De digitalisering van onze gezondheidszorg, meer in het bijzonder het voorschrijfproces, was voor het hele coronagebeuren eigenlijk maar een kabbelend beekje.

Tijdens de covidcrisis kwamen we echter in een digitale stroomversnelling terecht. In een paar maanden tijd gingen we digitaal tien tot twaalf jaar vooruit. Dat is goed. Laat ons eerlijk zijn, het was nodig.

Nu stevent onze patiënt echter op een waterval af. Onze patiënt dreigt digitaal te pletter te vallen door onze rush naar álles digitaal.

We worden als apotheker en arts de laatste tijd overstelpt met de berichten dat de voorschriften digitaal gaan. Je kan er niet naast kijken. Maar de manier waarover hier gecommuniceerd wordt, laat in mijn ogen de patiënt in de kou staan.

Eerst en vooral is de angst voor de waterval helemaal niet nodig. Er wordt steeds gezegd dat vanaf 15 september alle voorschriften digitaal gaan. Dat doet uitschijnen dat er na die datum geen voorschriften meer moeten afgedrukt worden op papier. Handig, lijkt het, zeker nu artsen al een maand één voorschrift per geneesmiddel moeten afdrukken. Maar vergis je niet. Die datum is enkel een deadline voor softwarefirma's om klaar te zijn. Niet dé datum waarop alles in een vingerknip digitaal moet zijn. En het één geneesmiddel/één voorschrift-principe, dat vervelend genoeg al even actief is, is o.a. in het leven geroepen om digitale patiënten ook digitaal te laten zijn.

Immers, als er meerder geneesmiddelen op één voorschrift staan, en de patiënt heeft ze niet allemaal nodig, dan moet de apotheek een uitgesteld briefje maken... op papier dus.

Het is blijkbaar ook technisch nodig, om bv. voorschrijven vanuit het medicatieschema mogelijk te maken. Maar daar heb ik geen kaas van gegeten.

Het is vreselijk om te zien dat de patiënt zomaar met de waterval meegesleurd wordt

Maar dat probleem van meer papier is slechts tijdelijk want vanaf 15 september moeten softwarehuizen het mogelijk maken om 4 verschillende voorschriften op één A4-blad te kunnen printen. Het had beter gekund, ik geef toe... Maar we maken er dus beter een rivier van in plaats van een waterval.

Het digitaal voorschrijven heeft wel degelijk veel voordelen. Elk voorschrift dat een arts maakt, komt in een beveiligde database terecht. Het nieuwe is dat de apotheker die database nu ook kan raadplegen, na inlezen van de eID van de patiënt.

We hebben nu dus niet twee, maar drie manieren om aan een voorschrift te geraken. Dit kan handig zijn voor patiënten die niet fysiek naar de apotheek kunnen komen. Quarantaine bijvoorbeeld, we kennen het ondertussen wel. Een voorschrift na bv. een telefonisch consult kan zo gemakkelijk opgeroepen worden én verwerkt. Al duurt dat blijkbaar in sommige apotheeksoftwarepakketten een eeuwigheid.

Het lijkt een uitgelezen moment om meteen al het papier achterwege te laten en gewoon meteen volledig digitaal te gaan. Niet dus. Want dan denken we niet aan onze patiënt. Los van het digitale gebeuren mogen we nooit vergeten dat die patiënt een overzicht moet kunnen bewaren over zijn of haar voorschriften. Wat werd voorgeschreven? Hoeveel voorschriften heb ik? Hoe lang kan ik verder? Het maakt deel uit van de autonomie van de patiënt. De patiënt die centraal staat en verantwoordelijk is voor de regie van de eigen gezondheid.

Het is vreselijk te moeten zien dat we dit ontnemen en toelaten dat de patiënt zomaar met de waterval meegesleurd wordt.

Van artsen wordt verwacht dat ze hun patiënten mee sensibiliseren om digitaal te gaan. Maar dan moeten ze ook op de hoogte zijn van de verschillende mogelijkheden. Mijngezondheid.be, Helena, Voorschrift Op Zak ... Velen kennen het niet of weten zélf niet hoe het werkt. Hoe kan je dan verwachten dat de patiënt het kan? Hoe kan je dan verwachten dat je patiënt het zal doen?

Digitaal is inderdaad de toekomst. Het is een absolute meerwaarde. Maar niet ten koste van alles en al zeker niet ten koste van onze patiënt.

Voor mij is het eenvoudig: we moeten met z'n allen het momentum grijpen om te sensibiliseren digitaal te gaan, maar bij het opmaken van het voorschrift moet de arts de keuze laten aan de patiënt om de voorschriften op papier op te volgen ofwel digitaal.

