...

Want samenwerking is inderdaad het magische woord dat dezer dagen opgeld maakt. Overal te lande wint het aan belang. Zorg eindigt niet aan het ziekenhuisbed van de patiënt. Transmurale zorg, zorgtrajecten, klinische paden enz. gieten de collaboratie in praktische, repetitieve sjablonen. Dat komt de kwaliteit ten goede. Het vergt wel communicatieve vaardigheden van alle partijen. En gelijkwaardigheid: ziekenhuizen mogen hun regio niet als een wingewest zien. Samenwerking. Na een aflopende periode van ziekenhuisfusies zijn we aanbeland in de era van de netwerken. Ook hier zijn de motieven duidelijk. Niet elke instelling kan nog alles aanbieden. Bovendien is het zinloos afzonderlijk dure medische apparatuur aan te kopen. Mits de nodige organisatie, coördinatie en communicatie kunnen ziekenhuizen toestellen net zo goed delen. Een win-win voor iedereen. Samenwerking. Nog steeds werkt de overgrote meerderheid van de huisartsen solo. Tot ieders tevredenheid. Vaak is solo trouwens niet zo solo als solo doet uitschijnen. Ook huisartsen hebben netwerken. Wel stellen we vast dat nagenoeg geen enkele afgestudeerde huisarts nog solo begint. Duo- en groepspraktijken zijn de toekomst. Vaak zijn dat de meest arts-vriendelijke - wellicht iets minder patiëntvriendelijke - praktijkvormen van de toekomst. Ook grotere huisartsenentiteiten met paramedici, verpleegkundigen - die vaccineren - en administratieve medewerkers horen in deze visie thuis. Samenwerking dus. Op alle echelons. Met dien verstande dat papier verduldig is. Alle mooie overeenkomsten ten spijt zijn het de zorgverleners zelf die het in de praktijk dag na dag moeten waarmaken. Dat gevecht voeren én winnen is veel minder evident dan het lijkt. Politici toonden de jongste dagen alvast hoe het niet moet: verborgen agenda's, ambities, kuiperijen en achterbakse manoeuvres kan de gezondheidszorg missen als kiespijn.