De ministerraad keurde een ontwerp-KB goed voor de planning van het medisch aanbod. Daarmee regelt het de 'contingentering' voor het jaar 2018. Ook de mininimumquota van enkele specialismen worden in de toekomst opgetrokken, met de bedoeling enkele opvallende behoeften te lenigen.
...
De ministerraad keurde een ontwerp-KB goed voor de planning van het medisch aanbod. Daarmee regelt het de 'contingentering' voor het jaar 2018. Ook de mininimumquota van enkele specialismen worden in de toekomst opgetrokken, met de bedoeling enkele opvallende behoeften te lenigen.Het aantal artsen dat tot de klassieke medische specialisaties wordt toegelaten, wordt in 2019 en 2020 behouden op het peil van 2015 tot 2017. Van 2015 tot 2020 zouden er in België in totaal 1.230 huisartsen en specialisten toegang krijgen tot de vakopleiding, waarvan 738 in de Vlaamse (Nl) en 492 in Waalse gemeenschap (Fr).De uitzondering is 2018: dan vangen twee lichtingen artsen hun specialisatiejaren aan. Degene die de klassieke zevenjarige opleiding hebben gevolgd, en zij die als eersten het verkorte zesjarige curriculum hebben doorlopen. De regering heeft voor dit jaar de bovenvermelde cijfers voor de contingentering gewoon verdubbeld. Het probleem van het aantal beschikbare opleidingsplaatsen is daarmee duidelijk, maar niet opgelost.MinimumquotaDe cijfers werden overgenomen van de Planningscommissie. Zo ook het voorstel om de minimumquota voor een aantal specialismen op te trekken. Met name zouden er in 2018 minstens 800 huisartsen moeten worden opgeleid, en in 2019 en 2020 telkens 400 (resp. 480 en 240 Nl, en 320 en 160 Fr). Ter vergelijking: tot 2014 bedraagt het minimumquotum voor huisartsen 300 (180 Nl, 120 Fr) en tussen 2015 en 2017 zouden er jaarlijks minstens 360 geneeskundestudenten hun specialisatie huisartsgeneeskunde moeten beginnen (216 Nl en 144 Fr). Ook voor kinderpsychiatrie, acute geneeskunde en urgentiegeneeskunde bestaan er minimumquota. Dat van kinderpsychiaters blijft in 2019 en 2020 vastliggen op 20 (in 2018 het dubbel). De minimumquota voor acute geneeskunde en urgentiegeneeskunde worden opgetrokken: van tien naar twintig voor acute geneeskunde, en van vijf naar tien voor urgentiegeneeskunde (in 2018 respectievelijk 40 en 20). Het minimumquota voor geriaters bedraagt 20 vanaf 2019, en voor 2018 geldt het dubbel daarvan.Globale hervormingDe regering vraagt de Planningcommissie ook de minimumquota voor volwassenpsychiatrie en endocrinologie te verhogen. De Planningcommissie moet zich bovendien buigen over een globale hervorming van het systeem.