...

Maar ze staan wel met beide voeten in de Vlaamse klei. Telkens weer is er de confrontatie met de onwaarschijnlijk stuntelige manier waarop de derde betaler in de praktijk vaak (niet) werkt. Wil de overheid voorkomen dat het draagvlak helemaal aan diggelen gaat, dan moet de regeling aan een aantal randvoorwaarden voldoen. Nu! Honoraria pas na een maand uitbetalen, het is onaanvaardbaar. En administratieve perikelen bezorgen elke rechtgeaarde huisarts grijs haar. Ze krijgen zo het gevoel grip te verliezen. Een absolute prioriteit voor de overheid moet dus een soepele, feilloos werkende regeling derde betaler zijn. Een grote meerderheid is tegen de uitbreiding omdat dit de ziekteverzekering 25 miljoen extra kost. Merkwaardig. Onlangs bleek dat 7% van de Belgen de jongste vijf jaar geen huisarts zag. Een grote groep patiënten wordt nu niet bereikt. Een veralgemening brengt hier wellicht deels soelaas. Mooi meegenomen is bovendien de extra injectie in de financieel ondergewaardeerde huisartsgeneeskunde. Allicht uit vrees voor medische overconsumptie geldt de kostprijs bij Jan met de Stethoscoop als een argument contra. Ten onrechte. Verder. Veralgemening kan een meer getrapte gezondheidszorg bevorderen. Moduleer remgelden naargelang de patiënt overdag, 's avonds, 's nachts, in het weekend... op consultatie komt en koppel dat aan een remgeld/forfait op de spoed. Het responsabiliseert de patiënt en wijst hem de weg doorheen het zorglabyrint. Tot slot. De enquêteresultaten vertonen een belangrijke bias. Eentje waarmee politici best rekening houden. Het leeuwendeel van de respondenten is man en 50-plus. Oudere artsen verrichten nog steeds bergen werk en hun boodschap is duidelijk. Onder de huidige omstandigheden pikken ze een veralgemeende regeling niet. Politici en academici: knoop het in uw oren!