...

Een symposium van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België (KAGB) bekeek de functie van universitaire ziekenhuizen in het veranderende zorglandschap. De UZ's hebben heel wat troeven, weten de uiteenlopende sprekers. Als opleidingscentra voor zorgberoepen bijvoorbeeld, en als broedplaatsen voor onderzoek. Multidisciplinair werken zit deze ziekenhuizen in het bloed. "Met 15% van de markt verrichten ze 80% van het klinische onderzoek in het land", weet professor Marc Noppen (UZ VUB)."Uniek voor universitaire ziekenhuizen is de link met de medische faculteit en met andere kennisdomeinen", stelt Eric Mortier (UZ Gent). "De nabijheid van moleculair biologen, ingenieurs, fysici, wiskundigen vormt een kapitaal dat je in andere ziekenhuizen niet aantreft." En dat kapitaal heb je nodig om nieuwe medische inzichten te vertalen naar de klinische praktijk. "De vijfjaarsoverleving bij longkanker is de laatste decennia niet zo sterk gestegen als we wilden." Met translationele geneeskunde leveren de universitaire ziekenhuizen een cruciale bijdrage tot de zorg.BedreigingenMaar de positie van de UZ's is bedreigd. Er is een groot verloop van het personeel. "Vooral artsen tussen 45 en 50 jaar die op de top van hun carrière staan, kampen met de verleiding andere horizonten te herkennen", stelt Mortier. Volgens de literatuur zou zelfs tot 40% overwegen het ziekenhuis te verlaten. En daar zijn verschillende redenen voor. Mortier richt zich tot Bert Winnen, de kabinetschef van minister De Block: "U bent gewoon dat, wanneer u ons hoort, we om geld vragen. En ik maak voor deze keer geen uitzondering." Qua financiering hinken de Belgische universitaire ziekenhuizen internationaal gezien achterop. Het hoofdstuk B7 bedraagt 4,6% van het budget. In de andere Europese landen krijgen ziekenhuizen vaak veel meer.En er is bovendien een tendens om de structurele financiering te vervangen door een projectmatige. Volgens Eric Mortier verplicht dat universitaire artsen hun tijd te steken in administratie om hun projecten erdoor te krijgen, vaak met weinig kans op slagen. En binnen een project hebben onderzoekers vaak ook minder onafhankelijkheid.ZiekenhuisnetwerkenDaarnaast is er de ontwikkeling van het zorglandschap, en de rol van netwerking daarin. Netwerking is belangrijk, onderstreept Marc Noppen, in de meeste ontwikkelingen in de gezondheidszorg neemt het concept van netwerking een centrale plaats in. Maar de manier waarop de netwerking van ziekenhuizen momenteel in België wordt opgevat, brengt voor de universitaire ziekenhuizen onzekerheid met zich. De hooggespecialiseerde, supraregionale opdrachten zijn in de plannen van minister De Block immers niet noodzakelijk gereserveerd voor de universitaire ziekenhuizen - ook algemene ziekenhuizen kunnen referentiecentra worden. De universiteiten vragen dat specifiek universitaire supraregionale opdrachten worden afgebakend.Minister Maggie De Block kwam zelf haar plannen verdedigen. Het klopt dat ook algemene ziekenhuizen referentiecentra kunnen worden voor hooggespecialiseerde taken. Maar dat er tot nog toe geen invulling is gekomen van de specifiek universitaire functie, wijt ze aan tijdgebrek: "De uitwerking van een organiek kader voor de ziekenhuisnetwerken was prioritair. Daardoor blijft het momenteel wat stil rond de universitaire functie. Maar ik kan u verzekeren dat dit ook een werkpakket is binnen de hervormingsplannen." De minister gaf daarnaast aan dat ze een advies nodig had van de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen over de afbakening van locoregionale en supraregionale zorgtaken - een advies dat nu binnen is. Dat was vereist om de volgende stappen te kunnen zetten.Verder verloopDaarbij gaf de minister ook aan wat ze verwacht van de universitaire ziekenhuizen nu: "Ik roep de UZ's op om duidelijke onderlinge afspraken te maken over de tertiaire en quaternaire zorg. Sommige aandoeningen zijn zo zeldzaam en bepaalde behandeltechnieken zo beperkt inzetbaar, dat het onverantwoord zou zijn dat zorgaanbod in alle zeven universitaire centra te installeren. Het is de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de UZ's om hierover na te denken en bottom-up oplossingen aan te reiken."Wat de stand van zaken betreft, gaf de minister aan dat de tekst van het wetsontwerp voor de ziekenhuisnetwerken al voor een eerste keer binnen de schoot van de regering besproken is. In november moet de Interministeriële Conferentie gezondheidszorg over dit voorstel ook de violen stemmen. De deelstaten zullen de netwerken immers normeren en erkennen. Maar vandaag zitten de verschillende overheden nog niet helemaal op dezelfde lijn. Volgens Maggie De Block zou het een grote vergissing zijn als men nu het momentum voor de hervorming zou missen. Deze hervorming is van levensbelang voor de ziekenhuizen, waarvan een derde volgens het laatste Maha-rapport in de rode cijfers zit.Wetgeving te beperkendIeder ziekenhuis moet lid worden van een locoregionaal netwerk - ook de universitaire ziekenhuizen, die onder meer als opleidingscentra ook deel blijven uitmaken van de basiszorg, aldus de minister nog. Maar professor Johan Kips (Erasmus Ziekenhuis Brussel) valt over een bepaling in het voorlopige wetsontwerp over de ziekenhuisnetwerken (artikel 10): een universitair ziekenhuis, als lid van een locoregionaal netwerk, zou maar met hooguit één ander ziekenhuis kunnen samenwerken dat dezelfde supraregionale diensten aanbiedt. Hij vindt dat dit de universitaire ziekenhuizen te zeer beperkt.Volgens kabinetschef Bert Winnen houdt die bepaling in het ontwerp een referentiecentrum zoals een UZ niet tegen om voor supraregionale opdrachten samen te werken met meer dan één of twee locoregionale netwerken. Maar ook jurist Stefaan Callens heeft bedenkingen bij deze bepaling van de wet: volgens hem kan ze in strijd zijn met de Europese wetgeving, en botst ze in ieder geval met de intentie van Europa om ook grensoverschrijdende referentienetwerken te vormen.Inhoudelijke hervormingAcademielid en hoogleraar huisartsgeneeskunde Joke Denekens wil de discussie graag inhoudelijk opentrekken. Ze vroeg zich af of de geplande transitie ook niet het moment is om ziekenhuizen te herschikken langs de lijnen van de zorgpaden, waar verschillende specialismen met elkaar overlappen, in plaats van per specialisme. Volgens haar moeten de universitaire ziekenhuizen in die ontwikkeling de leiding moeten nemen. Ze verwijst naar de hervorming in het Karolinska Institutet (zie AK 2509).De vertegenwoordigers van de universitaire ziekenhuizen vielen haar bij. Volgens Johan Kips moeten de universitaire ziekenhuizen het voortouw nemen in de uitbouw van de geïntegreerde zorg, over de muren van het ziekenhuis heen. Marc Noppen wees erop dat een horizontale uitbouw van de zorg evenwel nog veel ingrijpender gevolgen zal hebben voor de organisatie en de financiering.