...

De meeste patiënten zijn bang voor een narcose. Schrik om niet meer wakker te worden of om hersenschade op te lopen. Artsen stellen hun patiënten gerust. Maar het is niet helemaal duidelijk of er al dan niet, en zo ja, in welke omstandigheden neurologische schade kan optreden. En gaat het hier dan om een tijdelijk effect of is de schade permanent? Interessante vragen, die de onderzoeksgroep anesthesie van het Limburg Clinical Research Programme UHasselt-ZOL-Jessa (LCRP) wil onderzoeken. Daarvoor werd dit weekend een grant van 10.000 euro toegekend door de Belgische Vereniging voor Anesthesie en Reanimatie.Cathy De Deyne en Frank Jans, beide anesthesist in het ZOL en deeltijds docent aan de faculteit geneeskunde van Hasselt, coördineren met medewerking van doctoraatsstudente Ingrid Meex een project in het kader van een gezamenlijke doctoraatsstudie van de UHasselt en het ZOL. "Wij zijn in dit project niet op zoek naar een sluitend antwoord op de klassieke vraag of anesthesie op zich schade kan veroorzaken, maar we onderzoeken via een techniek van cerebrale oxymetrie het verband tussen zuurstofgehaltes in de hersenen en een aantal postoperatieve parameters die hersenactiviteit reflecteren", legt Prof. De Deyne uit. "We meten al jaren het zuurstofgehalte van de hersenen. Tijdens bepaalde operaties is er een tijdelijke daling van dat zuurstofgehalte. Nu willen we onderzoeken wat dat effect van de tijdelijke daling precies is. Heeft de patiënt achteraf nog ergens last van? Heeft hij moeite met zijn geheugen? Of met bepaalde andere taken? En als dit het geval is: gaat het dan om een tijdelijk effect of is de schade permanent?", vertelt de promotor van het project. De literatuur is vaag. Men heeft bijvoorbeeld vastgesteld dat na langdurige hartoperaties de geheugenfunctie verstoord kan zijn. "Is dat het gevolg van de anesthesie, van de langdurige ingreep, of van het verblijf op IZ? Of van bijvoorbeeld langere episodes van lagere cerebrale perfusiedruk?" vraagt Jans zich af. Intensievere monitoring Voor het onderzoek koos men voor een patiëntengroep die een schouderoperatie moest ondergaan. "Een deelgroep wordt geopereerd in strandstoelpositie, waarbij de patiënten rechtop zitten, en een andere in zijdelingse positie", legt Jans uit. Tijdens de schouderoperaties trachten de anesthesisten de bloeddruk laag te houden, omdat de chirurg dan optimaler kan werken. "Gezien de operatie in beach-chair positie én bij lage bloeddruk doorgaat, waardoor de cerebrale saturaties vaak dalen tot mogelijks kritische waarden, kozen we voor dit model", zegt Jans.In samenwerking met psychologen gaat men pre- en postoperatief , na 24 uur en na drie maanden via gevoelige neuropsychologische testen na of er tekens zijn van veranderingen op het psychologische en cognitieve vlak. Men evalueert factoren als geheugen, concentratie, vermoeidheid en depressie."Indien zou blijken dat er inderdaad enig aantoonbaar neuro-cognitief deficit aanwezig is bij de patiëntengroep met lagere cerebrale saturaties, zal dat leiden tot het gebruik van intensievere monitoringtechnieken bij alle operaties waarbij lagere cerebrale saturaties te verwachten zijn", besluit Jans.