Dokter Jan Van Hollebeke, huisarts in Oostkamp, loopt vaak. Ook in het veld, maar zijn hart ligt bij de marathon.
...
Ik word 47, de tijd van de heftige competitie ligt wat achter de rug, zegt dokter Jan Van Hollebeke, huisarts in praktijk De Bron in Oostkamp. 'Maar ik loop af en toe wedstrijden van zes à zeven kilometer in de cross in mijn leeftijdscategorie. Maar mijn grote passie is het marathonlopen. Toen onze dochter één jaar werd, tien jaar geleden, ben ik daarmee begonnen. Ik was minder gezond, woog een twintigtal kilo meer dan nu - ik neigde naar de 100 kilo en kreeg wat last van reflux. Toen ik daar een opmerking over kreeg, was dat toch wel een extra prikkel om er iets aan te doen.Na drie jaar liep ik mijn eerste marathon. Ik heb er nu, denk ik, een twaalftal gelopen. Mijn eerste was de Nacht van Vlaanderen in Torhout. Daarna heb ik er nog gelopen in Brugge, Rotterdam, Berlijn en New York, net voor corona. In 2023 wil ik er nog één lopen, in Londen, eind april.' Dan stopt het? Ik kijk als ik loop heel veel naar de klok. Soms krijgt dat een manisch kantje. Ook daarom is het misschien tijd om de competitiviteit wat achterwege te laten en te genieten van de omgeving. Misschien loop ik daarna nog marathons, maar dan zal het niet meer zo competitief zijn. Ik ben een 100 procent 'salonloper', een liefhebber, maar ik heb wel altijd een competitief kantje gehad. Het was mijn droom om onder de grens van drie uur te geraken. Dat is mij al een paar keer gelukt. Mocht dat op mijn 47e voor de zevende keer lukken, dan kan ik het daarna misschien iets rustiger aanpakken en meer genieten van trail- en veldlopen bijvoorbeeld. Wat als u niet meer zou kunnen lopen? Het lopen wordt een deel van je identiteit, wat ook een valkuil inhoudt. Dat is een onzekerheid waar ik weleens over nadenk. De combinatie lopen en werken volhouden, is daarom eigenlijk mijn grootste toekomstplan. Het lopen beïnvloedt mijn werk positief, ik kan er afstand door nemen en het geeft je meer veerkracht. Ik loop vaak 's morgens nuchter voor ik begin te werken, en soms nog eens 's avonds na het werk. In 40 minuten kan je al een training doen die oké is. Ik heb mijn loopschoenen vaak in de auto liggen, om tijdens de lunchpauze al eens te kunnen lopen. Hoeveel kilometers loopt u in een week? Ik volg geen strikt trainingsschema van een coach, ik loop een beetje op mijn eigen intuïtie. Ik kom aan een honderdtal kilometer per week. Dat is bijna het hele jaar door zo, met af en toe een rustperiode. Voor de marathon van Berlijn heb ik manisch veel kilometers gelopen. Ik kwam aan weken van 150 kilometer. Het zit wellicht wat in mijn DNA om dat te kunnen verwerken, want ik ben van blessures zo goed als gespaard gebleven. Ik zit misschien ook wel in een homeostase, waarbij mijn botten, spieren en cardiovasculair stelsel het gewoon geworden zijn. Meer kortere trainingen in een dag zijn wellicht ook beter dan één lange. Die echt lange sessies doe ik niet zo vaak. Ik probeer daar zuinig mee om te gaan. Geeft u veel patiënten loopadvies? Ik zie wekelijks lopers in mijn praktijk. Soms moet ik het advies geven om te rusten. Maar ze weten, onder andere via Strava, dat ik zelf veel loop, dus dan ligt het met mijn autoriteit voor dat advies een tikkeltje moeilijker (grijnst). Ik probeer zo dynamisch mogelijk te zijn in mijn adviezen. Patiënten appreciëren dat. Andere atleten die beter zijn, motiveren mij, maar ook patiënten die starten met lopen wegens tien kilo overgewicht of beginnende diabetes. Een gezonde levensstijl is ook een krachtig medicijn. In de herfst en winter, met slecht weer, is het lastiger om mensen aan te moedigen om te beginnen met lopen, maar zelf heb ik er weinig last van om in slechte weersomstandigheden naar buiten te gaan. Bij crossen horen modder en slecht weer er zelfs een beetje bij. Het is een typische wintersport. Er zijn veel marathonlopers die crossen. Vincent Rousseau, een van de beste Belgische marathonlopers, deed het ook. Net als Koen Naert nu.(Lees verder onder de illustratie.)Welke marathon is de zwaarste? De eerste, los van het parcours, omdat je buiten je comfortzone gaat. Het hangt ook af van welk metabool type je als loper hebt. Zuinig kunnen lopen, speelt een rol. In New York hangt een bijzondere sfeer, maar het was wel een hele zware. Ik heb daar enorm afgezien. Je begint er eigenlijk met twee kilometers die zes à zeven procent bergop gaan. Er zitten een paar lastige lange bruggen in het parcours en het laatste stuk loopt ook omhoog. Koestert u souvenirs? Mijn medaille van Berlijn, waar ik in 2017 mijn persoonlijk record heb gelopen. Ik ben net onder de 2u50 kunnen duiken. Ik ben daar trots op. Meestal koop ik een trui of een trainingsjas van een marathon die ik gelopen heb, en daar ga ik dan dagelijks in trainen. Veel prijzen win ik niet, en voor de glamour moet je het niet doen. In een cross kreeg ik onlangs een fles melk en een pak pannenkoeken als prijs.