Na het overlijden van een patiënt hebben diens naasten inzage in het patiëntendossier - voor zover hun verzoek voldoende gemotiveerd en gespecificeerd is en de patiënt zich hiertegen niet uitdrukkelijk heeft verzet. Een arrest van het Hof van beroep van Antwerpen werpt licht op die bepalingen.
...
Artikel 9 § 4 van de Wet Patiëntenrechten bepaalt dat na het overlijden van de patiënt, diens echtgenoot, wettelijk samenwonende partner, partner en de bloedverwanten tot en met de tweede graad van de patiënt, via een door de verzoeker aangewezen gezondheidszorgbeoefenaar, recht hebben op inzage in het patiëntendossier - voor zover hun verzoek voldoende gemotiveerd en gespecificeerd is en de patiënt zich hiertegen niet uitdrukkelijk heeft verzet. Deze bepaling heeft nog niet vaak aanleiding gegeven tot rechtspraak.Ongezondheid van geestIn een arrest* van het Hof van beroep te Antwerpen van 18 juni 2024 wordt aan dit artikel heel wat aandacht besteed. De aanleiding van dit arrest was de betwisting van een testament door een oom van de opsteller ervan, wegens zogenaamde 'ongezondheid van geest'. Om die vordering te ondersteunen had de advocaat van deze oom inzage gevraagd in het patiëntendossier van de opsteller op grond van de geciteerde bepaling. Hoewel die bepaling het enkel heeft over inzage, en niet over een afschrift van het dossier, had deze oom blijkbaar ook een 'attest' uit het dossier in handen gekregen. In de rechtsleer is er wel enige discussie of dit wel kan, maar hierop gaat het Hof niet in.Uitdrukkelijk verzet tegen inzage vereistDe begunstigde van het testament betwiste dat de oom wel inzage kon krijgen in het dossier omdat hij door de opsteller van het testament zou zijn onterfd. Dat zou een vorm van verzet tegen de inzage impliceren. Het Hof gaat niet mee in die redenering: enkel de patiënt die, meerdere keren, mondeling en schriftelijk de wil uitdrukte om definitief de relatie met zijn naast familielid te verbreken, bevestigt ondubbelzinnig de expliciete wil om zich te verzetten tegen elke inmenging van dit familielid in zijn privéleven en, bijgevolg, tegen elk toegangsrecht voor deze bloedverwant tot zijn gegevens met een persoonlijk karakter, ook na zijn dood.Verzoek door een advocaatDat het verzoek tot inzage uitging van de raadsman van de oom, tast de rechtsgeldigheid van deze inzage evenmin aan: een advocaat geniet van een wettelijk vermoeden van volmacht op grond waarvan deze ook handelingen kan stellen, als lasthebber van zijn cliënt.Inzage via de behandelende artsDat de beroepsbeoefenaar via wie de inzage gebeurde destijds de behandelende arts was of zou zijn van de overledene, vormde voor het Hof evenmin een reden om het betwiste attest niet te beschouwen als een bewijsmiddel. Deze arts heeft zijn beroepsgeheim niet geschonden door de inzage toe te staan vermits de Wet Patiëntenrechten dit niet uitsluit.Beoordeling van de gezondheid van geest door een notarisHet Hof geeft ook nog mee dat een notaris niet medisch geschoold is en niet bij machte is om op doorslaggevende wijze de gezondheid van geest te beoordelen van de opsteller van een testament in de mate dat er geen ogenschijnlijk manifeste tekenen wijzen op de ongezondheid van geest. *Gepubliceerd in het Rechtskundig Weekblad van 11 januari 2025