...

Dat zei Mickaël Daubie, adviseur-generaal bij het Riziv op de webinar die het VBS afgelopen zaterdag organiseerde naar aanleiding van haar jaarvergadering. Thema was een actueel onderwerp: de ziekenhuisfinanciering en de hervorming van de nomenclatuur. Mickaël Daubie, zowat de architect van de laagvariabele zorg, maakte drie jaar na de invoering in 2019 een eerste bilan op van dit nieuwe forfaitaire financieringssysteem. Hij nam enkel 2019 mee en liet de a-typische covid-jaren 2020-2021 dus links liggen.Het budget bleef wel ongewijzigd. Het was dus een zero sum game waardoor sommige ziekenhuizen geld verloren aan het nieuwe systeem terwijl anderen wat meer kregen. Al bij al gaat het over beperkte bedragen. Het maximum bedrag dat een ziekenhuis inleverde was 31.820 euro, 14,8% minder dan voorheen -oftewel 168 euro per verblijf. Het maximum bedrag dat een ziekenhuis meer kreeg als gevolg van de laagvariabele zorg was 43.874 euro (plus 7,3%), zijnde een surplus van 54 euro per verblijf."De laagvariabele zorg heeft tot een gedragsverandering geleid", aldus Daubie. "Voor gastropathie verminderde de verblijfsduur bijvoorbeeld met 37% terwijl de verblijfsduur voor ablaties toenam met 26%."Niet zonder spijt eindigde de Riziv-ambtenaar met erop te wijzen dat de vorige regering, met Maggie De Block (Open VLD) als minister van sociale zaken en volksgezondheid het systeem wou uitbreiden en geneesmiddelen, implantaten en dagforfaits wilde includeren. "Dat beleid wordt door deze regering niet verdergezet," dixit Mickaël Daubie. "In het hervormingsplan voor de ziekenhuisfinanciering van de huidige minister Frank Vandenbroucke (Vooruit) is dit niet voorzien."