Eerst het financiële plaatje. Heel veel artsen zijn 55 jaar of ouder, de pensioenleeftijd komt in zicht. Maar wanneer? De vorige regering Di Rupo zette de (artsen)vennootschappen al een stevige pad in de korf door de belasting op de liquidatiebonus op te trekken van 10 naar 25%. En nu is er de regering Michel. Dokter Moens berekende dat dokters door opeenvolgende niet-indexeringen bijna 10% inleveren op hun erelonen. En de roerende voorheffing - enkele jaren geleden nog 15% - gaat naar 30%. Dat scheelt allemaal een flinke slok op een borrel. Wat betekent dit voor een zelfstandige arts van 55? Simpel: vergeleken met de collega die vijf jaar geleden zijn stethoscoop aan de haak hing, mag/moet hij jaren langer werken om eenzelfde pensioen over te houden. Allicht is dat ook de bedoeling. De pensioenleeftijd van zelfstandigen optrekken, is uitgesloten. Maar langs een omweg kan het natuurlijk wel: belasten naar hartenlust. Zodanig dat men financieel wel verplicht is veel langer aan de slag te blijven. Terloops: de bekende econoom Geert Noels berekende dat een zelfstandige 600.000 euro opzij moet zetten om (nog maar) van het equivalent van een gemiddeld ambtenarenpensioen te kunnen genieten.

De regering pakt twee derde van de index af. En met het overige derde heeft ze zelfs de moed niet om een bescheiden herijking op te starten.

Dan de organisatie van de gezondheidszorg. De regering pakt twee derde van de index af. En met het overige derde heeft ze zelfs de moed niet om een bescheiden herijking op te starten. De hete aardappel schuift door naar het Verzekeringscomité van het Riziv waar men het geld lineair kan verdelen of meer gewicht kan geven aan intellectuele prestaties.

Tot slot de patiënt. Het remgeld op antibiotica stijgt. De patiënt gaat dit niet voelen, aldus het gouvernementele kromdenken. Huisartsen dienen voortaan immers ook 60% goedkoop voor te schrijven. Macro-economisch klopt de rekening allicht. In de praktijk is de patiënt aan wie antibiotica wordt voorgeschreven echter maar zelden/nooit dezelfde patiënt die antihypertensiva krijgt. Anders gezegd en alle holle retoriek ten spijt: de antibioticapatiënt betaalt het gelag wel degelijk.

Eerst het financiële plaatje. Heel veel artsen zijn 55 jaar of ouder, de pensioenleeftijd komt in zicht. Maar wanneer? De vorige regering Di Rupo zette de (artsen)vennootschappen al een stevige pad in de korf door de belasting op de liquidatiebonus op te trekken van 10 naar 25%. En nu is er de regering Michel. Dokter Moens berekende dat dokters door opeenvolgende niet-indexeringen bijna 10% inleveren op hun erelonen. En de roerende voorheffing - enkele jaren geleden nog 15% - gaat naar 30%. Dat scheelt allemaal een flinke slok op een borrel. Wat betekent dit voor een zelfstandige arts van 55? Simpel: vergeleken met de collega die vijf jaar geleden zijn stethoscoop aan de haak hing, mag/moet hij jaren langer werken om eenzelfde pensioen over te houden. Allicht is dat ook de bedoeling. De pensioenleeftijd van zelfstandigen optrekken, is uitgesloten. Maar langs een omweg kan het natuurlijk wel: belasten naar hartenlust. Zodanig dat men financieel wel verplicht is veel langer aan de slag te blijven. Terloops: de bekende econoom Geert Noels berekende dat een zelfstandige 600.000 euro opzij moet zetten om (nog maar) van het equivalent van een gemiddeld ambtenarenpensioen te kunnen genieten.Dan de organisatie van de gezondheidszorg. De regering pakt twee derde van de index af. En met het overige derde heeft ze zelfs de moed niet om een bescheiden herijking op te starten. De hete aardappel schuift door naar het Verzekeringscomité van het Riziv waar men het geld lineair kan verdelen of meer gewicht kan geven aan intellectuele prestaties.Tot slot de patiënt. Het remgeld op antibiotica stijgt. De patiënt gaat dit niet voelen, aldus het gouvernementele kromdenken. Huisartsen dienen voortaan immers ook 60% goedkoop voor te schrijven. Macro-economisch klopt de rekening allicht. In de praktijk is de patiënt aan wie antibiotica wordt voorgeschreven echter maar zelden/nooit dezelfde patiënt die antihypertensiva krijgt. Anders gezegd en alle holle retoriek ten spijt: de antibioticapatiënt betaalt het gelag wel degelijk.