...

De arts, diensthoofd anesthesie in een ziekenhuis, had zich in de loop van 2020 in een medisch online tijdschrift kritisch uitgelaten over de sanitaire maatregelen ter bestrijding van de pandemie. Dit werd door iemand gesignaleerd aan de voorzitter van de nationale raad van de Orde der artsen, die op zijn beurt de voorzitter van de bevoegde provinciale raad van de Orde op de hoogte bracht.Deze voorzitter verwees de arts naar de provinciale raad wegens het verspreiden van informatie die strijdig was met de waarheid en die misleidend kon zijn voor het brede publiek. De provinciale raad legde aan de arts de minst zware tuchtsanctie op, een waarschuwing. Hiertegen ging de arts in beroep bij de Franstalige raad van beroep die op 13 december 2022 deze sanctie bevestigde. Tegen deze beslissing tekende de arts beroep aan bij het Hof van Cassatie.Vrijheid van meningsuitingIn zijn arrest (ECLI:CASS:2024:ARR.20241212) herinnert het Hof van Cassatie vooreerst aan de bescherming van de vrijheid van meningsuiting door artikel 10 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en artikel 19 van de Belgische Grondwet. Volgens het Hof mag de vrijheid van meningsuiting niet worden beperkt tot meningen die algemeen worden aanvaard; zij geldt ook voor informatie die kwetst of die onrust veroorzaakt. Volgens het Hof van Cassatie kan een overheid, en meer bepaald een tuchtrechtelijke overheid, de vrijheid van meningsuiting niet begrenzen van iemand die een waardeoordeel velt in een debat dat een algemeen belang dient en waar zekerheid niet bestaat, tenzij dit waardeoordeel niet of onvoldoende steunt op een feitelijke basis. Om dit laatste beoordelen kan de tuchtrechtelijke overheid het uitgedrukte waardeoordeel niet vervangen door een ander waardeoordeel dat haar voorkeur wegdraagt. Door dit toch te doen heeft de raad van beroep de vrijheid van meningsuiting van de arts geschonden. Bijgevolg wordt de beslissing vernietigd. De zaak wordt verwezen naar een anders samengestelde Franstalige raad van beroep van de Orde der artsen.