...

Het ASGB/Kartel is duidelijk tevreden over het akkoord. Dat er ook van de andere syndicaten gunstige reacties waren, leest u in ons algemeen overzicht. Dokter Hueting lichtte uitvoerig het akkoord en de winstpunten volgens zijn syndicaat toe. We halen er de opvallendste dingen uit. Doelmatige zorg, artsen in opleidingDe Nationale Commissie wil in 2021 door doelmatige zorg 40 miljoen besparen. Het verschil met eerder dergelijke projecten van het Riziv is dat deze Commissie Artsen Ziekenfondsen vastlegt wat met de opbrengst zal gebeuren. Reinier Hueting: "Het budget is er nog niet - de maatregelen moeten nog gerealiseerd worden. Het principe is dat het geld binnen het artsenbudget blijft door het te verschuiven van overbodige zaken naar nuttiger dingen. Vroeger roomde de regering de opbrengst af van de middelen voor de artsenhonoraria." In Artsenkrant noemde we al enkele projecten die met dit geld zullen worden gefinancierd. "Het eerste voor ons erg belangrijke punt is dat er 10 miljoen euro wordt opzijgezet voor de aso's en de haio's. Voor Kartel ging dat geld het best naar een verdere opwaardering van het sociale statuut dat het Riziv financiert." Maar BVAS drong aan op een andere formulering in de tekst van het akkoord. Het heet nu een "verbetering van de sociale bescherming" met behoud van het nettoloon. Hoe dat gedefinieerd wordt, moet duidelijk zijn tegen 31 maart 2021. "Daarover komt ook overleg met de vertegenwoordigers van de assistenten". GMD-kwaliteitVerder bekijkt de Commissie of het mogelijk is het bijkomend honorarium voor een GMD van mensen met het statuut van een chronisch ziekte uit te breiden naar andere leeftijdsgroepen buiten die tussen 45 en 74 jaar. Daaraan gekoppeld wil men ook sleutelen aan de kwaliteit van het GMD. "De ziekenfondsen vragen criteria waaraan het GMD moet voldoen. Daar heeft Kartel geen probleem mee, maar als men daarvoor parameters in het elektronisch dossier wil meten, moet dat gebeuren op een manier die geen extra werk meebrengt voor de huisarts. Dat moet in elk softwarepakket kunnen en mag geen extra manipulaties vragen." "Daar hebben we op aangedrongen dat dat ook zo letterlijk in de tekst werd gezet. We willen vermijden dat het gaat zoals met de geïntegreerde premie, waar is gebleken dat twee jaar nadat de criteria waren vastgelegd, er nog altijd pakketten waren waarmee de dingen in de praktijk niet lukte. Dat brengt de gebruikers van die pakketten in grote moeilijkheden. Kwaliteitscriteria mogen niet ontaarden in een hindernissenparcours voor de gebruiker." WachtpostenHet totale budget van de wachtposten groeit in 2021 met 4,9% ten opzichte van dat 2020. Dat maakt het mogelijk, naast ruimte voor de standaardfinanciering, om vier nieuwe initiatieven en zes uitbreidingen van bestaande wachtposten te financieren. Een bedrag van 750.000 euro is gereserveerd voor de samenwerkingsverbanden. Doker Hueting: "We hebben aangedrongen op een realistische timing voor de totstandkoming van die verbanden. De wet zegt dat die zich moeten inschrijven in het 1733-project. Maar dan moet de 1733-triage er eindelijk ook komen. Die had uitgerold moeten zijn. Iedere jaar wordt een termijn vooropgezet en dan gebeurt er weer niets." "Bij de experimenten met de weekdienst blijkt dat triage op het oproepnummer 1733 voorkomt dat allerlei nutteloze telefoons bij de huisarts terechtkomt. Dat is wat we ook willen. Al onder minister Onkelinx ging er geld naar minister Milquet van Binnenlandse Zaken om de 112-centrales aan te passen. We staan ondertussen misschien al iets verder maar de 1733-triage is er nog altijd niet." Om de wachtdienst te laten financieren zal het in de toekomst nodig zijn om deel uit te maken van een samenwerkingsverband. Voorlopig kan dat nog met een kring maar uiteindelijk zal dat met een wachtpost moeten zijn. "Ik ben niet tegen uitbreiding van de wachtposten. Dat zorgt voor meer duidelijkheid naar de bevolking." Gaat men er dan vanuit dat iedereen wel in het systeem van wachtposten zal stappen, ook zonder dat de overheid dat oplegt? "Absoluut. Jonge huisartsen vestigen zich niet meer in een regio als er geen wachtpost is. Ons syndicaat heeft altijd de wachtposten gepromoot. De eerste wachtposten werden opgericht door ASGB-leden. BVAS blijft bij de uitrol dwarsliggen, maar dat zorgt er hooguit voor dat het wat trager gaat." ... met