...

Dokter Yves Louis, zelf kinderarts en secretaris-generaal de van Bvas, vergelijkt de situatie bij de kinderartsen met die van de anesthesisten.Ook de kinderartsen verwerpen de all-in - het 'globaal prospectief bedrag' bij laagvariabele zorg. Het honorarium voor prestaties zoals het toezicht, monitoring, een infuus... verdwijnen in een forfait. Er heerst onduidelijkheid over wat er gebeurt met de accreditering, de prestaties bij spoedopname, de supplementen,...Dat de toegekende bedragen berekend worden op grond van de mediaan in plaats van het gemiddelde betekent volgens de pediaters dat diensten die correct werken mogelijk financieel benadeeld zullen worden. Ze zien hierin wel degelijk een besparing.Yves Louis stipt nog aan dat van de beloofde hervorming van de nomenclatuur ondertussen nog niet veel in huis is gekomen.Ook over de totstandkoming van de ziekenhuisnetwerken maken de pediaters zich zorgen. Ze vrezen de invoering van de 'minipediatrie' - een afdeling kindergeneeskunde met heel beperkte middelen en een minimum aan personeel, kortom een erg onaantrekkelijke en ongunstige omgeving voor de pediater om in aan de slag te gaan. Yves Louis vergelijkt dit met het zorgprogramma A, het 'basisprogramma' kindergeneeskunde uit het KB van 2014 dat door de Raad van State eind vorig jaar werd vernietigd.Een essentieel punt voor de pediaters is ook het samenhouden van een (volwaardige) afdeling kindergeneeskunde met de kraamklinieken en de spoeddienst.Pediaters merken daarnaast dat de supplementen op de erelonen, ook los van de all-in, steeds meer onder druk komen te staan. De discussie erover steekt steeds opnieuw de kop op, terwijl er in de kindergeneeskunde al extra regels van kracht zijn om de supplementen te beheersen - met name om zeker de expliciete toestemming van de ouders te hebben. De verklaring van minister Jo Vandeurzen dat elk kind in een ziekenhuis recht moet hebben op een eenpersoonskamer, zet de huidige regeling bovendien op de helling.Ten slotte zijn kinderartsen niet erg enthousiast over de discussies die in de Nationale Commissie thans lopen over de accreditering. Bij kinderartsen weegt de accreditering sterk door in het inkomen. Een geaccrediteerd kinderarts kan zijn inkomen met 9.000 euro zien toenemen, meer dan sommige andere specialismen. Accreditering weegt door bij de consultatie pediatrie, bij de toezichtshonoraria in de E-diensten en in de afdeling neonatologie,...Alles tezamen kunnen kinderartsen in de nabije toekomst 20 tot 30% van hun inkomen verliezen, vreest dokter Louis. Waarbij hij er op wijst dat de honoraria al lang niet meer zijn aangepast, dat pediaters al verloren hebben op het toezicht, en dat er voor het verdwijnen van de polysomnografie in de kindergeneeskunde (overheveling van prestaties in de nomenclatuur naar neuropsychiatrie) niets in de plaats is gekomen.