Op het eind van een uitputtende werkdag krijgt collega A, gynaecoloog, een telefoontje: "Ik heb een spiraaltje nodig, dringend!" Blijkt dat halfweg de cyclus het condoom is geknapt. De morning-afterpil wil mevrouw niet: ze kan niet tegen die hormonen! Zuchtend stemt de arts ermee in haar nog te ontvangen.
Een uur later komt ze de onderzoekskamer binnengelopen, gevolgd door een wat bedremmelde man. De regels van de kunst indachtig wil de gynaecoloog het onderwerp contraceptie aansnijden, nagaan wat er is misgegaan, hoe een en ander kan worden vermeden. Maar zoiets is niet aan de orde: ze heeft gelezen dat ze niet zwanger wordt als ze nú een spiraaltje krijgt, de rest is voor een andere keer!
Onze collega begrijpt dat met de vrouw niet te praten valt. Hij wil naar huis en laat het intakegesprek achterwege. Patiënte klimt op de stoel en spreidt haar benen. Ze is gespannen, waardoor het speculum minder gemakkelijk in te brengen is. Ze heeft pijn, verdomme! De baarmoederhals wordt aangeprikt. Met de hysterometer komen een paar druppels bloed mee. Meer pijn, geroep, spanning!
Ook de vriend krijgt het te kwaad. Zodra het IUD in situ is en het speculum verwijderd, springt patiënte op, trekt haar kleren aan. Ze is geen vee! - en zonder te betalen beent ze naar buiten. Haar vriend haalt de schouders op, volgt haar schoorvoetend. De dokter blijft beduusd achter.
IJzer breken met je blote handen, dat leer je niet tijdens de opleiding geneeskunde
Natuurlijk is dit een subjectief verslag. Als je de patiënte hoorde, dan zou je begrijpen: die vrouwenarts was een slager! - en empathisch knikken: hoe kunnen dokters zo ongevoelig zijn?
Er zijn natuurlijk collega's met weinig tact en inlevingsvermogen. Ik vraag me altijd af waarom zoiets tijdens de opleiding niet wordt gedetecteerd. Het is een kunst om met patiënten in dialoog te gaan, ook als ze gespannen zijn en onredelijk. Een kunst, maar geen gave: in het basiscurriculum is er veel aandacht voor communicatie, en ook in de opleiding tot specialist komt dat geregeld terug. Maar ijzer breken met je blote handen, dat leer je daar niet.
Er is nog een ander aspect aan deze geschiedenis. Steeds vaker stellen patiënten zich niet op als cliënten maar als consumenten. Zorg wordt niet gevraagd, maar geëist. In die visie is de klant koning: de patiënt heeft alléén rechten, de arts heeft de plicht een dienst te leveren; als die niet voldoet, is dat louter en alleen zijn verantwoordelijkheid.
Het volksgeloof wil dat artsen de eed van Hippokrates moeten zweren. Als we toch gewoon leveranciers van diensten zijn en de patiënten zijn consumenten, laten we dan beginnen met de volgende passages:
"Nu ik toetreed tot de dienstverlenende sector, beloof ik dat ik mij naar mijn beste vermogen zal schikken naar de wensen van de consumenten.
Ik zal het beroep van arts zonder morren uitoefenen, met veronachtzaming van mijn eigenwaarde, mijn zelfrespect, de richtlijnen en wat ik geloof dat voor hen het beste is.
Ik zal boven alles de grillen van de consumenten involgen.
Ik zal de consumenten geen advies verstrekken wanneer ze beter weten wat ze nodig hebben dan ik." 'Hippokrates' betekent 'paardenmenner'. Laten we de naam van de oude Griek ook maar schrijven zoals velen toch al doen: 'Hypokrates': 'het onderdeurtje dat aan elkeens leiband loopt'.
Nota: ik verwerp de Franse schrijfwijze 'Hippocrates'. De Grieken kenden geen C, wel een Kappa. De C is door de Romeinen afgeleid van de Griekse Gamma.
Een uur later komt ze de onderzoekskamer binnengelopen, gevolgd door een wat bedremmelde man. De regels van de kunst indachtig wil de gynaecoloog het onderwerp contraceptie aansnijden, nagaan wat er is misgegaan, hoe een en ander kan worden vermeden. Maar zoiets is niet aan de orde: ze heeft gelezen dat ze niet zwanger wordt als ze nú een spiraaltje krijgt, de rest is voor een andere keer! Onze collega begrijpt dat met de vrouw niet te praten valt. Hij wil naar huis en laat het intakegesprek achterwege. Patiënte klimt op de stoel en spreidt haar benen. Ze is gespannen, waardoor het speculum minder gemakkelijk in te brengen is. Ze heeft pijn, verdomme! De baarmoederhals wordt aangeprikt. Met de hysterometer komen een paar druppels bloed mee. Meer pijn, geroep, spanning! Ook de vriend krijgt het te kwaad. Zodra het IUD in situ is en het speculum verwijderd, springt patiënte op, trekt haar kleren aan. Ze is geen vee! - en zonder te betalen beent ze naar buiten. Haar vriend haalt de schouders op, volgt haar schoorvoetend. De dokter blijft beduusd achter.Natuurlijk is dit een subjectief verslag. Als je de patiënte hoorde, dan zou je begrijpen: die vrouwenarts was een slager! - en empathisch knikken: hoe kunnen dokters zo ongevoelig zijn?Er zijn natuurlijk collega's met weinig tact en inlevingsvermogen. Ik vraag me altijd af waarom zoiets tijdens de opleiding niet wordt gedetecteerd. Het is een kunst om met patiënten in dialoog te gaan, ook als ze gespannen zijn en onredelijk. Een kunst, maar geen gave: in het basiscurriculum is er veel aandacht voor communicatie, en ook in de opleiding tot specialist komt dat geregeld terug. Maar ijzer breken met je blote handen, dat leer je daar niet.Er is nog een ander aspect aan deze geschiedenis. Steeds vaker stellen patiënten zich niet op als cliënten maar als consumenten. Zorg wordt niet gevraagd, maar geëist. In die visie is de klant koning: de patiënt heeft alléén rechten, de arts heeft de plicht een dienst te leveren; als die niet voldoet, is dat louter en alleen zijn verantwoordelijkheid.Het volksgeloof wil dat artsen de eed van Hippokrates moeten zweren. Als we toch gewoon leveranciers van diensten zijn en de patiënten zijn consumenten, laten we dan beginnen met de volgende passages:"Nu ik toetreed tot de dienstverlenende sector, beloof ik dat ik mij naar mijn beste vermogen zal schikken naar de wensen van de consumenten.Ik zal het beroep van arts zonder morren uitoefenen, met veronachtzaming van mijn eigenwaarde, mijn zelfrespect, de richtlijnen en wat ik geloof dat voor hen het beste is.Ik zal boven alles de grillen van de consumenten involgen.Ik zal de consumenten geen advies verstrekken wanneer ze beter weten wat ze nodig hebben dan ik." 'Hippokrates' betekent 'paardenmenner'. Laten we de naam van de oude Griek ook maar schrijven zoals velen toch al doen: 'Hypokrates': 'het onderdeurtje dat aan elkeens leiband loopt'.