weekdienst De experimenten met de weekwacht, een maatregel uit de eerste covidgolf, blijven doorlopen. "Dat werd voor een deel betaald met extern geld. Maar de covidcrisis is niet voorbij. Het is logisch dat ook dit jaar het infuus van één miljoen euro van buiten het budget blijft doorlopen. Dat is in het akkoord gezet. De covidfinanciering geeft ons extra speelruimte." "Ondertussen zal de werkgroep wachtposten van de Commissie tegen 30 juni vastleggen waaraan een project weekwacht moet voldoen. Dan kunnen we kijken of de huidige 14 projecten daaraan beantwoorden en of ze er zo mee willen voortgaan. En daarnaast zullen we zien welk budget er nog over is voor andere wachtposten die onder die voorwaarden met de weekwacht van start willen gaan. Samenwerking ook voor de wachtdienst in de week levert efficiëntiewinst op." Accreditering en nomenclatuur Er zijn grote verschillen tussen wat verschillende specialisten verkrijgen uit de accreditering en dat zit verankerd in de nomenclatuur. "Het Riziv heeft een voorstel geformuleerd dat vooral verschillen binnen de specialismen afzonderlijk afvlakt maar niet tussen de specialismen onderling. De Nationale Commissie heeft daar kennis van genomen. Maar er is gevraagd aan de wetenschappelijke commissie die de hervorming van de nomenclatuur bekijkt de accreditering verder te onderzoeken." "Een belangrijk punt is dat in dit akkoord er een engagement genomen om de hervorming van de nomenclatuur in een hogere versnelling te zetten. Dat is ook van belang voor het dossier van de ziekenhuisfinanciering." "De Nationale Commissie dringt eropaan al in 2021 van start te gaan. De facturatie zou al het onderscheid maken tussen twee stukken in het ereloon: het gedeelte dat bedoeld is voor de arts, en het gedeelte van het ereloon dat vereist is om de prestatie te kunnen verrichten. Het bedrag wordt genoemd dat nodig is om de prestatie te kunnen doen: machinerie, grondstoffen, personeel, operatieruimte, noem maar op. Dat blijft nog onderdeel van het ereloon, maar er komt meer transparantie. Parallel wordt er ook werk gemaakt van de andere onderdelen van de hervorming van de nomenclatuur." Co-governance"Op de lange duur zou je kunnen zeggen, het deel dat werkingskosten dekt naar het ziekenhuis moet gaan en niet naar de arts. Maar dat is de grote schrik van sommige artsen, dat ze daar dan alle zeggenschap over kwijt raken. 'Dan gaan we met ons honorarium het ziekenhuis financieren.'" "Het hangt er eigenlijk maar vanaf hoe je dat stuk honorarium noemt. Is het wel logisch dat het bij het artsenhonorarium blijft? Maar voor je daar werk van maakt moet eerst wel voldaan zijn aan een aantal voorwaarden. Dat hebben we uitdrukkelijk in het akkoord staan. Voor het kostengedeelte van het honorarium moeten er wettelijke garanties zijn voor de medezeggenschap van de artsen." "Dat geld kan niet zomaar naar de ziekenhuizen worden overgeheveld. Het zal zeker niet zo zijn dat de artsen daar dan niet meer dan een beetje inspraak over krijgen - dat alleen eens naar hun mening wordt gepolst. Het moet echt gaan over co-governance. Anders valt over zo een regeling niet te praten. Als ziekenhuizen dat geld zomaar claimen, gaat geen enkele arts daaraan nog willen meewerken. Van in het begin moet het klaar zijn dat van de co-governance werk wordt gemaakt. Als dat niet tegelijk gebeurt is die hervorming gedoemd te mislukken." Afdrachten"Er moet tevens een garantie zijn dat er simultaan een inkrimping komt van de afdrachten. De ziekenhuisbeheerder heeft geen afdrachten meer nodig - hij krijgt het geld al op een andere manier. Daarmee gepaard komt er een betere beheersing van de supplementen. Het argument dat men wel supplementen moet vragen, dat de beheerder die eist voor de financiering van het ziekenhuis, valt dan weg." "De klinische biologie, de medische beeldvorming en de nucleaire geneeskunde zitten in een aparte groep, begeleid door Möbius. Ook voor dat gedeelte willen we dat er een opsplitsing komt van het stuk nodig voor de prestatie zelf, en het stuk dat bedoeld is voor de arts. Dat moet even transparant verlopen. In die werkgroep wilde men dat alles bij het oude laten maar dat gaat niet op. Dat zit in het akkoord." Administratieve vereenvoudiging "Er komt een werkgroep die tegen 31 maart een aantal concrete voorstellen moet formuleren voor administratieve