...

Chronische zorg Chronische zorg is de nieuwe uitdaging. Kartel kon zich wel vinden in Oriëntatienota over zorg voor chronisch zieken, die eind vorige jaar door het Riziv (en de FOD Volksgezondheid) werd voorgesteld - en die geïnspireerd werd door een KCE-rapport over het thema. Kartel-voorzitter Reinier Hueting: "Positief in de nota was dat vertrokken werd van de behoefte van de patiënt - zonder dat die in stukjes werd gesneden voor elke aandoening die hij heeft. Een goed geïnformeerde patiënt kan een groot deel van de verantwoordelijkheid dragen voor de eigen zorg: empowerment is misschien wel een modewoord, maar die zelfredzaamheid is een uitstekend vertrekpunt."Lessen trekken uit datacollectie "De nota zorgt verder voor een verankering van de eerste lijn en de rol van de huisarts daarin", vindt dr. Hueting. Maar daar komen we op het grote pijnpunt: "Alles staat of valt wel met een gedeeld zorgdossier. Het is heel goed dat men daarover nadenkt. Maar als de informaticatoepassingen niet gauw volgen blijft het bij dromen. De overheid maakt wel plannen, maar komt al te vaak de eigen beloften niet na - denk maar aan de elektronische GMD-verlenging.""Men zou het best eerst de lessen leren uit de proeven met de zorgtrajecten. Het opzet was dat de software enkele - correct geregistreerde - gegevens verzamelt en ze doorgeeft om er iets nuttigs mee te doen. Maar dat mag zeker geen extra werk betekenen voor de arts. En dat is bij de 'datacollectie' in 2012 wel duidelijk in het honderd gelopen."Softe echelonnering "Belangrijk is een soepele samenwerking tussen de eerste, de tweede en de derde lijn. De tweede en de derde lijn staat daarbij ten dienste van de patiënt -niet ten dienste van de huisarts zoals het programma van een concurrerend syndicaat stelt."Kartel is voor een uitbreiding van de softe echelonnering." De patiënt gaat op verwijzing naar de specialist en niet op eigen houtje. Het grote bezwaar tegen de softe echelonnering is de papierwinkel. Maar MyCareNet moet daar een uitstekende oplossing voor kunnen bedenken."Zorg voor chronische patiënten zal worden vergemakkelijkt door transmurale zorgpaden, waarbij men komt tot taakafspraken: de juiste zorg door de juiste persoon. De implementatie van een zorgpad in de eerste lijn is, in overleg met de huisartsenkring, een opdracht op maat van de LMN's."De grenzen tussen eerste, tweede en derde lijn vervagen in de chronische zorg, omdat de patiënten geregeld ook specialistische zorg nodig hebben. Een gemengd syndicaat is goed geplaatst om de coördinatie daarvan te bekijken."Het model 'zorgtrajecten' "Zorgtrajecten waren een model van shared care voor twee pathologieën, experimenten om tot multidisciplinaire samenwerking te komen", zo stelt Hueting. "En uit experimenten moet je leren. Wat we geleerd hebben, is dat 'het veld' de zorgtrajecten ervaart als een te grote administratieve belasting. En de grote reden daarvan is dat de beloften omtrent informatisering niet zijn nagekomen.""MyCareNet zou het elektronisch afsluiten van contracten mogelijk maken, maar MyCareNet staat op dat vlak nog altijd nergens. Tussen de actoren in het traject lang elektronische weg gegevens delen is ook nog steeds niet mogelijk. Dat is wel een groot manco. En dan, zoals we al hebben vermeld, liep ook de datacollectie voor de evaluatie niet naar behoren. Vandaar ook dat we zeggen: begin in hemelsnaam niet aan het systematisch uitbouwen van de chronische zorg zonder dat je eerst die zaken oplost."Goed vertrekpunt Maar aan de zorgtrajecten zitten heel positieve zaken vast, stelt Hueting vast. "Als men de informaticaproblemen maar zou oplossen. De aanvankelijk weerstand van artsen tegen LMN's is ondertussen weggevallen. Ze gaan nu over naar de gemeenschappen, maar we hopen dat ze behouden worden.""Ze zijn nu het verlengstuk van de zorgtrajecten, maar ze kunnen een bredere opdracht aan. De LMN's zijn bijvoorbeeld het ideale niveau om een zogenaamde case manager aan te stellen. Die kan de patiënt en de huisarts eventueel bijstaan in erg complexe gevallen van een patiënt met verschillende moeilijke aandoeningen. Voor steeds meer pathologieën zouden zorgpaden ontwikkeld worden."Ziekenhuizen en samenwerking: registratie en MOC Voor Kartel moeten samenwerking en taakafspraken tussen ziekenhuizen van onderuit tot stand komen. "Transmurale zorgpaden moeten helpen de opnameduur zo beperkt mogelijk te houden. Er groeit wel een behoefte aan zogenaamde 'zorghotels'. Daar kunnen patiënten terecht die vooral nog verpleging nodig hebben, maar geen echte ziekenhuiszorg.""Zogenaamde centralisatie is nuttig voor echt zeldzame aandoeningen zoals bepaalde oogtumoren of kinderoncologie. Uit onderzoek van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen is vooral gebleken dat er (over de aanpak en de uitkomst van oncologische aandoeningen) onvoldoende gegevens beschikbaar zijn, en dat het Multidisciplinaire Oncologische Consult onderbenut wordt.""Een beter gebruik van het MOC, betere gegevensuitwisseling en adequatere registratie zijn dan ook het eerst aangewezen. Uit het KCE-rapport over slokdarm- en maagkankers blijkt eigenlijk vooral dat doorverwijzing van complexe aandoeningen ook nu al plaatsvindt. De overheid moet maar niet overdreven gaan regulariseren."Specialist is het best in het ziekenhuis "Voor Kartel is een centraal punt dat specialisten in het ziekenhuis thuishoren. Specialisten die extramuraal gaan werken, dreigen vaker op het terrein te komen van de huisarts. Werken in het ziekenhuis moet beter 'verloond' worden."Voor de poliklinische zorg moeten specialisten beter in staat zijn om te werken op een coöperatieve basis. Dat stelt hen ook in staat later de vruchten te plukken van hun eigen investeringen.