...

Nieuw-Zeeland is lange tijd relatief gespaard gebleven van zware covidgolven, maar de omikronvariant heeft het land sinds februari goed te pakken. Het noteert het hoogste aantal besmettingen tot nu toe en epidemio- logen verwachten dat er de komende weken nog honderden doden zullen vallen. Het sterftecijfer blijft echter bij de laagste ter wereld, hoewel het stijgende aantal ziekenhuisopnames wel reden tot bezorgdheid geeft, zo bericht de Nieuw-Zeelandse pers. "We werken met een verkeerslicht- systeem, en zijn nog steeds in fase rood met als voornaamste maatregelen mondmaskerplicht, afstand houden en het aantal mensen in ruimtes beperken. In het algemeen is er meer zenuwachtigheid", vertelt dr. Tania Moerenhout (39). Eind februari 2020 kreeg de Vlaamse te horen dat ze in Nieuw-Zeeland kon starten als docent. In maart ging de wereld 'op slot'. Het duurde uiteindelijk tot augustus voor ze met haar echtgenoot de grote overstap kon maken. "Als ik daar nu aan terugdenk, vind ik het uiterst gek dat wij naar Nieuw-Zeeland zijn gevlogen zonder gevaccineerd te zijn! Wij waren heel erg op onze hoede, terwijl in Nieuw-Zeeland de situatie en bijgevolg maatregelen op dat moment bijlange niet zo ernstig waren. Als iemand ons een handdruk wilde geven, sprongen we een meter achteruit. De eerste keer op restaurant waren we echt niet op ons gemak." "Een buitenlands avontuur sprak me aan", verklaart Tania Moerenhout, gevraagd naar het waarom achter haar verhuis. "Tijdens mijn studieperiode had ik dat aan me voorbij laten gegaan, en daar had ik achteraf gezien wel een beetje spijt van. Toen ik doctoreerde, 'haalde ik mijn schade in' en deed ik een jaar onderzoek in Pittsburgh. Ge-wel-dig, om in contact te komen met andere culturen en invloedssferen." "Mijn echtgenoot en ik onderzochten eerst Australië als piste voor een nieuwe woon- en werkplek, maar daar bleek het niet evident om een job als huisarts te combineren met een functie aan de universiteit - iets wat ik absoluut wilde. Uiteindelijk werd het Nieuw-Zeeland." Twee dagen in de week werkt Tania Moerenhout als huisarts in een grote groepspraktijk in Dunedin op het zuid- eiland van Nieuw-Zeeland. De andere dagen is ze lecturer aan de Universiteit van Otago in dezelfde stad. Ze geeft er een nieuwe cursus, 'digital health ethics'. Dat is haar dada, zegt ze. "Toen ik nog in België werkte in de huisartsenpraktijk, miste ik tijd om te kunnen reflecteren over wat we doen als artsen, en waarom we bepaalde dingen zo doen. Ik ging filosofie bijstuderen, als werkstudent. Nadien volgde een doctoraat aan de UGent bij Ignaas Devisch. Neem nu videoconsultaties, die tijdens en door de coronacrisis een hoge vlucht maakten. In de praktijk doen we maar, maar het ontbreekt aan ethische kaders. Hoe zorgen we ervoor dat kwetsbare patiënten niet uitgesloten worden? Hoe garanderen we een goede zorgkwaliteit in deze virtuele consultaties?" Vandaag wil ze haar studenten een ethisch bewustzijn bijbrengen. Tania Moerenhout: "Een digitale gezondheidsapp kan bv. al snel paternalistische trekjes vertonen, via nudging (een positieve keuze op een subtiele manier naar voren schuiven, nvdr) of zelfs manipulatie. Monitoringtechno- logie bij ouderen is een veld waar vaak ethische vragen rijzen, maar waarover niet altijd voldoende wordt nagedacht. Het moet snel gaan, in innovatie, terwijl veel problemen kunnen vermeden worden in een goed geplande designfase." Als Tania Moerenhout niet aan de universiteit werkt, is ze huisarts. Als