...

Leefstijlgeneeskunde is hot. De boodschap van al de oprijzende organisaties en initiatieven die levensstijl als medicijn promoten is quasi dezelfde. Door de prevalentie van chronische aandoeningen komt niet enkel de levenskwaliteit in het gedrang, maar dreigt de zorg ook onbetaalbaar te worden."Het aandeel van de belangrijkste chronische aandoeningen - hart- en vaatziekten, kanker, diabetes en ademhalingsproblemen - loopt in Westerse landen op tot 75% van de totale gezondheidszorguitgaven", schetst Olaf Moens van het Vlaams Instituut Gezond Leven. "Van deze chronische aandoeningen is 70% tot zelfs 90% te vermijden door te kiezen voor een gezonde leefstijl. Een gezonde leefstijl is dus meer dan ooit de uitdaging van deze tijd, maar toch gaat nog geen drie procent van het budget voor gezondheidszorg naar preventie, zoals bijvoorbeeld leefstijlinterventies.""En dit terwijl verschillende onderzoeken aantonen dat investeringen in levensstijl bij diverse aandoeningen sterk kostenbesparend zijn", zegt prof. Reginald Deschepper (VUB). Hij is een van de initiatiefnemers achter de vzw LifeMe.Met de oprichting van de organisatie wil een groep Vlaamse onderzoekers, artsen en patiënten de principes van levensstijl als medicijn bekend maken en promoten bij collegaartsen, overheid en patiënten. Ze pleiten ook voor meer onderzoek naar het thema."Er is voldoende wetenschappelijk bewijs om aandoeningen als diabetes type 2 succesvol aan te pakken met levensstijlinterventies. In Nederland zijn er bijvoorbeeld heel wat gevallen bekend van diabetici die hun medicatie hebben afgebouwd en zich nu veel beter voelen."Ter verduidelijking: leefstijlgeneeskunde is niet nieuw. Reginald Deschepper: "De pioniers van leefstijlinterventies publiceerden al enkele decennia geleden hun eerste studies. Merk-waardig genoeg werd dit onderzoek slechts traag verder gezet en zijn de nochtans veelbelovende resultaten bij ons nog onvoldoende bekend, laat staan geïmplementeerd.""Een van de redenen is dat het om vrij eenvoudige principes gaat", vermoedt prof. Deschepper. "Er heerst een soort van ongeloof dat je hiermee levensbedreigende aandoeningen kan aanpakken. Vaak hebben mensen meer vertrouwen in invasieve chirurgie en in geneesmiddelen."De medisch antropoloog benadrukt dat LifeMe niet tegen verantwoord geneesmiddelengebruik en chirurgie is. "Ook levensstijlinterventies hebben hun beperkingen. Voor elke aandoening moet je kijken wat de beste behandeling is."Meestal ligt de focus bij leefstijlcoaching op voeding en beweging, weet Reginald Deschepper. In Vlaanderen bijvoorbeeld loopt in een aantal gemeenten sinds een tweetal jaar het project 'Bewegen op Verwijzing', waarbij de huisarts doorverwijst naar een bewegingscoach die een beweegplan op maat opstelt."Maar ook stress management en sociale steun zijn belangrijke pijlers die bepalend zijn voor onze levensstijl en kansen op gezondheid", vervolgt prof. Deschepper. Onder deze noemer kennen we in Vlaanderen bijvoorbeeld sinds enkele jaren de eerstelijnspsychologen die advies geven en kortdurende hulp.Olaf Moens wijst erop dat ook ziekenfondsen steeds meer nadenken over hun rol binnen het domein van de leefstijlcoaching, met initiatieven die zij via hun aanvullende verzekering in de kijker zetten, zoals de terugbetaling van preventieve consulten, een cursus mindfulness, of een bezoek aan de wellness. De CM profileert zich voortaan zelfs expliciet als 'gezondheidsfonds', en niet meer als 'ziekenfonds'.Net als vergelijkbare organisaties