...

Het KCE stelde richtlijnen op voor drie soorten van pijn bij kanker: de nociceptieve pijn, botpijn en pijn met een neuropathische component. Nociceptieve pijn wordt bestreden volgens de principes van de analgetische ladder van de WGO. Botpijn vraagt om een specifieke aanpak, met bestraling, injectie van radio-isotopen, en toediening van bifosfonaten. Als er ook een neuropathische component is, spelen antidepressiva of anticonvulsiva mogelijk een rol als adjuvante therapie.Geregelde beoordelingDe pijn moet beoordeeld worden bij ieder bezoek van de patiënt. Dat kan met behulp van eenvoudige één-dimensionale instrumenten, denk bijvoorbeeld aan de visueel analoge schaal. Een behandeling van pijn is pas effectief als ze de pijn minstens met 30% verminderd, of met 2 punten op een schaal van 10. De behandeling beoogt de pijn minstens onder de 5 punten op een schaal van 10 te krijgen.De richtlijn stelt artsen voor om, afhankelijk van de eigen expertise, eventueel samenwerking te overwegen met een arts die expertise heeft in de pijnbehandeling of palliatieve zorg.Te weinig evidenceHet KCE deed een zoektocht doorheen databanken naar RCT's, meta-analyses en systematic reviews over de pijnbehandeling van kanker, en baseerde zich ook op bestaande internationale richtlijnen. Maar het stelde vast dat er nogal wat hiaten zijn in het onderzoek. Het overlegde ook met een panel van experts, bestaande uit zorgverleners en vertegenwoordigers van de patiënten, om de good clinical practices te beschrijven.De KCE-richtlijn heeft overigens bepaalde behandelingen buiten beschouwingen moeten laten wegens tijdsgebrek: epidurale/intrathecale medicatie, neuro-ablatieve behandelingen, neurostimulatie, sommige geneesmiddelen gebruikt bij neuropathische pijn, calcitonine tegen botpijn, enzovoort. Het KCE stelt ten slotte vast dat er nog te weinig onderzoek gebeurd is naar het resultaat van het combineren van behandelingen.De richtlijn is bedoeld voor iedereen die bij de behandeling van kankerpatiënten betrokken is in de eerste en tweede lijn. Het College voor Oncologie moet instaan voor het verspreiden van deze richtlijn.