, ergotherapeuten en sociale werkers staan hier zij aan zij. Het doel is zoveel mogelijk mensen na hun ontslag terug naar hun thuissituatie te krijgen. Uiteraard volstaat dat niet altijd en dan zoeken we een plaatsje in het rusthuis. Dat aanbod is helaas onvoldoende. Patiënten komen niet altijd op de plaats van hun keuze terecht."

Gesofistikeerde medische machines moet je op de dienst geriatrie niet verwachten. Geen hooggespecialiseerde zorg hier, de basiszorg primeert. Dat geldt ook voor de infrastructuur die eerder basic is. Kenmerkend voor bejaardenzorg is de holistische aanpak. "Op heelkunde worden heupfracturen aangepakt. De chirurg heeft vooral oog voor heupproblemen. Op onze dienst komen bejaarden met heupfracturen die nog heel wat andere gezondheidsproblemen hebben", aldus Beenens. "Geriatrie moet daar oog voor hebben. De samenwerking met de artsen is hier dan ook veel intenser dan op bijvoorbeeld heelkunde. Daar is de arts vrijwel uitsluitend in het operatiekwartier aanwezig en komt hij nauwelijks op de afdeling."

"Natuurlijk, het gaat over oude mensen, ze hebben hun leeftijd tegen. En soms is het kommer en kwel op de afdeling geriatrie. Mensen sterven, dat is een natuurlijke gang van zaken. Maar ik zou het veel moeilijker hebben om op de dienst pediatrie doodzieke kinderen te verzorgen. Ouderen hebben tenminste een heel leven achter de rug." Aan het woord is Raf Beenens, hoofdverpleegkundige op de dienst geriatrie in de UZ Leuven. Eerder bij toeval rolde hij de ouderenzorg in. Zijn werk geeft hem echter wel enorme voldoening. "Ik ben zeer tevreden als ik hier een oudere te voet zie voorbijkomen nadat hij eerder doodziek werd binnengebracht. Ook op deze afdeling kan je duidelijke vooruitgang boeken. Iemand gezond en wel naar huis zien gaan, geeft het hele team veel satisfactie." Beenens straalt het uit, hij is een tevreden diensthoofd. "Inderdaad. De vriendschap, het respect en de dankbaarheid die je krijgt van deze mensen... Dat is heel fijn. Ze hebben ook veel levenservaring en vertellen boeiende verhalen. Wij klagen wel eens dat we te hard moeten werken. Als je dan de verhalen van vroeger hoort... Dat was nog wel helemaal anders."Met 112 bedden is dit één van de grotere geriatrie-afdelingen. 90-jarigen worden er courant binnengebracht, af en toe - maar in toenemende mate - gaat het over 100-jarigen. "Doorgaans", legt Beenens uit, "komen 100-jarigen op de dienst binnen vanuit hun thuissituatie. Als we die mensen na hun ziekenhuisverblijf terug naar huis kunnen sturen, is dat magnifiek." De gemiddelde leeftijd op de afdeling is hoog. Vrijwel alle patiënten zijn ouder dan 75. Iemand jonger dan 70 is hier een uitzondering. Meer dan vier op de vijf komen binnen via de spoed. Altijd gaat het over ouderen met verschillende ziektebeelden. Een 80-jarige die enkel een longontsteking heeft, komt op pneumologie terecht. Wie hartfalen heeft, gaat naar cardiologie. Beenens: "Op geriatrie gaat het over bejaarden met bijvoorbeeld verwaarloosde diabetes samen met hartfalen en andere aandoeningen. Dat is typisch. Daarom ook werken we met een team samengesteld uit verschillende disciplines. Artsen, verpleegkundigen, kinesisten, ergotherapeuten en sociale werkers staan hier zij aan zij. Het doel is zoveel mogelijk mensen na hun ontslag terug naar hun thuissituatie te krijgen. Uiteraard volstaat dat niet altijd en dan zoeken we een plaatsje in het rusthuis. Dat aanbod is helaas onvoldoende. Patiënten komen niet altijd op de plaats van hun keuze terecht."Gesofistikeerde medische machines moet je op de dienst geriatrie niet verwachten. Geen hooggespecialiseerde zorg hier, de basiszorg primeert. Dat geldt ook voor de infrastructuur die eerder basic is. Kenmerkend voor bejaardenzorg is de holistische aanpak. "Op heelkunde worden heupfracturen aangepakt. De chirurg heeft vooral oog voor heupproblemen. Op onze dienst komen bejaarden met heupfracturen die nog heel wat andere gezondheidsproblemen hebben", aldus Beenens. "Geriatrie moet daar oog voor hebben. De samenwerking met de artsen is hier dan ook veel intenser dan op bijvoorbeeld heelkunde. Daar is de arts vrijwel uitsluitend in het operatiekwartier aanwezig en komt hij nauwelijks op de afdeling."