...

"Reeds in de jaren 80 gaven onze beleidsvoerders lippendienst aan de huisartsgeneeskunde", stelt dr. Moeremans. "Toen reeds stelden ze dat de huisarts een centrale rol moest spelen in de gezondheidszorg. Toen reeds was iedereen het er over eens dat toegang tot de gezondheidszorg best verloopt via de huisarts. Eerst bij de huisarts, de eerstelijnszorg. Pas nadien bij de hogere echelons, indien nodig, bij voorkeur na verwijzing. Dit heet echelonnering van gezondheidszorg. Maar dit werd in ons land nooit gerealiseerd. De realiteit is dat ook vandaag elke patiënt totale vrijheid heeft ... om zelfs een banale snotneus op het universitaire niveau rechtstreeks te consulteren."ToegankelijkheidVolgens Herman Moeremans is de toegankelijkheid van de zorg niet het probleem, integendeel. "De toegankelijkheid is te groot", stelt de arts onomwonden. "In het bijzonder is de toegankelijkheid naar hogere zorgechelons veel te groot. Die hogere zorgechelons worden zelfs concurrentieel uitgebouwd tegenover de basiszorg bij de huisartsen."Maar niet de huisartsen, wel de politici beslissen. "En terwijl ik zelf grote promotor ben om een derdebetalersregeling in de huisartsgeneeskunde in te voeren, betreur ik de wijze waarop nu de "sociale derdebetalersregeling" wordt uitgewerkt. De slogan "voor één euro bij de huisarts" is daar tekenend voor. Het hele concept wordt opgebouwd vanuit het gekende "officiële" statuut. En wat "verboden" is voor wie buiten dat sociale statuut valt, wordt binnenkort een "verplichting" voor wie recht heeft op verhoogde tegemoetkoming. Een nieuw "verworven recht" wordt gecreëerd in een maatschappij die van "verzorgingsstaat" naar "overpamperingsstaat" aan het evolueren is."VereenvoudigingDr. Moeremans blijft van oordeel dat de drempel naar de huisartsgeneeskunde laag moet gehouden worden, met een meer aantrekkelijke derdebetalersregeling voor de huisartsen. "Dit niet alleen via een snellere uitbetaling - waarbij we ons de vraag kunnen stellen of met de moderne informatica de vertragende tussenschakel van de ziekenfondsen nog nodig is - maar zeker en vast door een vereenvoudiging. Huisarts en patiënt beslissen samen of ze van de derdebetalersregeling gebruik maken. Een tweede vereenvoudiging betreft het remgeld. Allerlei maatregelen hebben immers gemaakt dat voor éénzelfde prestatie bij de huisarts nu een veelvoud aan "terugbetalingstarieven" bestaat... en dus een even groot veelvoud aan "remgelden". Dit allemaal in functie van: "statuut" van de patiënt, al dan niet GMD, al dan niet inschrijving in een zorgtraject, de leeftijd van de patiënt, palliatieve status of niet enz."McDonald'sHet remgeld moet dienen om misbruiken te voorkomen. "Maar verkwistingen van middelen voor gezondheidszorg zitten niet in de huisartsgeneeskunde. Misbruiken daarentegen zijn er wel in de huisartsgeneeskunde. Die misbruiken situeren zich echter op een totaal ander vlak: telefonische oproepen om "onmiddellijk" op raadpleging te mogen komen, consulten op wachtdiensten voor problemen die reeds weken aanslepen, afspraken die niet nagekomen worden, de patiënt die het handiger vindt om zelf naar de spoed te lopen enz."Is remgeld een toegankelijkheidsprobleem voor een patiënt? Herman Moeremans: "Een patiënt, die wel 6 euro betaalt voor een pakje sigaretten en meer dan 2 euro per pint bier. Wat is de huisarts dan nog waard? Hoe sterk wil men de huisarts nog waarderen voor die toppositie die huisartsen vertegenwoordigen in de "vertrouwensbarometer?""Met die éne euro remgeld belandt de huisartsgeneeskunde bij de McDonalds-één-euro-deals. Het al beschadigde imago van de huisartsgeneeskunde krijgt weer een klap. Slechts één antwoord heb ik hierop - en dank zij mijn weigering van het tarievenakkoord kan ik dat ook zo uitvoeren. Niet één euro, maar op z'n minst vijf euro. Want wij huisartsen, wij zijn het waard!"