...

De gynaecologe werd vervolgd omdat zij niet de gepaste initiatieven zou hebben genomen om tot een correcte diagnose van baarmoederhalskanker te komen. Er was volgens het hof onvoldoende zekerheid dat een (meer) zorgvuldig en vooruitziend optreden van de gynaecologe het overlijden van haar patiënte had kunnen vermijden.Veroordeling door rechtbank DendermondeAanvankelijk moest de gynaecologe zich voor de rechtbank van eerste aanleg in Dendermonde verantwoorden voor onopzettelijke doding en schuldig verzuim (het niet verlenen van hulp aan een persoon in groot gevaar). De rechtbank verklaarde de gynaecologe schuldig aan onopzettelijke doding, maar sprak haar vrij voor het schuldig verzuim. Tegen de veroordeling ging zij in beroep.De beoordeling door het HofIn een tussenarrest van 20 november 2023 stelde het hof van beroep een college van deskundigen aan. Uit hun advies bleek dat reeds tijdens een consultatie op 29 maart 2012 de vrouw melding had gemaakt van lage rug- en buikpijn, bloedverlies, gewichtstoename en vermoeidheid. De gynaecologe deed verschillende onderzoeken maar haar nota's maakten nergens melding van enige diagnose die wees op baarmoederhalskanker. Pas op 16 november 2012 stelde een andere gynaecoloog na een second opinion aanwijzingen van een tumor vast. Voor het hof van beroep stond het vast dat de vervolgde gynaecologe na de consultatie op 29 maart 2012 onvoldoende betrokkenheid toonde met haar patiënte. Zij had binnen drie tot zes maanden een PAP-test moeten afnemen. Zij lichtte haar patiënte niet correct en volledig in, liet het dossier op zijn beloop en draalde manifest om de gepaste onderzoeken uit te voeren (of te laten uitvoeren) om tot een correcte diagnose te komen. Zij vertoonde hierbij een gebrek aan vooruitzicht en voorzorg.VrijspraakNiettemin was er volgens het hof geen sprake van onopzettelijke doding. Er was onvoldoende zekerheid dat de onzorgvuldigheid van de gynaecologe - waardoor niet tijdig een gepaste diagnose werd gesteld - doorslaggevend was in de ontwikkeling van het ziekteproces. Er was ook onvoldoende zekerheid dat de onzorgvuldigheid van de gynaecologe - waardoor niet tijdig een gepast diagnose werd gesteld - doorslaggevend was in de ontwikkeling van het ziekteproces. Omwille van deze twijfel kon onopzettelijke doding niet worden bewezen.Er was voor het hof ook geen sprake van schuldig verzuim omdat er onvoldoende zekerheid was dat de beklaagde wist dat haar patiënt in ernstig gevaar verkeerde; besmet was met het HPV-virus; er kwaadaardige of tumorcellen aanwezig waren in de baarmoeder en er sprake was van (indiciën van) baarmoederhalskanker.