Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) doet aanbevelingen voor een aangepast zorgpad voor mensen met jongdementie.
...
Jongdementie is een vorm van dementie die optreedt vóór het 65e levensjaar. Ongeveer 80% van de mensen met jongdementie is tussen de 55 en 64 jaar oud. De aandoening heeft specifieke uitdagingen, zoals een moeilijke diagnose door atypische symptomen, de impact op het werk, het sociale leven en het gezin, en zorg die niet goed is afgestemd op de behoeften van jongere patiënten.Het KCE heeft bestudeerd hoe mensen met jongdementie beter geholpen kunnen worden. In plaats van nieuwe zorgpaden in het leven te roepen, beveelt het KCE aan om de bestaande zorg aan te passen aan de jongere patiëntengroep. Het doel moet zijn om de autonomie te behouden en zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen.DiagnoseDe eerste symptomen van jongdementie zijn vaak gedrags- of persoonlijkheidsveranderingen die makkelijk verward kunnen worden met psychiatrische problemen. Door dit atypische profiel wordt de diagnose vaak pas laat gesteld. Daarom vindt KCE het belangrijk om het bewustzijn over jongdementie te vergroten en praktijkrichtlijnen voor eerstelijnszorgverleners te ontwikkelen, waardoor vermoedelijke gevallen sneller kunnen worden vastgesteld. Een multidisciplinair team moet vervolgens snel de diagnose bevestigen.InclusiviteitNa de diagnose moeten patiënten met jongdementie systematisch worden doorverwezen naar een geheugenkliniek, die hen helpt om hun levenskwaliteit te optimaliseren en in staat stelt om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Het aantal geheugenklinieken onder een RIZIV-overeenkomst (momenteel 12) wordt best uitgebreid om de geografische spreiding en lokale verankering te verbeteren. Voor het welzijn van patiënten is belangrijk dat ze zoveel mogelijk hun plaats in de maatschappij en een gevoel van nut behouden. Als ze dat wensen moeten ze ondersteund worden bij het aan het werk blijven, met taken, verantwoordelijkheden en werktijden die aangepast zijn aan hun mogelijkheden. Arbeidsartsen moeten bekend zijn met de problematiek, zodat ze de nodige aanpassingen kunnen aanbevelen.De patiënten moeten ook lichamelijk en sociaal actief kunnen blijven en een beroep kunnen doen op psycho-educatieve en psychosociale interventies aangepast aan hun leeftijd.Ondersteuning op maatBij de ondersteuning van patiënten met jongdementie is vaak een groot aantal actoren en instellingen betrokken. De patiënten en hun naasten moeten daarom kunnen terugvallen op één enkele contactpersoon, een 'casemanager' die hen ondersteunt en zorgt voor de coördinatie en continuïteit van de zorg.De casemanager kan ook helpen beroep te doen op alle beschikbare sociale en financiële steun.WoonoplossingenIdeaal is dat de patiënt thuis kan blijven wonen, maar dat is niet altijd mogelijk. Daarom moeten mensen met jongdementie - tijdelijk of permanent - toegang hebben tot woonoplossingen die zijn afgestemd op hun behoeften, stelt het KCE.Dit kan in bestaande structuren, zoals woonzorgcentra, als daar een specifiek aanbod voor deze populatie wordt voorzien. Dat vraagt echter een aanpassing van de wetgeving: vandaag is de leeftijdsgrens om in een WZC opgenomen te kunnen worden 65 jaar.Een alternatief is het oprichten van nieuwe voorzieningen die dichter aanleunen bij de eigen thuisomgeving. Er bestaan al enkele projecten in Vlaanderen onder de naam "kleinschalig genormaliseerd wonen".