Beste dokter Van Bijsterveld,

In het vorige nummer van de Artsenkrant verbaasde u zich erover dat wij geen voorstander zijn om gezonde mensen korting te geven op hun ziekenfonds. U vroeg ook wat ons sociaal voorstel is om de gezonde levensstijl te promoten.

Heel graag wil ik op uw vraag ingaan en onze visie uit de doeken doen. Na het lezen van uw opiniestuk denk ik zelfs dat we het over heel wat zaken eens zijn.

Ik ben namelijk ook absoluut voorstander van preventie. Ik ben de eerste om toe te geven dat we daar vandaag veel te weinig op inzetten. Van alle financiële middelen in de gezondheidszorg gaat vandaag minder dan 1 procent naar preventie. Dat is eigenlijk onaanvaardbaar.

Gezondheid bereik je het best door een omgeving te creëren waarin mensen de gezonde keuzes maken.

In onze gezondheidszorg heerst nog altijd het principe: we lossen de problemen op als ze zich stellen. Terwijl we allemaal weten dat het veel beter is - en ook veel goedkoper - om te voorkomen dat mensen ziek worden. Middelen die we nu inzetten om ziektes te bestrijden, moeten we gebruiken om te voorkomen dat we diezelfde ziektes krijgen.

Dat vereist een omslag van denken, maar het is de plicht van alle partners op het terrein om die omslag te maken. Uiteindelijk zijn de middelen die we aan de gezondheidszorg besteden van ons allemaal. Iedereen betaalt sociale bijdragen. Het is niet meer dan logisch dat we efficiënt met die middelen omgaan.

Tandzorg

Preventie alleen is echter niet zaligmakend. Kijken we bijvoorbeeld naar de tandzorg. Om problemen met het gebit te voorkomen, worden voor de jongste kinderen twee tandartsbezoeken per jaar aangeraden. Financieel is er geen bezwaar, want behalve orthodontie worden alle tandzorgverstrekkingen volledig terugbetaald tot en met de leeftijd van 17 jaar.

Wat blijkt nu uit CM-onderzoek? Een kwart van de kinderen en jongeren tussen 6 en 18 jaar ging in 2016 niet naar de tandarts. Zelfs 'gratis' volstaat niet om ouders aan te zetten om het gebit van hun kinderen te laten controleren.

Het is een moeilijkheid waar we voortdurend mee geconfronteerd worden: zelfs als je middelen vrijmaakt om aan preventie te doen, is er toch altijd een grote groep die je niet bereikt.

Liberale denken

En net daarom ben ik geen voorstander van het belonen/straffen van mensen die gezond/ongezond leven. Dat impliceert namelijk dat elk individu de vrije keuze heeft om een gezonde of ongezonde levensstijl te hanteren. Dat is ook wat het liberale denken ons wil laten geloven. Die vrije keuze is er echter lang niet altijd.

Als iedereen in jouw omgeving rookt, is het als individu veel moeilijker om een andere keuze te maken. Als fastfood rondom jou de norm is, wordt de keuze voor gezonde voeding een stuk moeilijker. Woon je in een huis dat slecht geïsoleerd is, dan zal je het in de winter sowieso moeilijk hebben om je op te warmen. En als je naast een snelweg woont, adem je automatisch veel fijn stof in.

Net daarom is het heel cru om tegen mensen te zeggen: maak zelf maar de keuze, wij zullen je er achteraf op afrekenen door je te straffen of te belonen. Dat gaat in tegen alle principes van solidariteit.

Omgeving

Gezondheid hangt nu eenmaal samen met de omgeving waarin je leeft. Gezondheid bereik je dan ook het best door een omgeving te creëren waarin mensen de gezonde keuzes maken.

In de plaats van te straffen of te belonen, vragen we ons beter af waarom we vandaag nog altijd zo makkelijk sigaretten of alcohol kunnen kopen. Of waarom onze mobiliteit vandaag nog altijd zo sterk gericht is op autoverkeer en minder op betere fietspaden of openbaar vervoer.

Als gezondheidsfonds kiest CM voor een brede visie op gezondheid. Gezondheid gaat over veel meer dan ziek of niet ziek zijn. Gezondheid heeft evenveel te maken met huisvesting, onderwijs, mobiliteit, werk ...

Willen we echt de gezonde levensstijl promoten, dan moeten we als samenleving op al die domeinen inzetten. En mogen we geen mensen achterlaten die de pech hebben dat ze moeten opgroeien in een omgeving waarin ze minder kansen krijgen. Pas dan kunnen we zeggen dat we op een sociale manier de gezondheid van mensen bevorderen.