vereenvoudiging. Dat wordt bekeken met de sociale partners. Wanneer men de arbeidsongeschiktheidsattesten van de verschillende sociale diensten onderzoekt moet dat met die diensten gebeuren. Voor de attesten die in aanmerking komen voor vereenvoudiging gaan we uit van de lijst die de jongeren van de drie artsensyndicaten hebben gemaakt, aansluitend op het initiatief van Jong Domus. We willen de krachten bundelen om daar echt iets aan te doen." "Het gaat dus om een uniformisering van de attesten arbeidsongeschiktheid. Daarnaast willen we de ziekteattesten van korte duur terugdringen. Ook hoofdstuk IV van de voorschriften is een kluwen van regeltjes waar af en toe zeer overbodige dingen worden gevraagd. Kwetsbare groepen met allerlei statuten bij het OCMW moeten extra formulieren laten invullen voor van alles en nog wat - dat wordt bekeken." "Allerlei instanties en organisaties vragen parapluattesten. Het Riziv zelf kan daar niet zoveel aan doen, behalve erop wijzen dat ze niet nodig zijn. Vaak vraagt men geschiktheidsattesten. Het gaat niet op om aan de huisarts, die met de patiënt een vertrouwensrelatie moet onderhouden, te vragen de geschiktheid van zijn patiënt te attesteren. Instanties die het nodig vinden de geschiktheid van een persoon voor iets te beoordelen, moeten maar een keuringsarts aanstellen of zo, en zelf daarvan de kosten dragen. Het gaat niet op dat zomaar af te schuiven op de arts en het te laten betalen door de ziekteverzekering. Vele attesten die gevraagd worden hebben gewoon geen meerwaarde." Derde, betalende partij "Kartel/ASGB is van oordeel dat het verbod op de derde, betalende partij moet opgeheven worden. Maar dan moet de discussie gestart worden over de 'flankerende maatregelen' voor een correcte toepassing. Het verbod zomaar opheffen krijg je aan de ziekenfondsen niet verkocht. Die gaan ervanuit dat, als je dat zou doen, er massale fraude zal worden gepleegd. Dat getuigt niet bepaald van vertrouwen." "De huidige regeling is een krankzinnige kluwen. Maar we hebben ook duidelijk gemaakt dat het onuitvoerbaar is om bij ieder contact de eID van de patiënt in te lezen. Dat is een natte droom van de ziekenfondsen. Ze verwijzen dan naar de thuisverpleegkunde, waar dat ook wordt gevraagd. Maar die vergelijking gaat niet op. De thuisverpleging gebeurt precies bij de patiënt thuis. In de huisartsenpraktijk horen we dan vaak dat de eID nog thuis op tafel ligt, voor als de verpleegkundige straks langskomt." "En bijna geen enkele jongere heeft het eID mee. Het luidt steevast dat die thuis in de rugzak zit. Het moet volstaan om bij een GMD-patiënt die je kent, eenmaal per jaar het eID in te lezen als bewijs van de therapeutische relatie, van dat principe gaan we niet afwijken." "Deze regering wil de toegankelijkheid vergroten. Wij willen dat ook. Wanneer de derde betalende wordt ingevoerd, zal het gebruik effectief toenemen. Dat zag je ook bij de sociale derde betalende. Het is ook logisch: het is juist de bedoeling. De toegankelijkheid vergroot en er vinden daardoor meer prestaties plaats. De patiënt kwam anders niet omdat hij het niet kon betalen." "Het moet toch ook mogelijk zijn er de outliers zo uit te halen. Je hoort voortdurend praten over artificiële intelligentie. Het kan toch niet zo moeilijk zijn om van de norm afwijkende patronen te detecteren en zo misbruik te achterhalen. Als mijn bank mij opbelt omdat ze denken dat mijn bankkaart in het buitenland wordt gebruikt terwijl ik thuis zit, moeten de ziekenfondsen toch duidelijk misbruik kunnen opmerken." Praktijkondersteuning "Het engagement is genomen om te onderzoeken of het mogelijk is op federaal niveau weer de praktijken te ondersteunen. Die bevoegdheid ligt nu bij de Gemeenschappen. Impulseo II en III liggen het ASGB/Kartel na aan het hart. Vlaanderen heeft met het geld voor het Impulsfonds nog niet veel gedaan, tenzij eruit geput voor besparingen. Het is oppassen wat de Vlaamse overheid met de praktijkondersteuning gaat doen, en dat ze dat geld niet gaan gebruiken voor wat coaching en opleidingen rond samenwerking." "Wat huisartsen nodig hebben is professionele ondersteuning, daaronder versta ik personeel. Tijdens de covidcrisis is duidelijk gebleken hoe belangrijk dat is. Minister Vandenbroucke heeft dat correct verwoord bij zijn 'zuurstof voor de zorg'. Maar dat initiatief was eenmalig."