...

INVO (intravaginal culture of oocytes) werd ontwikkeld als een minder duur alternatief voor IVF. Het verschil met IVF is dat de bevruchting en de eerste stappen van de embryonale ontwikkeling plaatsvinden in een gasdoorlaatbare capsule, die in de vagina wordt geplaatst. Omdat de vagina als incubator dienstdoet, hoeft men geen gebruik te maken van de dure luchtzuiveringsapparatuur waarover IVF-laboratoria beschikken. Na een vijftal dagen worden de embryo's in de baarmoeder aangebracht.De techniek kwam vorige week in het nieuws nadat ze was gebruikt bij een lesbisch koppel. De eiceldonor had de INVO-capsule gedragen, de andere partner voltooide achteraf de zwangerschap. Op die manier voelde beiden zich sterker bij het gebeuren betrokken.Een zoekopdracht in PubMed met als zoekterm 'INVOcell' (de commerciële naam van de capsule) levert vier hits op, waarvan de recentste een studie uit 2016 betreft. De vergelijkende studies vinden een lager aantal embryo's die in aanmerking komen voor transfer naar de baarmoeder. Een kleinschalig, gerandomiseerd onderzoek meldt een iets lager percentage levende geboorten met INVO dan met de klassieke IVF, maar het verschil was niet significant. Na 2016, niets meer op PubMed. Maar in de pers was er dus wel het verhaal van het koppel dat vijf maanden geleden een gezonde zoon op de wereld zette, onder de hoede van één van de auteurs die worden aangegeven in PubMed. Wat gedacht van deze techniek, die bij ons amper of niet besproken wordt? Voor prof. Petra De Sutter (hoofd van de afdeling Reproductieve geneeskunde, UZ Gent, foto) zit er alvast geen toekomst in. "Dergelijke systemen bestaan al lang, en hebben nooit de resultaten van IVF zelf kunnen evenaren", zegt ze. "Allicht daarom dat ze niet doorbreken. Bij mijn weten worden ze dan ook zo goed als nergens gebruikt, behalve in een commerciële context, zoals in de link die u me doorstuurde."Lees ook 'Twee zwangere vrouwen voor één kind' in Artsenkrant van 9 november.