...

Dr. De Baets en dr. Baeke, samen met de Eeklose huisartsenkring en het SVH, hadden de dringende schorsing geëist van het KB van 18 september 2015. Dat uitvoeringsbesluit regelt de concrete toepassing van de verplichte sociale derdebetalersregeling.Administratieve overlastde artsen voeren aan dat het KB een onomkeerbare toestand teweegbrengt. Patiënten gaan het heel normaal vinden om hun arts te consulteren tegen remgeldtarief. Maar deze regeling veroorzaakt wel administratieve overlast en vereist bijkomende investeringen in software.Oudere artsen zoals De Baets en Baeke vinden dat die ongunstige omstandigheden hen naar een carrièrestop dwingen. De regeling zet hen er minstens toe aan het tarievenakkoord op te zeggen, zodat ze de bijkomende kosten voor de administratie kunnen recupereren.De elektronische betalingsregeling schept rechtsonzekerheid, voeren ze aan. Het Riziv gedoogt de regeling, er is geen enkele garantie dat ze blijven duren. De softwareondersteuning blijft in gebreke. De rechtsonzekerheid, waarbij de arts eventueel belangrijke administratieve boetes boven het hoofd hangen, vergroot nog de hoogdringendheid van de kwestie.Niet spoedeisendVolgens de advocaten van de overheid interpreteren de artsen het KB verkeerd, beoefenen ze blijkbaar ondanks de regeling nog steeds het beroep, en is het deconventioneren een vrije keuze.De Raad van State oordeelt niet dat door de regeling een onherroepelijke situatie ontstaat. Ze vindt niet dat de artsen duidelijk maken waaruit de administratieve overlast bestaat, en waarom die hen zou noodzaken hun beroep te stoppen.Het bestreden uitvoerings-KB voert zelf niet de verplichte derdebetalersregeling in, legt ook de e-facturatie niet op, of voorziet niet in administratieve boetes. Het vernietigen ervan zou dus niet het beoogde doel hebben, oordeelt de Raad van State. Die vooral besluit: "De spoedeisendheid wordt niet aangetoond."