...

De Planningscommissie vroeg aan het KCE een voorbereidend rapport dat de opleiding, de arbeidssituatie en organisatie van het beroep van de vroedvrouwen analyseert. Het KCE bracht de bestaande situatie in kaart en lichtte het proces door dat de Planningscommissie moet doorlopen.De Planningscommissie vertrekt van het bestaande kadaster dat de FOD Volksgezondheid van de beoefenaars van gezondheidszorgberoepen bijhoudt (in functie van hun erkenning). Het koppelt die gegevens aan Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming, en aan de databank van het Riziv.Samen met het PlanCAD brengt de commissie ook de zorgbehoeften bij de bevolking in kaart met behulp van de gegevens die het Riziv en het IMA bijhouden. De Planningscommissie stelt dan toekomstscenario's op, op grond van de bestaande situatie, van een worst case- en van een best case-scenario.Aan de hand daarvan doet de commissie dan aanbevelingen in verband met het beleid.Wanneer ze die oefening maakt voor de vroedvrouwen, zal de Planningscommissie volgens het KCE geconfronteerd worden met een tamelijk merkwaardige situatie. Ze zal meer klaarheid moeten brengen over een aantal onduidelijke elementen.Er zijn bijvoorbeeld opvallende verschillen tussen de opleidingen voor vroedvrouwen in de beide Gemeenschappen van ons land. In Vlaanderen duurt de opleiding drie jaar en in Franstalig België vier jaar. In Vlaanderen vallen significant meer studenten uit dan in Wallonië.In Wallonië is er heel wat instroom in de opleiding van buitenlandse studenten. Het is niet duidelijk waar die personen na hun opleiding terechtkomen. De Vlaamse overheid registreert de nationaliteit van de studenten niet, wat een vergelijking nog verder bemoeilijkt.Van de 10.440 vroedvrouwen die volgens het kadaster in België hun beroep mogen uitoefenen, woont 68% in Vlaanderen, 25% in Wallonië en 7% in Brussel.Volgens de MZG-gegevens uit 2014 waren er 5.326 vroedvrouwen aan de slag in een ziekenhuisomgeving, goed voor 3.444 FTE. De helft daarvan werkt in de kraamkliniek, een aantal anderen in de verloskamer, neonatale zorg, dienst pediatrie,...Vijftien procent werkt in een andere functie. Te noteren daarbij valt dat vanaf 2018 vroedvrouwen het recht zullen verliezen om als verpleegkundige aan de slag te gaan.Het zal een karwei zijn voor de Planningscommissie om uitvoerig te documenteren waar vroedvrouwen in de ambulante sector werkzaam zijn, en in welke mate er sprake is van personeelsverloop.De Planningscommissie zal voor de toekomstscenario's het impact van een aantal moeilijk in te schatten factorenm moeten onderzoeken.Zullen gynaecologen meer taken doorschuiven naar vroedvrouwen, zullen vroedvrouwen meer taken moeten afstaan aan andere (nieuwe) zorgberoepen?Zitten risicozwangerschappen in de lift en zullen vroedvrouwen minder bevallingen kunnen doen?