Deze week is de jaarlijkse Infant Mental Health Awareness Week, een ideaal moment om even stil te staan bij het mentale welzijn van baby's en jonge kinderen, maar ook bij hun ouders, die deze kleine patiënten meebrengen op consultatie.

Een titel bedenken voor een opiniestuk over het psychische welzijn van jonge kinderen was niet zo vanzelfsprekend. Wanneer ik me een baby op zijn eentje probeer voor te stellen in de wachtzaal, moet ik direct denken aan baby's zoals die soms in tekenfilms worden voorgesteld. Denk maar aan Boss Baby, of de Rugrats. Je voelt onmiddellijk dat er iets niet klopt bij zo'n semi-volwassene in een babylijfje.

In de praktijk zijn ouders en hun baby's gewoon niet los van elkaar te zien. Dat wist de Engelse pediater Winnicott ons in 1940 al te vertellen met zijn bekende uitspraak 'There's no such thing as a baby'. Hij bedoelde daarmee dat wanneer je een baby ziet, je onvermijdelijk ook een ouder (of zorgfiguur) in de buurt ziet. Vanzelfsprekend eigenlijk, want zonder deze zorgfiguren zijn baby's niet in staat om te overleven.

In dat opzicht is het niet vreemd dat Winnicott sprak over de 'moeder-babyeenheid' en het ontstaan van een onlosmakelijke band tussen beiden. Een band die maakt dat de ouders bijvoorbeeld 's nachts hun slaap laten om hun kind te troosten. Wanneer het niet goed gaat met een kind, heeft dit ook een immense impact op de ouders. Uit onderzoek blijkt zelfs dat ouders jaren na bijvoorbeeld een pediatrische ingreep nog verhoogde niveaus van stress hebben.

Het is bijzonder hoe je als arts mee zorgt voor de mensen rondom je kleine patiënten

Wanneer het echter niet goed gaat met ouders, heeft dat ook een impact op de kinderen. Denk bijvoorbeeld aan gezinnen waar ouders financiële problemen hebben, of een van de ouders een psychiatrische problematiek heeft. Deze moeilijkheden hebben niet enkel op de ouders een impact, maar ook op de band tussen ouder en kind. En op die manier heeft het onvermijdelijk ook een impact op het kind zelf.

In het dagelijkse werken met kinderen is het dan ook belangrijk om aandachtig te zijn voor hun ouders. Het is bijzonder hoe je als arts mee zorgt voor de mensen rondom je kleine patiënten. Het gebeurt vaak vanzelfsprekend en bijna onbewust. Even luisteren naar hoe de ouders het stellen bijvoorbeeld, is indirect ook zorgen voor hun kind(eren). Op deze manier ondersteun je echter mee de band die tussen ouder en kind groeit, wat ook een belangrijk deel uitmaakt van de psychische zorg voor de kleinsten in onze samenleving.

Deze week is de jaarlijkse Infant Mental Health Awareness Week, een ideaal moment om even stil te staan bij het mentale welzijn van baby's en jonge kinderen, maar ook bij hun ouders, die deze kleine patiënten meebrengen op consultatie. Een titel bedenken voor een opiniestuk over het psychische welzijn van jonge kinderen was niet zo vanzelfsprekend. Wanneer ik me een baby op zijn eentje probeer voor te stellen in de wachtzaal, moet ik direct denken aan baby's zoals die soms in tekenfilms worden voorgesteld. Denk maar aan Boss Baby, of de Rugrats. Je voelt onmiddellijk dat er iets niet klopt bij zo'n semi-volwassene in een babylijfje. In de praktijk zijn ouders en hun baby's gewoon niet los van elkaar te zien. Dat wist de Engelse pediater Winnicott ons in 1940 al te vertellen met zijn bekende uitspraak 'There's no such thing as a baby'. Hij bedoelde daarmee dat wanneer je een baby ziet, je onvermijdelijk ook een ouder (of zorgfiguur) in de buurt ziet. Vanzelfsprekend eigenlijk, want zonder deze zorgfiguren zijn baby's niet in staat om te overleven. In dat opzicht is het niet vreemd dat Winnicott sprak over de 'moeder-babyeenheid' en het ontstaan van een onlosmakelijke band tussen beiden. Een band die maakt dat de ouders bijvoorbeeld 's nachts hun slaap laten om hun kind te troosten. Wanneer het niet goed gaat met een kind, heeft dit ook een immense impact op de ouders. Uit onderzoek blijkt zelfs dat ouders jaren na bijvoorbeeld een pediatrische ingreep nog verhoogde niveaus van stress hebben. Wanneer het echter niet goed gaat met ouders, heeft dat ook een impact op de kinderen. Denk bijvoorbeeld aan gezinnen waar ouders financiële problemen hebben, of een van de ouders een psychiatrische problematiek heeft. Deze moeilijkheden hebben niet enkel op de ouders een impact, maar ook op de band tussen ouder en kind. En op die manier heeft het onvermijdelijk ook een impact op het kind zelf.In het dagelijkse werken met kinderen is het dan ook belangrijk om aandachtig te zijn voor hun ouders. Het is bijzonder hoe je als arts mee zorgt voor de mensen rondom je kleine patiënten. Het gebeurt vaak vanzelfsprekend en bijna onbewust. Even luisteren naar hoe de ouders het stellen bijvoorbeeld, is indirect ook zorgen voor hun kind(eren). Op deze manier ondersteun je echter mee de band die tussen ouder en kind groeit, wat ook een belangrijk deel uitmaakt van de psychische zorg voor de kleinsten in onze samenleving.