bediende, jawel. "Ik vind het fijn werken zo", zegt ze. "Het bediendestatuut heeft zijn voordelen. Je wordt betaald op feest- en vakantiedagen, met uitzondering van het opvolgen van resultaten buiten de werkuren houden de praktijkmanagers zich bezig met de organisatie van de praktijk en zo meer." Over de combinatie huisarts-academicus zegt ze: "In België voelde ik me soms een beetje de vreemde eend in de bijt omdat ik de praktijk en de academische wereld wilde combineren. Hoewel het bij momenten druk kan zijn, geloof ik dat deze combinatie hier in tegenstelling tot België op langere termijn houdbaarder is. Een van beide moeten laten vallen, zou ik doodzonde vinden. Zoals gezegd heb ik als huisarts soms ruimte nodig om stil te kunnen staan. Omgekeerd wil ik als academicus niet in een ivoren toren leven, voeling behouden met de praktijk is belangrijk." En hoe ziet een huisartsenpraktijk er in Nieuw-Zeeland uit? "Ik heb negen collega-huisartsen, maar net zoals ik werkt niet iedereen voltijds", vertelt Tania Moerenhout. "Er werken ook acht receptionisten en administratief personeel in de praktijk, en evenveel verpleegkundigen. Een verademing. Naast hun verpleegkundige taken, nemen zij de huisartsen ook veel telefoonwerk uit handen. Verder heeft de praktijk ook een apotheker in dienst voor advies m.b.t. geneesmiddelen." In de praktijk werken ook nog een sociaal werker, een 'HIP' (Health Improvement Practitioner, een mental health coach), en een health coach gericht op leefstijl en preventie. "De aanwezigheid van dergelijke coaches is zeker niet standaard in huisartsenpraktijken in Nieuw-Zeeland", vertelt Tania Moerenhout, "we zijn als een van de eersten op de kar gesprongen. Deze diensten worden overigens volledig gesubsidieerd door de overheid." De huisartsgeneeskunde zelf is deels privé. "Voor een consult van 15 min bij de huisarts betaal je ongeveer 30 euro uit eigen zak - dat is, als je ingeschreven bent in een praktijk. Anders is het 45 euro. Er bestaan verschillende tegemoetkomingen, bv. voor mensen met een laag inkomen, kinderen onder de 14 jaar, zwangere vrouwen enz." Voor ziekenhuisopnames en labo-onderzoeken betalen patiënten niet(s), voor gesubsidieerde medicatie bijna niets. "Nieuw-Zeeland is goed gekend door het kiwimodel, maar dat heeft natuurlijk ook een impact op wat hier beschikbaar is op vlak van geneesmiddelen", merkt Tania Moerenhout op. "Het aanbod is veel beperkter dan in België." "Het publieke systeem, waaronder de ziekenhuizen dus vallen, werkt goed voor ernstige aandoeningen. Wie een minder dringend probleem heeft, wordt geconfronteerd met lange wachttijden, van een paar maanden tot een jaar of langer. Patiënten moeten hier heel geduldig zijn, ze zijn dat gewoon." "Soms geraken patiënten ook niet tot bij de specialist. Het is al gebeurd dat ik een patiënt doorverwees naar een NKO-arts, en bericht terugkreeg van het ziekenhuis dat het probleem de 'drempel' niet haalde. Zodoende werd de patiënt terugverwezen naar de eerste lijn." "Ofwel behandel je dat als huisarts zelf, ofwel trekt de patiënt naar de privésector. Hij of zij betaalt dan volledig uit eigen zak, of heeft een privéverzekering die de kosten dekt. Ik ken patiënten die zo een spaarpotje aanleggen voor dringende specialistische zorg of voor de oude dagen." In veel specialismes heerst een tekort aan artsen, verklaart Tania Moeren-hout. "Door te werken via een 'punten- systeem van hoogdringendheid' probeert de ziekenhuissector de capaciteit te bewaken. Als huisarts kan ik hier