...

Artsen die toetreden tot het akkoord en zich houden aan de met de ziekenfondsen en de overheid afgesproken tarieven, krijgen in ruil daarvoor een bedrag voor hun pensioenopbouw - wat het 'sociaal statuut' wordt genoemd. Vanaf dit jaar zou het recht op dit bedrag tevens afhankelijk worden van een (klinische) minimumactiviteit (zie ook AK2418 en AK2419)..De intentie om die mininumactiviteitsdrempem in te voeren, werd opgenomen in het akkoord artsen-ziekenfondsen 2013-2014. Het toekennen van het sociaal statuut aan minder artsen maakt het mogelijk deze beloning voor het respecteren van de overeengekomen tarieven te verhogen.Maar pas in november 2015 keurde het Verzekeringscomité op voorstel van de Nationale Commissie een methode goed om die mininumactiviteit te bepalen. Het KB die deze regeling moet invoeren verscheen heden nog niet in het Staatsblad. Artsen moeten vóór 26 februari wel beslissen of ze toetreden tot het akkoord of niet. Omdat de thans geldende voorwaarden duidelijk moeten zijn, is besloten dit jaar geen nieuwe regeling meer in te voeren. Een activiteitsdrempel voor het sociaal statuut komt er pas in 2017.Ook stelt het Riziv op zijn website dat er nog steeds enkele vragen open staan over de regeling, waar de Nationale Commissie eerst nog een antwoord zal moeten op geven.