in Nederland en bij uitbreiding het Verenigd Koninkrijk, wordt LifeMe van meet af aan getrokken door artsen en onderzoekers - en patiënten."Sommige artsen zetten zich al jaar en dag de facto in voor leefstijlgeneeskunde", weet Olaf Moens. Een van de oudste methodieken die hij zich voor de geest kan halen, is 'De gezondheidsgids' van Domus Medica. Verder wijst Moens op het recente ontstaan van private initiatieven als emma.health van dokter Servaas Bingé. De start-up biedt op basis van persoonlijke data, gepersonaliseerde preventie.De snelle opkomst van leefstijlgeneeskunde is volgens Olaf Moens de formele bevestiging dat zorgverstrekkers, en specifiek de eerste lijn, hier ten volle een rol in willen opnemen en een kader vragen. "Het is belangrijk dat de zorg met het verhaal van de leefstijlgeneeskunde zichzelf opnieuw een sterke structurele rol geeft in preventie en gezondheidsbevordering. De voorbije decennia heeft de zorg als sector, specifiek de eerste lijn, deze opdracht te veel losgelaten en laten afhangen van het voluntarisme van zorgverstrekkers.""Terwijl we zagen dat sectoren als onderwijs en lokale overheden hun structurele rol in gezondheidsbevordering ondertussen sterk uitbouwden. Deze 'nonchalance', als ik het zo mag noemen, is niet enkel aan de zorgsector te wijten, de preventiesector heeft de zorg ook losgelaten. We vonden het maar evident dat zorg ook instond voor preventie."Hoe moet leefstijlinterventie er nu concreet uitzien? In de aanloop van de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen stelt het Vlaams Instituut Gezond Leven in een memorandum aan de toekomstige beleidsmakers, een aantal randvoorwaarden. De organisatie ter gezondheidsbevordering definieert leefstijlcoaching als één van tien werven om tot een 'kwaliteitsvol, toekomstgericht gezondheidsbeleid' te komen.Olaf Moens: "Gezondheidsprofessionals kiezen best voor een multidisciplinaire aanpak, ze moeten samen deskundig zijn in verschillende leefstijlthema's en in staat zijn om op maat te werken - zoals rekening houden met de gezondheidsvaardigheden van kwetsbare groepen."Daarnaast moet kwaliteitsvolle leefstijlcoaching volgens het instituut toegankelijk zijn, met terugbetaalde preventieve consulten en stimuli via kortingen op zorg.Last maar zeker niet least beklemtoont Moens dat goede leefstijlcoaching laagdrempelig is. Hij ziet daarin een cruciale rol weggelegd voor de eerste lijn. "Net zoals in Nederland kan een leefstijlcoach de spil zijn in het netwerk rond de eerste lijn. De huisarts fungeert als een soort 'eerstelijnsloket'. Bij leefstijlcoaching is motiverend communiceren belangrijk. Huisartsen worden tijdens hun opleiding in deze vaardigheden getraind en ze gebruiken ze dagelijks in hun contacten met patiënten."In functie van coaching op maat moet de huisarts kunnen doorverwijzen naar meer gespecialiseerde (thematische) coaches. "Je kan niet van een huisarts verwachten dat hij even gespecialiseerd is in bijvoorbeeld voeding en beweging als respectievelijk een diëtist en bewegingscoach."Maar misschien wel de belangrijkste voorwaarde om tot een aanbod van kwaliteitsvolle leefstijlcoaching te komen, is dat de federale en regionale overheden inspanningen leveren. Olaf Moens: "Zorgverstrekkers en andere gezondheidsprofessionals ma-ken nu de ommezwaai, de overheden moeten mee in dit 'momentum'. Ze moeten zich niet enkel inhoudelijk engageren voor leefstijlcoaching, maar ook hierin financieel investeren. De budgetten voor preventie zijn nu gewoon ondermaats."