Beste dokter Van Bijsterveld,In het vorige nummer van de Artsenkrant verbaasde u zich erover dat wij geen voorstander zijn om gezonde mensen korting te geven op hun ziekenfonds. U vroeg ook wat ons sociaal voorstel is om de gezonde levensstijl te promoten. Heel graag wil ik op uw vraag ingaan en onze visie uit de doeken doen. Na het lezen van uw opiniestuk denk ik zelfs dat we het over heel wat zaken eens zijn.Ik ben namelijk ook absoluut voorstander van preventie. Ik ben de eerste om toe te geven dat we daar vandaag veel te weinig op inzetten. Van alle financiële middelen in de gezondheidszorg gaat vandaag minder dan 1 procent naar preventie. Dat is eigenlijk onaanvaardbaar.In onze gezondheidszorg heerst nog altijd het principe: we lossen de problemen op als ze zich stellen. Terwijl we allemaal weten dat het veel beter is - en ook veel goedkoper - om te voorkomen dat mensen ziek worden. Middelen die we nu inzetten om ziektes te bestrijden, moeten we gebruiken om te voorkomen dat we diezelfde ziektes krijgen. Dat vereist een omslag van denken, maar het is de plicht van alle partners op het terrein om die omslag te maken. Uiteindelijk zijn de middelen die we aan de gezondheidszorg besteden van ons allemaal. Iedereen betaalt sociale bijdragen. Het is niet meer dan logisch dat we efficiënt met die middelen omgaan.TandzorgPreventie alleen is echter niet zaligmakend. Kijken we bijvoorbeeld naar de tandzorg. Om problemen met het gebit te voorkomen, worden voor de jongste kinderen twee tandartsbezoeken per jaar aangeraden. Financieel is er geen bezwaar, want behalve orthodontie worden alle tandzorgverstrekkingen volledig terugbetaald tot en met de leeftijd van 17 jaar. Wat blijkt nu uit CM-onderzoek? Een kwart van de kinderen en jongeren tussen 6 en 18 jaar ging in 2016 niet naar de tandarts. Zelfs 'gratis' volstaat niet om ouders aan te zetten om het gebit van hun kinderen te laten controleren.Het is een moeilijkheid waar we voortdurend mee geconfronteerd worden: zelfs als je middelen vrijmaakt om aan preventie te doen, is er toch altijd een grote groep die je niet bereikt. Liberale denkenEn net daarom ben ik geen voorstander van het belonen/straffen van mensen die gezond/ongezond leven. Dat impliceert namelijk dat elk individu de vrije keuze heeft om een gezonde of ongezonde levensstijl te hanteren. Dat is ook wat het liberale denken ons wil laten geloven. Die vrije keuze is er echter lang niet altijd.Als iedereen in jouw omgeving rookt, is het als individu veel moeilijker om een andere keuze te maken. Als fastfood rondom jou de norm is, wordt de keuze voor gezonde voeding een stuk moeilijker. Woon je in een huis dat slecht geïsoleerd is, dan zal je het in de winter sowieso moeilijk hebben om je op te warmen. En als je naast een snelweg woont, adem je automatisch veel fijn stof in.Net daarom is het heel cru om tegen mensen te zeggen: maak zelf maar de keuze, wij zullen je er achteraf op afrekenen door je te straffen of te belonen. Dat gaat in tegen alle principes van solidariteit.OmgevingGezondheid hangt nu eenmaal samen met de omgeving waarin je leeft. Gezondheid bereik je dan ook het best door een omgeving te creëren waarin mensen de gezonde keuzes maken. In de plaats van te straffen of te belonen, vragen we ons beter af waarom we vandaag nog altijd zo makkelijk sigaretten of alcohol kunnen kopen. Of waarom onze mobiliteit vandaag nog altijd zo sterk gericht is op autoverkeer en minder op betere fietspaden of openbaar vervoer.Als gezondheidsfonds kiest CM voor een brede visie op gezondheid. Gezondheid gaat over veel meer dan ziek of niet ziek zijn. Gezondheid heeft evenveel te maken met huisvesting, onderwijs, mobiliteit, werk ... Willen we echt de gezonde levensstijl promoten, dan moeten we als samenleving op al die domeinen inzetten. En mogen we geen mensen achterlaten die de pech hebben dat ze moeten opgroeien in een omgeving waarin ze minder kansen krijgen. Pas dan kunnen we zeggen dat we op een sociale manier de gezondheid van mensen bevorderen.