...

Jaarlijks komen er bij 50-plussers ongeveer 15.000 heupfracturen voor. Ook breuken van de pols, de schouder en de wervels zijn frequent. Belangrijkste oorzaak is osteoporose.Broosheidsfracturen kunnen in zekere mate voorkomen worden door een aangepaste levensstijl met lichaamsbeweging en voeding met voldoende calcium en vitamine D. Daarnaast bestaan er ook geneesmiddelen die het bot versterken. Ze verminderen vooral het risico op wervelbreuken, maar helpen minder goed om breuken op andere plaatsen van het lichaam te voorkomen. Daarnaast kunnen ze ook zeldzame, maar ernstige nevenwerkingen veroorzaken zoals hartproblemen of necrose van het kaakbeen.VragenlijstHet Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg (KCE) beveelt daarom aan om de osteoporosebehandeling voor te behouden voor patiten met een hoog risico van fractuur. Bij een matig risico van fractuur weegt het medische voordeel niet op tegen de mogelijke neveneffecten.Het individuele risico van een patit voor de volgende tien jaar kan eenvoudig nagegaan worden aan de hand van een vragenlijst. Vrouwen op hoge leeftijd en personen die al eerder een broosheidsfractuur hadden, lopen een hoog risico. Andere risicofactoren zijn roken, drie of meer glazen alcohol per dag, cortisonegebruik, familiale voorgeschiedenis, ondergewicht en reumatoe artritis. Als uit de vragenlijst een verhoogd risico blijkt, is een densitometrie aangewezen.De beslissing om iemand preventief te behandelen wordt volgens het KCE het best gebaseerd op een algemene risico-inschatting en niet enkel op het resultaat van de densitometrie. Een eerdere broosheidsfractuur volstaat op zich wel om de behandeling op te starten.Moeilijke therapietrouwMomenteel blijkt slechts n op de vijf patiten met een verhoogd risico effectief medicatie in te nemen. Het volhouden van de behandeling is bovendien moeilijk: een jaar na de fractuur nam de helft van de patiten de osteoporosemedicatie niet langer. Een mogelijke oplossing hiervoor is het inspuiten van de medicatie om de zes maanden of om het jaar. Nadeel hiervan is dat de risico-batenverhouding nog niet goed gekend is omdat de injecteerbare geneesmiddelen vrij recent zijn.