...

Aan het woord is dokter Christophe Depamelaere uit het West-Vlaamse Wingene. Hij schetst een ontluisterend beeld van de solo werkende huisarts op het platteland anno 2022. Naast extreem lange werkweken zijn er ook nog de wachtdiensten. Om precies te zijn: de zeven wachtdienstplichtige artsen van wachtdienstonderdeel Wingene-Zwevezele verrichten 46 wachten per jaar. Veertien daarvan hebben betrekking op het weekend. Dokter Depamelaere: "Er is wel een door het Riziv gesubsidieerde wachtpost tijdens het weekend. Dan moet je daar wel inslapen. En in de week start het om 18 uur. Daarvoor moet ik dus eigenlijk mijn eigen patiënten in de steek laten." Tegelijk looft hij de inzet van de lokale huisartsenkring HAOWVL - Huisartsen van het Oosten van West-Vlaanderen - die een veertigtal weekendshifts heeft overgenomen van Wingene-Zwevezele. Volgens dokter Depamelaere herkennen heel wat (plattelands)collega's zich in het geschetste beeld. "Het is er over. Daarom heb ik het kabinet van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) gecontacteerd. Het kabinet argumenteert dan dat ze de wet op de zorgcontinuïteit toch niet kunnen afschaffen. Wel, dat vraag ik ook niet. Maar een rustperiode tijdens de diepe nacht is toch niet teveel gevraagd? 's Nachts is er sowieso al een dubbele permanentie. Behalve de huisarts van wacht heb je om de veertien kilometer een ziekenhuis met een dienst spoedgevallen, bemand door mensen die daags nadien geen eigen praktijk moeten runnen. Is die extra huisartsenpermanentie ten koste van onze gezondheid dan nog nodig?" Dokter Depamelaere wijst er bijvoorbeeld op dat in plattelandsgemeente Wingene na 20 uur geen restaurant meer open is omdat de keuken niet meer werkt. "Maar de huisartsen van wacht dienen zogezegd de hele nacht paraat te staan." Een derde van de nachtelijke oproepen is afkomstig uit woonzorgcentra. "Vaak gaat het om een overlijden. En dan moet je in het holst van de nacht naar het woonzorgcentrum om dat vast te stellen. Want om 9 uur 's morgens komt de begrafenisondernemer het stoffelijk overschot ophalen. Maar je kan als huisarts dat overlijden toch ook vaststellen om 7 of 8 uur 's morgens. Waarom moet dat stante pede gebeuren?" Volgens dokter Depamelaere was het kabinet Vandenbroucke het daarmee eens. "Men vond dit geen urgentie, hierover kunnen lokaal afspraken gemaakt worden. Dat is inderdaad gebeurd. Er zijn afspraken gemaakt tussen de kringen en de directeurs van een aantal woonzorgcentra. Het overlijden moet daar niet meer in het holst van de nacht worden vastgesteld. Dit probleem is dus deels opgelost." Groepspraktijken zijn voor het platteland geen oplossing, vindt Christophe Depamelaere. "Dat is goed voor een betere work-lifebalance overdag. Maar de hoge nachtelijke werkdruk blijft. Zolang de werkvoorwaarden in landelijke regio's niet verbeteren, zal er bij de jonge collega's weinig enthousiasme zijn om zich hier te vestigen. Het is niet aantrekkelijk. En dus blijven we met het wacht-probleem zitten. Dat is de kip en het ei. Ter vergelijking: wij moeten zoals gezegd de wachten verdelen onder zeven artsen. In Tielt kan dat onder 24 collega's." Een te hoge werkdruk is uiteraard schadelijk voor een goede work-lifebalance. Maar het is ook gevaarlijk, benadrukt Christophe Depamelaere. "Moeten we dit blijven tolereren? We werken al tot tien uur 's avonds. Dat is hectisch en in combinatie met de vele wachten niet meer verantwoord. Vroeg of laat mondt dit uit in een fataal incident. Als huisarts moeten we tussen de vele patiënten met banaliteiten die we dagelijks zien de echt bedreigende situaties nauwgezet detecteren. Dat maakt het echter extra gevaarlijk. Als we die één of twee ernstige gevallen missen, riskeren we een dode patiënt op ons geweten. Ook valt een verkeersongeval bij oververmoeide collega's nooit uit te sluiten."