Op het moment van het interview legt Martijn Verdam (derde master geneeskunde) de laatste hand aan het jaarlijkse congres dat het Vlaams Genees kundig Studentenoverleg voor mede studenten organiseert. Het is niet de eerste keer dat hij een rol met enige verantwoordelijkheid opneemt, het is zijn zesde jaar als onderwijsvertegenwoordiger geneeskunde aan de VUB. Hij is al drie jaar actief in het VGSO, vorig jaar was hij delegatieleider voor zijn universiteit. Ook privé kan hij zijn mannetje staan. Op zijn 18de verhuisde de Nederlander naar Brussel, om hier geneeskunde te studeren. Plots moest hij het in zijn eentje zien te beredderen. Ondertussen heeft hij een breed netwerk uitgebouwd en lukt ook eten klaarmaken en de was doen prima.

Battle of the fittest

Martijn Verdam wil radioloog worden. "Telkens als ik tijdens een stage radiologische beelden te zien krijg, gaat het kriebelen." Zijn promotor Johan de Mey, diensthoofd radiologie aan het UZ Brussel, bejuicht zijn keuze - "het is dan ook het mooiste specialisme dat er is"- maar maant zijn pupil aan om de geest open te houden. "De realiteit is dat niet elke student zich zal kunnen bekwamen in het specialisme van zijn of haar keuze. Dat is uiteraard jammer, maar hoeft geen ramp te betekenen. Voor elke deur die sluit, gaan er andere open. Het komt er op aan je eigen weg te vinden in de kansen die je aangeboden worden."

Professor de Mey probeert dan wel een relativerende stem te zijn, tegelijkertijd beseft hij dat zo'n ingesteldheid geen evidentie is. "Sommige studenten pinnen zich echt vast op een discipline, soms al van bij het ingangsexamen." Martijn Verdam beaamt. "Je brengt zes jaar van je leven door met dezelfde mensen, je maakt vrienden... die tegelijkertijd je concurrenten zijn. Dat is best raar." Het is haast een battle of the fittest, besluit het tweetal. "Ik ben jong en ambitieus, denk nog dat ik de wereld ga kunnen veranderen. Professor de Mey kan me helpen om mijn energie te concentreren en er het maximum uit te halen, maar tegelijkertijd realistisch te blijven."

Foert

Daarop geeft de professor toe dat hij zich soms schuldig voelt dat hij maar beperkt tijd kan vrijmaken voor zijn studenten. "Ik ben arts, docent aan de universiteit, onderzoeker, begeleid studenten en zit ook nog eens in een aantal beleidsorganen. Ik zou elk van die taken beter en grondiger willen doen." De drukke agenda's brengen ons op het thema burn-out. Martijn heeft gehoord dat twee studenten uit het jaar onder het zijne zijn uitgevallen. "Dat is bijna dwaas te noemen, dat zou niet mogen gebeuren."

Maar zo onlogisch is het niet, vindt prof. de Mey. "Met het toelatingsexamen richt je je in feite al op mensen die er 100% voor gaan. In hun studie moeten ze dezelfde gedrevenheid aan de dag leggen willen ze in aanmerking komen voor het specialisme van hun keuze. Het enige dat ik Martijn en andere studenten kan aanraden, is om af en toe eens foert te zeggen. Morgen is er een stagedag maar het is oké om vandaag eens niets doen."

Ik ben jong en ambitieus, denk nog dat ik de wereld ga kunnen veranderen - Martijn Verdam

Martijn Verdam: "Ik probeer elke week een vrije avond in te plannen, waarop ik met niet-medische dingen bezig ben en met een andere vriendenkring optrek. Het is jammer dat studenten zo met hun studie bezig zijn dat ze geen tijd meer hebben om hun horizon te verbreden, door bijvoorbeeld aan te sluiten bij het VGSO (lacht). Misschien is het een taak voor faculteiten om studenten te verplichten om verlof te nemen, al hoort de universiteit zich eigenlijk niet met het privéleven van studenten te bemoeien."

"Het is ook niet altijd even makkelijk om mogelijke signalen op te vangen", zegt prof. de Mey nog, "ik heb een aantal mensen zien uitvallen bij wie ik het niet had zien aankomen. Het werkverzuim in de gezondheidszorg is aan het stijgen, en dat is een teken aan de wand."

'Ne goeie'

De radioloog verwijst naar het recente dossier over spoedartsen in de algemene pers. "Ik denk dat het kunnen opvolgen van je patiënten een niet te onderschatten rol speelt. Als je ziet dat een patiënt geneest, dan is dat dankbare feedback: mijn diagnose was juist, alles is goed gekomen." Martijn Verdam: "Gisteren zei een patiënt tegen mij: Ik zie dat jij een goeie bent. Ik kan nu voor de rest van de week met een glimlach aan de slag. Ik weet niet waarom, maar dat doet zo'n deugd."

Volgend academiejaar geeft hij de fakkel door binnen het VGSO. Hij heeft zich al voorgenomen om zijn 'opvolgers' te briefen over belangrijke dossiers, zoals de dubbele cohorte. "Het is fijn om anderen iets te kunnen bijbrengen. Het is zeker iets dat ik zie zitten om later ook te doen."