om die reden bv. ook geen MRI- of CT-scan voorschrijven." Het gevolg is dat je als huisarts soms met aandoeningen geconfronteerd wordt die je in België niet zelf zou behandelen. Zo heb ik recent een patiënt gediagnosticeerd met hepatitis C. In health pathways (soort klinische richtlijnen voor de huisartspraktijk, nvdr) staat uitgelegd in welke gevallen doorverwijzing nodig is, en welke niet. Bij de patiënt in kwestie was de kans op levercirrose heel laag en volstond het een antivirale behandeling te starten in de huisartspraktijk. In overleg met de ziekenhuisverpleegkundige heb ik de behandeling overlopen. " 'Oké, je kan nu starten', klonk het aan de andere kant van de telefoon. ' Als je ons nodig hebt, geef maar een seintje' (lacht)." Dat is enerzijds verrijkend voor je kennis en ontwikkeling, anderzijds kan je als huisarts natuurlijk niet alles zelf doen, zegt Tania Moerenhout. "Ik zit op een aantal huisartsenfora, en daar klinkt het wel eens smalend: ' Weet je wat, we zullen wel naar de Bunnings (de lokale Gamma of Brico, nvdr) gaan en die knieprothese er zelf in zetten", als er nog maar eens een patiënt teruggestuurd wordt door de orthopeed." In het algemeen zijn de huisartsen hier wel tevreden met hun beroep, hoor, pikt Tania Moerenhout in. Al wordt er sinds covid wel meer geklaagd. "De richtlijnen zijn niet op alle vlakken even duidelijk en vanuit de overheid klinkt het algauw 'bij twijfel, bel je huisarts'. Vooral met de huidige uitbraak is de sfeer wat meer gespannen. Het artsentekort weegt door, over tien jaar dreigt er een groot tekort aan huisartsen. Het is afwachten hoe dat zal opgevangen worden." "Regelmatig vraagt onze praktijkmanager, die de dagelijkse leiding heeft over de praktijk, hoe het met ons gaat. Zij drukt ons ook op het hart dat we niet mogen vergeten om onze verlofdagen op te nemen (lacht). Zelfzorg wordt hier gestimuleerd. Onze HIP voorziet ook mindfulness- en meditatiesessies voor de artsen en verpleegkundigen die in de praktijk werken." "Het bediendestatuut zorgt overigens voor een goede werk-privébalans. Zo ben ik minder met administratie voor de praktijkorganisatie bezig dan in België. Je moet natuurlijk wel nog resultaten en verwijsbrieven bijhouden, wat ook na de werkuren gebeurt, maar digitale toepassingen helpen daarbij. Zo werkt de praktijk zowel met een sms-systeem als een patiëntenportaal om resultaten van onderzoeken aan de patiënt te communiceren. Zo'n mail of sms'je kan je 's avonds makkelijk versturen vanuit de sofa. Volgens datzelfde systeem worden patiënten overigens ook verwittigd als het tijd is voor bv. een uitstrijkje of controle- onderzoek." Het leven en werken in Nieuw-Zeeland bevalt dr. Tania Moerenhout, zoveel is duidelijk, al was het op sommige vlakken even wennen - hoofd- zakelijk door cultuurverschillen. Neem nu de arts-patiëntrelatie. "Hier is het gebruikelijk dat je als arts aan een patiënt eerst de toestemming vraagt of je hem of haar mag onderzoeken. Bij het omkleden en gynaecologische onderzoeken is er ook veel aandacht voor discretie en de privacy van de patiënt." Ook gebeuren sommige onderzoeken op een andere manier en dat levert wel eens grappige situaties op. "Zo worden er geen knie- of voetsteunen gebruikt bij het nemen van uitstrijkjes. Patiënten plooien hun benen naar zich toe, waardoor je als arts soms lichtjes moet 'duiken' met als gevolg dat je tegen de voeten van je patiënt zit. Dat vereiste in het begin wat behendigheid, maar zoals met alles word je ook dat gewoon (lacht)."