...

Het Collegium chirurgicum reageert op het KCE-rapport over zeldzame en complexe tumoren. Een interessant rapport stelt het. Positief is ook dat het gebaseerd is op een brede bevraging van experts en betrokken partijen. Maar die was eigenlijk niet breed genoeg. En ook bij de conclusie zet het Collegium een aantal vraagtekens. Vooral omdat zeldzame tumoren en tumoren die een complexe behandeling vereisen te veel op één hoop gegooid worden.Niet gehoordHet Collegium betwijfelt dat bij de bevraging niet-universitaire ziekenhuis wel zo breed vertegenwoordigd waren als het KCE beweert. Het ving heel wat klachten op van trendsetters in grote niet-universitaire centra. Ze werden op geen enkele wijze betrokken bij een of meer van de gespreksgroepen die het rapport hebben voorbereid. De stem van deze hoofdrolspelers in de oncologie werd niet zo goed gehoord, aldus het Collegium.Men moet wel erg goed opletten, stelt het Collegium. Het rapport gaat over 9% van alle maligne tumoren: 3% zeldzame en 6% die een complexe behandeling vereisen. Maar het gaat wel om bijna een derde van alle klinische werk in de oncologie. Een herschikking van het werk mag er niet toe leiden dat er kostbare expertise verloren gaat. Men moet oppassen dat er geen eindeloze strijd om patiënten tussen de centra losbarst, want dat zal alleen maar leiden tot overconsumptie.Zeldzame tumorenHet Collegium onderschrijft de conclusie van het KCE dat je de zorg voor een zeldzame tumor (niet meer dan 5 gevallen per 100.000 mensen per jaar) best aan enkele experts overlaat. Die hebben dan genoeg ervaring om de situatie correct te kunnen inschatten. Dat men dan maar een lijstje aanlegt van welk centrum voor welke tumor. Maar de expertise van de centra in dat lijstje moet wel controleerbaar zijn. En "taalpariteit, regiopariteit of universitaire keuze" moet bij de samenstelling ervan geen rol spelen - net zoals Zorgnet Vlaanderen waarschuwt het Collegium tegen een wafelijzerpolitiek.Bovendien gaat het KCE in de fout wanneer het deze lijn doortrekt naar tumoren die een complexe behandeling vereisen, onderstreept het Collegium. Bij complexe tumoren is niet zozeer het volume maar wel de omkadering van belang. Heel wat Belgische ziekenhuizen, niet alleen de universiteiten hebben al veel geïnvesteerd in menselijk know-how en uitrusting. Superspecialisatie kan in de hand gewerkt worden door deze centra te laten samenwerken, waarbij ze onder meer hun experts uitwisselen. Patiënten kunnen desnoods op verschillende plaatsen verschillende onderdelen van hun behandeling krijgen.Zorgprogramma's upgradenHet Collegium pleit er dan ook voor om de bestaande oncologische zorgprogramma's in eerste instantie te upgraden.Men moet striktere normen opleggen en de resultaten constant monitoren. De overheid moet maar geld vrijmaken om een 'peer review' te organiseren en om de geboden zorgkwaliteit openbaar te maken.En om op de 'volumes' terug te komen, het Collegium verzekert dat alle partijen akkoord gaan om ervoor te zorgen dat iemand die maar één of twee complexe behandelingen toepast, dat niet jaar na jaar kan blijven doen. Wanneer men de hoogstens 30% slokdarmtumoren die nu in centra met een echt laag volume behandeld worden, herverdeelt over de centra die vaak net niet genoeg volume hebben, krijg je bijvoorbeeld een mooie spreiding van die oncologische zorg over de verschillende instellingen.