...

De Zelfmoordlijn ontving in 2010 9.102 gesprekken via telefoon en chat. Dat is een daling ten opzichte van 2009 (10.363 oproepen). Het aantal oproepers dat wordt doorverwezen, stijgt wel. In 2009 werd 45% van de bellers en 50% van de chatters doorverwezen. Vorig jaar was dat respectievelijk 54,5% en 53%.Bellers worden voornamelijk doorverwezen naar de huisarts (14%), de psycholoog/psychiater (8%) en een Centrum Algemeen Welzijn (CAW) (7%). Chatters, die voornamelijk tussen de 16 en 20 jaar zijn, worden in de eerste plaats in contact gebracht met het Jongeren Advies Centrum (JAC) (15,6%). 6% wordt doorverwezen naar een CAW, 5,5% naar een huisarts. Geen steun Van de mensen die contact opnemen met de Zelfmoordlijn, heeft ongeveer 20% voordien al gesproken met een professionele hulpverlener (18% van de chatters, 21,5% van de bellers). Het gaat dan voornamelijk over huisartsen (18,5% bij bellers, 9% bij chatters) en psychologen/psychiaters (28,5% bij bellers, 25% bij chatters). De meeste chatters (38%) hebben nog nooit met iemand gesproken over de zelfdodingsgedachten. Ook voor bellers is de oproep naar de Zelfmoordlijn vaak het eerste gesprek over hun problemen (22%). De helft van de bellers die al over hun zelfdodingsgedachten spraken (met eender wie) ondervond geen steun. Bij chatters gaat het over 32%.Zowel bellers (62,5%) als chatters (76,5%) ondervinden problemen in de toegang tot hulp. Vooral het tekortschieten van die hulp, wordt aangekaart als grootste probleem (11% voor bellers, 14% voor chatters). Opvallend is ook dat chatters de drempel te hoog vinden om hulp te zoeken (15%), terwijl dat bij bellers niet de voornaamste reden is ('slechts' 3%). Wil om te leven In 2010 analyseerde het CPZ voor het eerst de redenen die oproepers ervan weerhouden zelfmoord te plegen. Vooral steun van familie, vrienden en collega's wordt aangehaald als belangrijk (37%). Ook hulp zoeken (31%) en de wil om te leven (20%) weerhouden personen met zelfdodingsgedachten.Een groot deel van de oproepers geeft na het gesprek aan dat ze hulp zoeken (23% van de bellers, 29% chatters). 17% zegt zich beter te voelen na het gesprek.