...

Aanleiding voor deze doctoraatsthesis en de keuze voor dit onderwerp was de vraag - intussen tien jaar geleden - van zijn vroegere opleider, Prof. De Schepper (universiteit Antwerpen), om de radiologieverslagen op de dienst eens kritisch onder de loep te nemen.Jan Bosmans deed dat en het leidde tot een publicatie in het Belgisch Tijdschrift voor Radiologie. "Besluit was dat de kwaliteit van de verslagen in het algemeen redelijk maar niet schitterend was", aldus Jan Bosmans. "En dat in dit domein nog veel onderzoek mogelijk was." Van het n kwam het ander. En uiteindelijk stelde Bosmans voor er een doctoraatsthesis over te maken. Meer in het bijzonder zou hij daarvoor nakijken of gestructureerd verslaan waardevoller is dan verslaan in vrije tekst, en hoe verwijzende clinici en radiologen hierover denken. "Tegelijk wilde ik nagaan of een aantal mythes over de radiologie en de verslaggeving inderdaad kloppen. Is het bijvoorbeeld juist dat clinici het radiologieverslag nauwelijks lezen? Dat je als clinicus aan de radioloog beter niet te veel vertelt omdat hij dan minder goed naar de beelden zou kijken? Of nog, dat je als clinicus beter dan de radioloog beelden uit je eigen domein kunt interpreteren?" Grootschalig onderzoek Een grootschalige studie, waaraan zowel radiologen en clinici uit Vlaanderen en Nederland deelnamen, werd op poten gezet. Meer dan 4.000 artsen kregen een aantal statements voorgelegd. Een kleine 900 hebben geantwoord in hoeverre ze akkoord/niet akkoord waren met deze stellingen. Het gerenommeerde vakblad Radiology publiceerde de resultaten van dit grootschalige onderzoek - volgens Jan Bosmans het grootste ooit in deze materie. "Bleek dat 90% van de clinici het radiologieverslag onmisbaar vinden voor een goede praktijk, en dat 60% zichzelf niet beter achtte dan de radioloog om de beelden uit hun eigen domein te interpreteren. Twee mythes waren dus meteen ontkracht."Bovendien waren bijna alle clinici en radiologen de mening toegedaan dat een aanvraag voor een radiologisch onderzoek adequate klinische informatie en een duidelijke klinische vraag moet bevatten. En zeker voor ingewikkelde onderzoeken gaven clinici en radiologen de voorkeur aan een gestructureerd verslag. "Clinici waren hier iets vaker voor te vinden dan radiologen." Wat er volgens Jan Bosmans op wijst dat radiologen nogal gehecht zijn een hun klassieke gewoontes van verslagen schrijven. En dan was er nog de vaststelling dat heel wat clinici ervan uitgaan dat radiologen alleen hebben gekeken naar de organen waar ze effectief ook iets over vermelden in hun verslag.Jan Bosmans dringt er in ieder geval op aan dat er in de toekomst meer aandacht zou zijn voor 'het leren verslaan' in de radiologenopleiding. Vlaanderen-Nederland Behalve de studie die in Radiology is verschenen, voerde Bosmans nog enkele kleinere studies. "E ervan leerde dat het Vlaamse en het Nederlandse radiologieverslag nogal verschillen in lengte en ook qua structuur." Niet oninteressant zijn ook de resultaten van een focusgroep die Jan Bosmans enkele jaren geleden organiseerde naar aanleiding van een Europees congres. Radiologen uit acht verschillende landen wisselden in de focusgroep van gedachten over de haalbaarheid om gestructureerde verslaglegging door te voeren, en over de grootste te verwachten obstakels. "Hieruit is gebleken dat radiologen in het algemeen wel openstaan voor deze evolutie, maar dat het wellicht moeilijk wordt tot een consensus te komen over hoe een dergelijk gestructureerd verslag er uiteindelijk zal uitzien. Onmogelijk kan het volgens de radiologen echter niet zijn. Wel zullen dergelijke diepgaande hervormingen tijd vragen. En misschien moet er een generatie overgaan." In de rand van zijn doctoraat, heeft Jan Bosmans tot slot nog de volgende wens: "Ik zou het bijzonder waarderen als we inspanningen doen om tot een correct Nederlandstalig lexicon te komen, waarbij we de Franstalige terminologie of afgeleiden ervan vervangen door correcte en eenduidige Nederlandstalige terminologie. Het zou ook een belangrijke stap kunnen zijn naar een betere afstemming tussen de Vlaamse en Nederlandse terminologie. De grens tussen Nederland en Vlaanderen wordt nu eenmaal steeds poreuzer voor artsen zowel als voor patiten. In het UZ Antwerpen bijvoorbeeld hoor je in alle wachtruimten de Hollandse variant van het Nederlands. Toch gebruiken Vlaanderen en Nederland vaak niet dezelfde terminologie. Voor een huisarts in Nederland die een ontslagbrief of een radiologieverslag uit Vlaanderen krijgt, is dat niet altijd eenvoudig", aldus Jan Bosmans die heirin verandering wil brengen. Morgen verdedigt Bosmans zijn doctoraatsthesis aan de Universiteit Antwerpen.