...

"Politici kennen de sector niet. Wanneer je met hen onderhandelt, moeten ze toch een beroep doen op experts om te bemiddelen. Dat zet de deur opnieuw open voor allerlei belangengroepen", aldus Reinier Hueting van Kartel/ASGB. "Patiëntenverenigingen moeten nog met elkaar uitmaken wie voor hen representatief is. Je moet er ook niet blind voor zijn dat sommige sterke banden hebben met de industrie."Dat neemt niet weg dat Kartel wel bedenkingen heeft bij de rol die de gesprekpartners soms spelen. De voorzitter, dr. Hueting: "De ziekenfondsen hebben wel veel macht. In het Verzekeringscomité verdelen ze de middelen alsof het om hun geld gaat en niet om gemeenschapsgeld. Ze spelen soms een merkwaardige rol. Ze pleiten voor de afschaffing van supplementen, maar het is ook hun aanvullende verzekering die daar wel bij vaart.""Ziekenfondsen hebben veel gegevens in handen, die ze inzamelen in het kader van hun opdracht. Maar ze stellen die niet zomaar ter beschikking, ze laten de overheid er nog eens voor betalen. Ze hebben als eerste toegang tot de data, en gebruiken die waar en wanneer het hen van pas komt."Lineaire besparingen "Ondertussen is het Riziv niet bij machte onverklaarbare verschillen in de consumptie, die wijzen op misbruik, aan te pakken. De data ontbreken, of men vreest wanneer men ingrijpt dat er een procedureslag volgt. Tot slot zoekt men maar zijn toevlucht in lineaire besparen", aldus Hueting."Dat soort 'blinde' besparingen versterken de grote inkomensongelijkheid tussen artsen - die in het ziekenhuis nochtans gelijke verantwoordelijkheid dragen. Zoiets maakt het systeem ongeloofwaardig."Intellectuele acte opwaarderen Dus toch maar onderhandelen, maar met een doel voor ogen: de intellectuele acte opwaarderen. En voor de behandelingen van chronische aandoeningen zoeken naar nieuwe financieringsvormen. De kritiek op ziekenfondsen moet het overleg bijsturen, maar moet niet leiden tot het opdoeken ervan. "Kartel is voor een herijking van de artseninkomens. We willen daarnaast een 'sociaal statuut' dat belangrijk genoeg is om niet zomaar te negeren", zo stelt de Kartel-voorzitter. Andere bemerkingen in verband met het overlegmodel: "Het kan ook niet dat het resultaat van beslissingen niet onmiddellijk voelbaar zijn omdat het betreffende KB jaren blijft liggen. Of dat de overheid na de overeenkomst afspraken weer op de helling zet. Het kan evenmin dat het Budget Financiële Middelen veel te laag blijft, zodat ziekenhuisartsen nog eens op lokaal niveau moeten onderhandelen over de afhoudingen die het ziekenhuis op doet hun erelonen."Vlaamse overheid Wat de Vlaamse minister bevoegd voor Volksgezondheid het 'structurele overleg' noemt is een vrijblijvende gedachtewisseling. De minister vraagt het advies aan de vereniging, of de expert - een gepensioneerd hoogleraar bijvoorbeeld - die hij wenst. "Die werkwijze leidt tot gedrochten, zoals onlangs het decreet over gegevensdeling of het besluit over samenwerkingsverbanden. Het eerste richt een Extern Verzelfstandigd Agentschap op, waarin artsen ondervertegenwoordigd zijn. Als artsen niet mee het beleid kunnen concipiëren, zal het een lege doos blijven." Voor het decreet over samenwerkingsverbanden werd het advies gevraagd van een wetenschappelijke vereniging, vertelt Hueting. "Die zag niet de dramatische consequenties die dit heeft op het terrein, hoewel het zich ook een syndicaat noemt." "De bepaling dat voor alles steeds de derdebetalersregeling wordt toegepast, wilt zeggen dat een patiënt voor een habbekrats de huisarts op huisbezoek kan laten komen, terwijl wij als syndicaat juist bevochten hadden dat de derdebetalersregeling niet wordt toegepast bij een huisbezoek. Bij een wettekst geldt elke komma, daar moet je je als syndicaat bewust van zijn." Met de Zesde Staatshervorming worden niet alleen bevoegdheden overgeheveld, maar ook een belangrijke huisartsenbudget, voor Impulseo, voor huisartsenkringen, voor de LMN's. "Daar werd op federaal niveau hard voor geknokt. Het kan niet dat artsen daar op Vlaams niveau niets meer over te zeggen hebben." "Omdat ik me boos heb gemaakt over het decreet over gegevensdeling, heeft minister Vandeurzen de opdracht gegeven aan Yolande Avondroodt en Rob Van den Oever om het overleg met het veld op federaal niveau in kaart te brengen. Het is aan de volgende regering om daar dan iets mee te doen. Voor mij is dat is onvoldoende - het is veel te vrijblijvend."