...

Mogen de radiologen met enige vertraging toch nog een index van 1,40% doorrekenen? Op 7 november staat het dossier op de agenda van de medicomut. Het uitstel van de indexering zit de radiologen bijzonder hoog. Alle andere specialisten mochten indexeren vanaf mei terwijl de radiologen moesten wachten tot juli. In het akkoord artsen-ziekenfondsen was bovendien een clausule ingeschreven: de radiologen mochten de 1,40% index alleen aanrekenen op voorwaarde dat er een aantoonbare trendbreuk was in de uitgavencijfers. Maar toen het begin juli zover was, oordeelde het Riziv op basis van voorlopige cijfers dat de omzet van de medische beeldvorming niet genoeg gedaald was. Met als gevolg dat de radiologen in juli maar 0,93% index kregen, zij het wel met de afspraak dat men in september de cijfers opnieuw tegen het licht zou houden. Die evaluatie werd echter keer op keer uitgesteld, ondanks herhaaldelijk aandringen van Marc Moens (Bvas). Maar op 7 november komt het er nu toch van: artsen en ziekenfondsen buigen zich dan over de meest recente cijfers die wél een significante daling van het verbruik aan radiologie laten zien. Eerst werd nog gezegd dat de daling volstond om op een paar honderdsten van een procent na de voorziene indexering toe te staan. Het cijfer van 1,36 circuleerde even. Maar dat is intussen ook al achterhaald: het actuariaat van het Riziv had vrijdag zicht op de volledige uitgaven van de eerste zes maanden en die wezen uit dat de volledige 1,40% haalbaar is. Terugwerkende kracht? Als de medicomut akkoord gaat met de berekeningen van het Riziv, mogen de radiologen dus het laatste derde van hun index doorrekenen. Of die verhoging ook met terugwerkende kracht op 1 oktober ingaat, zoals de radiologen vragen, moet de medicomut nog wel uitmaken. Er is nog een bijkomende factor die de indexering kan bemoeilijken: de responsabilisering van de voorschrijvers. In ruil voor de index RX eist het christelijke ziekenfonds de invoering van een 'standaard voorschrijfformulier' medische beeldvorming. Maar de huisartsen van de Bvas en het Kartel hebben al eensgezind laten weten dat ze dat idee afwijzen, wegens te ingewikkeld. Het formulier zou niet minder dan drie bladzijden tellen, manueel in te vullen door de aanvrager - doorgaans de huisarts - en de radioloog. 'Niet meer van deze tijd, te zwaar op de hand', luidt het. De radiologen van hun kant voeren aan dat van zo'n 'standaardformulier' helemaal geen sprake is in het akkoord. "Dit is nooit als voorwaarde gekoppeld aan de indexmassa RX", luidt het. Het Consilium Radiologicum ziet meer in een proefproject om het voorschrijfgedrag te evalueren. Dat project ging inmiddels van start in acht ziekenhuizen, verspreid over de drie gewesten. Begin 2012 worden de resultaten verwacht. Voorschrijvers De radiologen vinden het onrechtvaardig dat ze steeds aansprakelijk worden gesteld voor de uitgaven in hun sector, terwijl ze alleen maar onderzoeken uitvoeren die andere artsen voorschrijven. In tegenstelling tot andere specialismen kunnen ze zelf geen onderzoeken voorschrijven, wat elke vorm van overconsumptie onmogelijk maakt. "Het kan niet dat de radiologen eens te meer getroffen worden door de attitude van de voorschrijvers", zegt Dr. Rudi Van Driessche (Bvas). "Die culpabilisering van de radiologen moet maar eens ophouden."