Van de 6-jarige basisopleiding zijn er dit academiejaar 230 studenten gestart als haio. Niet slecht hoor ik je denken, tot je het van wat dichter gaat bekijken.

Na de selecties in de universiteiten waarbij bepaald werd wie aan welke specialisatie kon beginnen volgde dit jaar voor de toekomstige haio's een verplichte bekwaamheidstoets om te kunnen starten aan de opleiding huisartsgeneeskunde. Op zich een goede zaak want wat de huisartsgeneeskunde ten alle prijzen moet vermijden is dat het de vergaarbak wordt van studenten die niet bekwaam genoeg geacht werden om te specialiseren en dan 'maar' huisartsgeneeskunde gaan doen. Huisartsgeneeskunde vraagt specifieke competenties die niet alle studenten bezitten.

De huisartsgeneeskunde moet ten alle prijzen vermijden dat het de vergaarbak wordt van studenten die niet bekwaam genoeg geacht werden om te specialiseren

Dit jaar hebben ongeveer 330 studenten zich aangemeld voor deze bekwaamheidstoets. De meeste studenten die deelnamen slaagden ook. Hoe komt het dan dat er maar 230 haio's gestart zijn? Omdat de universiteiten na de selecties alle achterpoorten voor de specialisaties wagenwijd hebben opengezet. We kennen allemaal de truken van de foor. Een jaartje vrij assistentschap, een doctoraat, een jaartje buitenland, alles is goed om het universitair ziekenhuis te bemannen met een legertje assistenten.

Gevolg, waar de vorige jaren nog bijna 40% van de studenten startten aan de opleiding huisartsgeneeskunde is dat dit jaar 32%!Een dramatische verhouding.

De verantwoordelijkheid van de universiteiten is hierbij verpletterend. Al jaren hoor ik alle decanen zeggen hoe belangrijk huisartsgeneeskunde is en dat die een prominente plaats krijgt in hun opleiding - en ik wil hen hier ook in geloven - maar als het er op aankomt om dit om te zetten in daden (met name de toegang naar specialisatie te beperken) moeten ze buigen voor de macht van de universitaire ziekenhuizen. Het enige echte criterium in de selectie is de nood aan assistenten in het overaanbod van universitaire ziekenhuizen (UZ).

Vergeet de mooie praatjes van de rectoren over de maatschappelijke rol die de universiteiten moeten spelen en hun plaats in het verdedigen van het maatschappelijke belang. Het grote maatschappelijke belang is het gegeven dat binnen 10 of 20 jaar elke inwoner van dit land een huisarts kan vinden die een breed aspect aan preventieve, curatieve en palliatieve zorg kan toedienen. Daarvoor hebben de universiteiten één belangrijke taak : zorgen dat er voldoende hoog opgeleide excellente huisartsen worden afgeleverd. Maar die taak offeren ze graag op op het 'altaar van de macht van het UZ'.

Dit jaar hebben ongeveer 330 studenten zich aangemeld voor deze bekwaamheidstoets. De meeste studenten die deelnamen slaagden ook. Hoe komt het dan dat er maar 230 haio's gestart zijn?

Dat zij tegelijk een aantal specialisten opleiden die na 6 jaar (of langer) specialisatie geen werk vinden en werkloos achterblijven is dan maar collaterale damage. Het UZ heeft gedraaid op goedkope arbeidskrachten. Missie volbracht.

Dat zij het gezondheidszorgsysteem doen kapseizen omdat we allemaal weten dat een overaanbod aan specialisten leidt tot overconsumptie en de eerste lijn helemaal uitholt is nu niet aan de orde. De boekhoudkundige cijfers en de macht van het UZ zijn gered.

Ik las deze week in een artikel dat we wat meer boos moeten zijn. Niet vanuit een negatieve, aggresieve houding maar vanuit een positieve emotie om er iets mee te doen. Om dit soort van praktijken word ik boos. Het ondermijnt de jarenlange inspanningen van velen om het huisartsenberoep terug aantrekkelijker te maken.

Maar ik zal er ook iets mee doen. Vlaanderen heeft sinds de laatste staatshervorming de bevoegdheid om de subquota te bepalen. Na de financiering van artsen (die dringend moet herzien worden) heeft de Vlaamse overheid hiermee het belangrijkste instrument in handen om de zorg te sturen.

We moeten het aantal specialisten doen dalen

Ik zal dus met nog meer overtuiging de Vlaamse regering er trachten van te overtuigen om deze bevoegdheid ten volle te benutten en per specialisme duidelijke maximumquota op te leggen. We moeten het aantal specialisten doen dalen. Niet alleen om er voor te zorgen dat iedere Vlaming in de toekomst nog een huisarst zal hebben maar ook om de specialisten terug echt 'specialist' te laten zijn en niet een 'pseudo-huisarts'.

Het voordeel is nu dat we met zekerheid weten dat we niet moeten rekenen op de goede wil van de universiteiten. Enkel keiharde maximumquota, wettelijk vastgelegd, zal de universiteiten (of moet ik zeggen universitaire ziekenhuizen) aan banden leggen. De verantwoordelijkheid van de Vlaamse regering is hierin dan ook niet te onderschatten. Zwicht ze voor de macht van de universiteiten of laat ze zien dat een Vlaamse overheid de bakens kan uitzetten van een veranderend gezondheidslandschap en stelt zij strikte maximumquota per specalisme in? Het is nu aan de Vlaamse regering om te tonen dat zij de gezondheid van haar burgers echt ter harte neemt !

