"De 'sociaal belangrijke kankers' worden in de Verenigde Staten door de publieke opinie en de vrijgevige donateurs kennelijk niet altijd in dezelfde mate gesteund", schrijft StopDarmkanker-boegbeeld en gastro-enteroloog Luc Colemont in zijn recentste blogartikel. Hij wijst op de verschillen tussen de VS enerzijds en Europa en België anderzijds, maar volgens hem zou het niet verwonderlijk zijn moesten de resultaten voor ons land in dezelfde lijn liggen.

De auteurs van de studie onderzochten in welke mate bepaalde kankers méér of minder financieel gesteund worden en vergeleek dit met de incidentie, de mortaliteit en het verlies aan levensjaren met betrekking tot de verschillende types van kanker.

Ze analyseerden hiervoor de financiële gegevens van 119 NGO's actief in de bestrijding van kanker. Voor 2015 bedroeg het totale inkomstenplaatje 6 miljard dollar.

Van kankerspecifieke ngo's, waren de kankertypes met de meeste inkomsten borstkanker ($460 miljoen of 33,2% ), leukemie ($201 miljoen of 14,5%), kinderkanker ($177 miljoen of 12,8%) en lymfeklierkanker ($145 miljoen of 10,5%). Zij werden allen goed ondersteund in relatie tot hun incidentie, sterftecijfer en het verlies aan levensjaren, zo stelden de onderzoekers vast.

Dit in tegenstelling tot darmkanker (totale inkomsten $18 miljoen), gynaecologische kankers (samen $33,8 miljoen), hersenkanker ($17 miljoen) en longkanker ($92 miljoen) die in verhouding tot bovengenoemde criteria eerder weinig ondersteund werden.

Verder stelden de auteurs vast dat kankers die geassocieerd worden met gedrag waarrond een stigma hangt (roken, alcoholmisbruik, overmatige blootstelling aan de zon, ...), minder inkomsten binnenhaalden in relatie tot minimum twee van deze criteria.

"Het is natuurlijk erg moeilijk uit te maken wat de 'algemene' NGO's specifiek spenderen aan de individuele kankertypes", merkt Luc Colemont op.

"De rol van 'kankermarketing' en de rol van sociale media campagnes kunnen het brede publiek misschien helpen om de balans wat meer in evenwicht te brengen", besluit hij.

"De 'sociaal belangrijke kankers' worden in de Verenigde Staten door de publieke opinie en de vrijgevige donateurs kennelijk niet altijd in dezelfde mate gesteund", schrijft StopDarmkanker-boegbeeld en gastro-enteroloog Luc Colemont in zijn recentste blogartikel. Hij wijst op de verschillen tussen de VS enerzijds en Europa en België anderzijds, maar volgens hem zou het niet verwonderlijk zijn moesten de resultaten voor ons land in dezelfde lijn liggen.De auteurs van de studie onderzochten in welke mate bepaalde kankers méér of minder financieel gesteund worden en vergeleek dit met de incidentie, de mortaliteit en het verlies aan levensjaren met betrekking tot de verschillende types van kanker.Ze analyseerden hiervoor de financiële gegevens van 119 NGO's actief in de bestrijding van kanker. Voor 2015 bedroeg het totale inkomstenplaatje 6 miljard dollar.Van kankerspecifieke ngo's, waren de kankertypes met de meeste inkomsten borstkanker ($460 miljoen of 33,2% ), leukemie ($201 miljoen of 14,5%), kinderkanker ($177 miljoen of 12,8%) en lymfeklierkanker ($145 miljoen of 10,5%). Zij werden allen goed ondersteund in relatie tot hun incidentie, sterftecijfer en het verlies aan levensjaren, zo stelden de onderzoekers vast.Dit in tegenstelling tot darmkanker (totale inkomsten $18 miljoen), gynaecologische kankers (samen $33,8 miljoen), hersenkanker ($17 miljoen) en longkanker ($92 miljoen) die in verhouding tot bovengenoemde criteria eerder weinig ondersteund werden.Verder stelden de auteurs vast dat kankers die geassocieerd worden met gedrag waarrond een stigma hangt (roken, alcoholmisbruik, overmatige blootstelling aan de zon, ...), minder inkomsten binnenhaalden in relatie tot minimum twee van deze criteria. "Het is natuurlijk erg moeilijk uit te maken wat de 'algemene' NGO's specifiek spenderen aan de individuele kankertypes", merkt Luc Colemont op. "De rol van 'kankermarketing' en de rol van sociale media campagnes kunnen het brede publiek misschien helpen om de balans wat meer in evenwicht te brengen", besluit hij.