Hoe de patiënt het overzicht wil bewaren over zijn voorschriften, dat bepaalt de patiënt zelf en niet wij.

De digitalisering van onze gezondheidszorg, meer in het bijzonder het voorschrijfproces, was voor het hele coronagebeuren eigenlijk maar een kabbelend beekje.Tijdens de covidcrisis kwamen we echter in een digitale stroomversnelling terecht. In een paar maanden tijd gingen we digitaal tien tot twaalf jaar vooruit. Dat is goed. Laat ons eerlijk zijn, het was nodig.Nu stevent onze patiënt echter op een waterval af. Onze patiënt dreigt digitaal te pletter te vallen door onze rush naar álles digitaal. We worden als apotheker en arts de laatste tijd overstelpt met de berichten dat de voorschriften digitaal gaan. Je kan er niet naast kijken. Maar de manier waarover hier gecommuniceerd wordt, laat in mijn ogen de patiënt in de kou staan.Eerst en vooral is de angst voor de waterval helemaal niet nodig. Er wordt steeds gezegd dat vanaf 15 september alle voorschriften digitaal gaan. Dat doet uitschijnen dat er na die datum geen voorschriften meer moeten afgedrukt worden op papier. Handig, lijkt het, zeker nu artsen al een maand één voorschrift per geneesmiddel moeten afdrukken. Maar vergis je niet. Die datum is enkel een deadline voor softwarefirma's om klaar te zijn. Niet dé datum waarop alles in een vingerknip digitaal moet zijn. En het één geneesmiddel/één voorschrift-principe, dat vervelend genoeg al even actief is, is o.a. in het leven geroepen om digitale patiënten ook digitaal te laten zijn. Immers, als er meerder geneesmiddelen op één voorschrift staan, en de patiënt heeft ze niet allemaal nodig, dan moet de apotheek een uitgesteld briefje maken... op papier dus. Het is blijkbaar ook technisch nodig, om bv. voorschrijven vanuit het medicatieschema mogelijk te maken. Maar daar heb ik geen kaas van gegeten.Maar dat probleem van meer papier is slechts tijdelijk want vanaf 15 september moeten softwarehuizen het mogelijk maken om 4 verschillende voorschriften op één A4-blad te kunnen printen. Het had beter gekund, ik geef toe... Maar we maken er dus beter een rivier van in plaats van een waterval.Het digitaal voorschrijven heeft wel degelijk veel voordelen. Elk voorschrift dat een arts maakt, komt in een beveiligde database terecht. Het nieuwe is dat de apotheker die database nu ook kan raadplegen, na inlezen van de eID van de patiënt.We hebben nu dus niet twee, maar drie manieren om aan een voorschrift te geraken. Dit kan handig zijn voor patiënten die niet fysiek naar de apotheek kunnen komen. Quarantaine bijvoorbeeld, we kennen het ondertussen wel. Een voorschrift na bv. een telefonisch consult kan zo gemakkelijk opgeroepen worden én verwerkt. Al duurt dat blijkbaar in sommige apotheeksoftwarepakketten een eeuwigheid.Het lijkt een uitgelezen moment om meteen al het papier achterwege te laten en gewoon meteen volledig digitaal te gaan. Niet dus. Want dan denken we niet aan onze patiënt. Los van het digitale gebeuren mogen we nooit vergeten dat die patiënt een overzicht moet kunnen bewaren over zijn of haar voorschriften. Wat werd voorgeschreven? Hoeveel voorschriften heb ik? Hoe lang kan ik verder? Het maakt deel uit van de autonomie van de patiënt. De patiënt die centraal staat en verantwoordelijk is voor de regie van de eigen gezondheid.Het is vreselijk te moeten zien dat we dit ontnemen en toelaten dat de patiënt zomaar met de waterval meegesleurd wordt.Van artsen wordt verwacht dat ze hun patiënten mee sensibiliseren om digitaal te gaan. Maar dan moeten ze ook op de hoogte zijn van de verschillende mogelijkheden. Mijngezondheid.be, Helena, Voorschrift Op Zak ... Velen kennen het niet of weten zélf niet hoe het werkt. Hoe kan je dan verwachten dat de patiënt het kan? Hoe kan je dan verwachten dat je patiënt het zal doen?Digitaal is inderdaad de toekomst. Het is een absolute meerwaarde. Maar niet ten koste van alles en al zeker niet ten koste van onze patiënt.Voor mij is het eenvoudig: we moeten met z'n allen het momentum grijpen om te sensibiliseren digitaal te gaan, maar bij het opmaken van het voorschrift moet de arts de keuze laten aan de patiënt om de voorschriften op papier op te volgen ofwel digitaal.Hoe de patiënt het overzicht wil bewaren over zijn voorschriften, dat bepaalt de patiënt zelf en niet wij.