Van de 6-jarige basisopleiding zijn er dit academiejaar 230 studenten gestart als haio. Niet slecht hoor ik je denken, tot je het van wat dichter gaat bekijken. Na de selecties in de universiteiten waarbij bepaald werd wie aan welke specialisatie kon beginnen volgde dit jaar voor de toekomstige haio's een verplichte bekwaamheidstoets om te kunnen starten aan de opleiding huisartsgeneeskunde. Op zich een goede zaak want wat de huisartsgeneeskunde ten alle prijzen moet vermijden is dat het de vergaarbak wordt van studenten die niet bekwaam genoeg geacht werden om te specialiseren en dan 'maar' huisartsgeneeskunde gaan doen. Huisartsgeneeskunde vraagt specifieke competenties die niet alle studenten bezitten. Dit jaar hebben ongeveer 330 studenten zich aangemeld voor deze bekwaamheidstoets. De meeste studenten die deelnamen slaagden ook. Hoe komt het dan dat er maar 230 haio's gestart zijn? Omdat de universiteiten na de selecties alle achterpoorten voor de specialisaties wagenwijd hebben opengezet. We kennen allemaal de truken van de foor. Een jaartje vrij assistentschap, een doctoraat, een jaartje buitenland, alles is goed om het universitair ziekenhuis te bemannen met een legertje assistenten.Gevolg, waar de vorige jaren nog bijna 40% van de studenten startten aan de opleiding huisartsgeneeskunde is dat dit jaar 32%!Een dramatische verhouding.De verantwoordelijkheid van de universiteiten is hierbij verpletterend. Al jaren hoor ik alle decanen zeggen hoe belangrijk huisartsgeneeskunde is en dat die een prominente plaats krijgt in hun opleiding - en ik wil hen hier ook in geloven - maar als het er op aankomt om dit om te zetten in daden (met name de toegang naar specialisatie te beperken) moeten ze buigen voor de macht van de universitaire ziekenhuizen. Het enige echte criterium in de selectie is de nood aan assistenten in het overaanbod van universitaire ziekenhuizen (UZ).Vergeet de mooie praatjes van de rectoren over de maatschappelijke rol die de universiteiten moeten spelen en hun plaats in het verdedigen van het maatschappelijke belang. Het grote maatschappelijke belang is het gegeven dat binnen 10 of 20 jaar elke inwoner van dit land een huisarts kan vinden die een breed aspect aan preventieve, curatieve en palliatieve zorg kan toedienen. Daarvoor hebben de universiteiten één belangrijke taak : zorgen dat er voldoende hoog opgeleide excellente huisartsen worden afgeleverd. Maar die taak offeren ze graag op op het 'altaar van de macht van het UZ'.Dat zij tegelijk een aantal specialisten opleiden die na 6 jaar (of langer) specialisatie geen werk vinden en werkloos achterblijven is dan maar collaterale damage. Het UZ heeft gedraaid op goedkope arbeidskrachten. Missie volbracht.Dat zij het gezondheidszorgsysteem doen kapseizen omdat we allemaal weten dat een overaanbod aan specialisten leidt tot overconsumptie en de eerste lijn helemaal uitholt is nu niet aan de orde. De boekhoudkundige cijfers en de macht van het UZ zijn gered.Ik las deze week in een artikel dat we wat meer boos moeten zijn. Niet vanuit een negatieve, aggresieve houding maar vanuit een positieve emotie om er iets mee te doen. Om dit soort van praktijken word ik boos. Het ondermijnt de jarenlange inspanningen van velen om het huisartsenberoep terug aantrekkelijker te maken. Maar ik zal er ook iets mee doen. Vlaanderen heeft sinds de laatste staatshervorming de bevoegdheid om de subquota te bepalen. Na de financiering van artsen (die dringend moet herzien worden) heeft de Vlaamse overheid hiermee het belangrijkste instrument in handen om de zorg te sturen. Ik zal dus met nog meer overtuiging de Vlaamse regering er trachten van te overtuigen om deze bevoegdheid ten volle te benutten en per specialisme duidelijke maximumquota op te leggen. We moeten het aantal specialisten doen dalen. Niet alleen om er voor te zorgen dat iedere Vlaming in de toekomst nog een huisarst zal hebben maar ook om de specialisten terug echt 'specialist' te laten zijn en niet een 'pseudo-huisarts'.Het voordeel is nu dat we met zekerheid weten dat we niet moeten rekenen op de goede wil van de universiteiten. Enkel keiharde maximumquota, wettelijk vastgelegd, zal de universiteiten (of moet ik zeggen universitaire ziekenhuizen) aan banden leggen. De verantwoordelijkheid van de Vlaamse regering is hierin dan ook niet te onderschatten. Zwicht ze voor de macht van de universiteiten of laat ze zien dat een Vlaamse overheid de bakens kan uitzetten van een veranderend gezondheidslandschap en stelt zij strikte maximumquota per specalisme in? Het is nu aan de Vlaamse regering om te tonen dat zij de gezondheid van haar burgers echt ter harte neemt !