...

Het aantal gevallen van 'end stage renal disease' neemt van jaar tot jaar toe. Tussen 2003 en 2009 steeg de prevalentie jaarlijks met 5%. In 2012 vonden in België 537 niertransplantaties plaats. Er bleven in dat jaar 800 patiënten op de wachtlijst staan.SuboptimaalDonornieren komen bij voorkeur van hersendode personen, jonger dan 60 jaar, met nog kloppend hart. Maar dat aantal is beperkt en volstaat lang niet.Daarom wordt steeds meer een beroep gedaan op nieren van patiënten die overleden door een hartstilstand, of van oudere donors met een of meer gezondheidsproblemen (expanded criteria-donors of ECD).Dat gaat wel gepaard met meer complicaties na de ingreep (de getransplanteerde nieren komen trager, of helemaal niet, op gang) en leidt tot meer kosten (noodzaak van dialyse, langere opnameduur). Op termijn ligt ook de overleving met deze donornieren lager dan met de donornieren uit de voorkeursgroep.Het gebruik van machinale transfusie in plaats van 'koude opslag' in een koelbox bij transport van de donornier zou het aantal complicaties na de ingreep kunnen verminderen. Op grond van de gegevens uit de literatuur mag men verwachten dat het risico op een 'vertraagde transplantaatfunctie' met 22% zou verminderen. Ook de levensverwachting zou licht verbeteren.Alle centraVandaag gebruiken maar twee van de zeven transplantatiecentra de 'machinale' transport - omdat de ziekteverzekering de meerkost daarvan niet draagt. Het KCE denkt dat het zelfs kostenbesparend zou kunnen werken wanneer alle centra deze nieuwe transportmethode zouden gaan gebruiken. Voor ECD zou dat ook blijken uit de literatuur - al zijn er maar weinig data voorhanden en zijn die niet zo heel betrouwbaar.Volgens de berekening van het Kenniscentrum kost het 680.000 euro euro per jaar om alle donornieren afkomstig van ECD-patiënten of patiënten overleden door een hartaandoening, met machinale perfusie te transporteren. Er wordt in dat scenario een beroep gedaan op een gespecialiseerde firma, die de apparatuur en gespecialiseerd personeel uitleent, en instaat voor het onderhoud. Maar het KCE pleit er daarbij voor om een monopolie op deze dienstverlening te vermijden.De terugbetaling wil het Kenniscentrum ook gekoppeld zien aan het verzamelen van data: de verschillende centra moeten hun resultaten registreren. Later kan men dan de situatie voor en na tussenkomst van de ziekteverzekering vergelijken.KCE Reports 217. Synthese, volledig rapport en bijlagen beschikbaar op www.kfe.fgov.be.