Op 14 oktober vindt in Brussel het derde VGSO-congres plaats. Thema is Leading to the future. Het programma wordt verspreid over voormiddag en namiddag en bestaat uit verschillende workshops met als insteek leiderschap.

Info en inschrijvingen: http://vgso.be/vgso-congres/. Een overzicht van de workshops vindt u in het inschrijvingsformulier.

Op het moment van het interview legt Martijn Verdam (derde master geneeskunde) de laatste hand aan het jaarlijkse congres dat het Vlaams Genees kundig Studentenoverleg voor mede studenten organiseert. Het is niet de eerste keer dat hij een rol met enige verantwoordelijkheid opneemt, het is zijn zesde jaar als onderwijsvertegenwoordiger geneeskunde aan de VUB. Hij is al drie jaar actief in het VGSO, vorig jaar was hij delegatieleider voor zijn universiteit. Ook privé kan hij zijn mannetje staan. Op zijn 18de verhuisde de Nederlander naar Brussel, om hier geneeskunde te studeren. Plots moest hij het in zijn eentje zien te beredderen. Ondertussen heeft hij een breed netwerk uitgebouwd en lukt ook eten klaarmaken en de was doen prima.Martijn Verdam wil radioloog worden. "Telkens als ik tijdens een stage radiologische beelden te zien krijg, gaat het kriebelen." Zijn promotor Johan de Mey, diensthoofd radiologie aan het UZ Brussel, bejuicht zijn keuze - "het is dan ook het mooiste specialisme dat er is"- maar maant zijn pupil aan om de geest open te houden. "De realiteit is dat niet elke student zich zal kunnen bekwamen in het specialisme van zijn of haar keuze. Dat is uiteraard jammer, maar hoeft geen ramp te betekenen. Voor elke deur die sluit, gaan er andere open. Het komt er op aan je eigen weg te vinden in de kansen die je aangeboden worden."Professor de Mey probeert dan wel een relativerende stem te zijn, tegelijkertijd beseft hij dat zo'n ingesteldheid geen evidentie is. "Sommige studenten pinnen zich echt vast op een discipline, soms al van bij het ingangsexamen." Martijn Verdam beaamt. "Je brengt zes jaar van je leven door met dezelfde mensen, je maakt vrienden... die tegelijkertijd je concurrenten zijn. Dat is best raar." Het is haast een battle of the fittest, besluit het tweetal. "Ik ben jong en ambitieus, denk nog dat ik de wereld ga kunnen veranderen. Professor de Mey kan me helpen om mijn energie te concentreren en er het maximum uit te halen, maar tegelijkertijd realistisch te blijven."Daarop geeft de professor toe dat hij zich soms schuldig voelt dat hij maar beperkt tijd kan vrijmaken voor zijn studenten. "Ik ben arts, docent aan de universiteit, onderzoeker, begeleid studenten en zit ook nog eens in een aantal beleidsorganen. Ik zou elk van die taken beter en grondiger willen doen." De drukke agenda's brengen ons op het thema burn-out. Martijn heeft gehoord dat twee studenten uit het jaar onder het zijne zijn uitgevallen. "Dat is bijna dwaas te noemen, dat zou niet mogen gebeuren."Maar zo onlogisch is het niet, vindt prof. de Mey. "Met het toelatingsexamen richt je je in feite al op mensen die er 100% voor gaan. In hun studie moeten ze dezelfde gedrevenheid aan de dag leggen willen ze in aanmerking komen voor het specialisme van hun keuze. Het enige dat ik Martijn en andere studenten kan aanraden, is om af en toe eens foert te zeggen. Morgen is er een stagedag maar het is oké om vandaag eens niets doen."Martijn Verdam: "Ik probeer elke week een vrije avond in te plannen, waarop ik met niet-medische dingen bezig ben en met een andere vriendenkring optrek. Het is jammer dat studenten zo met hun studie bezig zijn dat ze geen tijd meer hebben om hun horizon te verbreden, door bijvoorbeeld aan te sluiten bij het VGSO (lacht). Misschien is het een taak voor faculteiten om studenten te verplichten om verlof te nemen, al hoort de universiteit zich eigenlijk niet met het privéleven van studenten te bemoeien.""Het is ook niet altijd even makkelijk om mogelijke signalen op te vangen", zegt prof. de Mey nog, "ik heb een aantal mensen zien uitvallen bij wie ik het niet had zien aankomen. Het werkverzuim in de gezondheidszorg is aan het stijgen, en dat is een teken aan de wand."De radioloog verwijst naar het recente dossier over spoedartsen in de algemene pers. "Ik denk dat het kunnen opvolgen van je patiënten een niet te onderschatten rol speelt. Als je ziet dat een patiënt geneest, dan is dat dankbare feedback: mijn diagnose was juist, alles is goed gekomen." Martijn Verdam: "Gisteren zei een patiënt tegen mij: Ik zie dat jij een goeie bent. Ik kan nu voor de rest van de week met een glimlach aan de slag. Ik weet niet waarom, maar dat doet zo'n deugd."Volgend academiejaar geeft hij de fakkel door binnen het VGSO. Hij heeft zich al voorgenomen om zijn 'opvolgers' te briefen over belangrijke dossiers, zoals de dubbele cohorte. "Het is fijn om anderen iets te kunnen bijbrengen. Het is zeker iets dat ik zie zitten om later ook te doen."