...

Bij 136 patiënten die antidepressiva innamen werd nagegaan of de diagnose depressie terecht was. 1 op 5 bleek geen depressie te hebben. De onderzoekster kwam tot die conclusie door deze patiënten een wetenschappelijke, gestandaardiseerde vragenlijst voor te leggen. Ze interviewde ook dertig (sic!) huisartsen en slechts drie van hen gebruikten een dergelijke vragenlijst om de diagnose van depressie te stellen.Wij hebben hierbij de volgende bedenkingen:- Met alle respect voor de studie en de onderzoekster, maar wat betekenen 136 patiënten? En een interview van maar dertig huisartsen? Vlaanderen telt er meer dan 8000. Hoe statistisch relevant is dat? Kan je op die manier tot een valabele conclusie komen? Hoe correct en volledig is die informatie dan nog ? Was de gebruikte vragenlijst gevalideerd, hoe sensibel en hoe specifiek was hij? Hoeveel vals negatieve en vals positieve diagnoses leverde hij? Er zijn evengoed studies (bovendien evidence based) die aantonen dat het gebruik van uitgebreide scorelijsten in de eerste lijn niet veel meerwaarde biedt (referentie Minerva 2008). Uiteraard zijn wij als huisarts gebaat met een wetenschappelijke aanpak en gestandaardiseerd diagnosticeren en behandelen. En natuurlijk staan we open voor meer opleiding in het begeleiden van onze psychiatrische patiënten.- Maar vooral: sinds wanneer wordt een diagnose gesteld, louter aan de hand van een vragenlijst? Dan zou de diagnose van depressie wel heel gemakkelijk zijn : geen huisarts, psycholoog of psychiater meer nodig! Vragenlijsten zijn een handig hulpmiddel op voorwaarde dat ze praktisch bruikbaar zijn en gevalideerd, maar nooit vertellen ze het ganse plaatje. Een patiënt is niet te herleiden tot een simpele optelsom van cijfertjes van een vragenlijst. Dergelijk simplistisch denken hoort thuis in de "boekskes".De huisarts begeleidt de patiënt van de wieg tot het graf. Hij/zij kent de voorgeschiedenis van de patiënt, de familieverbanden, de gevoeligheden , de individuele kwetsbaarheid. Dat biedt een onmiskenbare meerwaarde waarbij een vragenlijst verbleekt.Als huisarts worden we inderdaad geconfronteerd met toenemende psychische problemen. Zowel de druk van een steeds meer eisende consumptiemaatschappij als de toenemende prestatiedruk, zowel familiaal, als op school en op het werk (zelfs in sportclubs) vergen een grote tol. Maar evenzeer is de individuele mens in fout: iedereen streeft naar een onhaalbare perfectie. Men wil niet ziek of zwak zijn, het leven moet in al zijn volheid gulzig geleefd worden. De mensen willen oud worden maar willen het niet zijn.Als huisarts zijn we daar voortdurend getuige van. Kunnen wij dit allemaal blijven opvangen? Er is nood aan meer ondersteuning en de mogelijkheid tot vlotte doorverwijzing in de eerste lijn. Voor een groot deel van de psychische problemen zou dit al kunnen volstaan (mits laagdrempelig, vlot toegankelijk en terugbetaald).Blijven de echte depressies, die los je niet op met een luisterend oor en een empathisch schouderklopje. De huisartsen hebben in de nieuwe antidepressiva ( SSRI's) met weinig nevenwerkingen en een relatief vlugge werking, een trouwe bondgenoot gevonden. De onderzoekster zegt dat huisartsen druk ervaren van patiënten om antidepressiva voor te schrijven. Dit is fout. Liekens verwart hier slaapmiddelen en tranquillizers (waar wel veel vraag naar is ) met antidepressiva. De praktijk leert dat het vooral veel moeite kost om de patiënt te overtuigen dat een antidepressivum hem beter zal maken. (Het stigma van de psychiatrische patiënt is de wereld nog niet uit.)Ook hier gaan medicamenteuze en psychotherapeutische behandeling hand in hand .Maar dit is helemaal niet vanzelfsprekend . De juiste psychotherapeut vinden is geen sinecure. Te lange wachtlijsten en het niet terugbetaald zijn van de honoraria van de psychotherapeuten belemmeren een vlotte doorstroming.Tenslotte moet ons dit nog van het hart : Vlaanderen heeft het hoogste zelfmoordcijfer van Europa. Hoeveel depressies zijn er hier onbehandeld gebleven?!Daarom willen wij hier vooral een lans breken voor elke hard werkende, empathische en luisterende huisarts, die het beste voor heeft met zijn patiënten. De huisarts die naast zijn/haar zorg voor de geriatrische patiënt, de palliatieve, de chronisch zieke etc. ook nog de eerste opvang wil bieden voor het psychisch leed van zijn patiënt. Een bijzonder tijdsintensieve onderneming met vaak weinig rendement. De huisarts die beseft dat hij/zij er grotendeels alleen voor staat en zich hierdoor onmachtig voelt. De huisarts die de lijdensdruk van de patiënt en zijn familie, de lange wachtlijsten, de niet terugbetaalde honoraria probeert op te vangen door wat hij/zij, met inzet van buikgevoel, het beste vindt op dat moment, voor die bepaalde patiënt. De huisarts die met ongenuanceerde conclusies het respect niet krijgt dat hij/zij verdient.