De cijfers komen uit een milieurapport van de Vlaamse milieuadministratie op basis van analyses uitgevoerd door Sciensano.

Vergrijzing

De studie stelt dat de mortaliteit toeneemt indien temperaturen ver boven of ver onder het optimum liggen. Dat optimum blijkt ook locatie-specifiek te zijn. Inwoners van Zuid-Europese landen zijn beter bestand tegen hoge temperaturen dan Belgen en Nederlanders.

Kwetsbare groepen zijn ouderen, mensen met hart- en vaatziekten en ademhalingsproblemen en mogelijk ook baby's en kinderen jonger dan vier jaar. Hele jonge kinderen zijn een risicogroep omdat hun temperatuurregulatie nog in ontwikkeling is en er sneller uitdroging kan optreden. Met de vergrijzing stijgt ook het aantal mensen dat gevoelig is voor hittestress.

Warme nachten

De gezondheidseffecten kunnen rechtstreeks verband houden met de hitte. Dan gaat het over hitteberoertes, hittemoeheid, hittestress en uitdroging. Of de hitte kan bestaande ademhalings-, hart- en vaatziekten, elektrolytstoornissen en nierproblemen verergeren. Effecten treden meestal dezelfde dag en de daaropvolgende drie dagen op.

Men zou verwachten dat de sterfte tijdens een hittegolf voorkomt bij gevoelige personen die anders in de daaropvolgende weken of maanden zouden gestorven zijn. Toch geeft wetenschappelijk onderzoek hierover geen eenduidige aanwijzingen.

Wel zijn er aanwijzingen dat vooral hoge nachtelijke minimumtemperaturen voor gezondheidsproblemen kunnen zorgen. De reden is eenvoudig: na blootstelling aan hittestress overdag hebben mensen 's nachts onvoldoende rust. En dus recupereren ze onvoldoende.

Drie zomers lang

Tijdens de Belgische zomers van 2003, 2006 en 2010 werd de grootste oversterfte opgetekend. In 2003 hield de hittegolf 13 dagen aan. Dat leidde die zomer tot een oversterfte van 2.494 personen. Drie jaar later, in 2006, waren er twee hittegolven van respectievelijk 6 en 33 dagen. Toen bedroeg de oversterfte 2.245 mensen. En eind juni en de eerste helft van juli 2010 tekende men hittegolven van 13 en 8 dagen op. Met een oversterfte van 2.313 mensen tot gevolg.

Niet toevallig werden in de zomers van 2003, 2006 en 2010 ook het hoogste aantal nachten genoteerd met een minimumtemperatuur boven 20°C. Het aantal dagen met hoge ozonconcentraties lag tijdens die drie zomers eveneens hoger dan andere jaren.

Vroeggeboortes

Hoge omgevingstemperaturen blijken in Vlaanderen ook te leiden tot significant meer vroeggeboortes (na 36 weken of minder zwangerschap). In West-Europa is dit de belangrijkste doodsoorzaak bij pasgeborenen. En kinderen die overleven kunnen tot op volwassen leeftijd gezondheidseffecten ondervinden.

Specifiek zouden vroeggeboortes uitgelokt worden wanneer de nachtelijke minimumtemperatuur van 8,3°C (mediaan in de periode 1998-2011) naar 16,3°C stijgt. Het risico op vroeggeboorte neemt dan met 8,5% toe. Loopt de minimumtemperatuur op tot 19°C dan verhoogt het risico zelfs met 15,6%. In het geval de dagelijkse maximumtemperatuur stijgt van 14,7°C (in de periode 1998-2011) naar 26,5°C dan verhoogt het risico op vroeggeboorte met 9,6%. Gaat de maximumtemperatuur naar 30,7% dan stijgt het risico op vroeggeboorte zelfs tot 14,5%.

Kwetsbare steden

Het rapport stelt ook dat 'publieke bewustwording' en de 'installatie van een opvolgingssysteem' het aantal hittedoden sterk kan terugdringen.

Een analyse van de zomer van 2013 leert dat sensibilisering helpt, zo luidt het. Ondanks twee hittegolven en een lang aanhoudende periode van hoge temperaturen steeg het aantal overlijdens dat jaar niet significant.

Omdat de hitte vooral geconcentreerd zit in de steden -beton, asfalt en stenen houden warmte vast- en vooral 's nachts staan mensen er meer bloot aan hittestress. Bovendien spelen in een stedelijke omgeving ook socio-economische factoren -sociale isolatie, dakloosheid, verminderde mobiliteit en lagere inkomens- een rol in de verhoogde gevoeligheid. Specifiek in steden kunnen groene ruimten met voldoende vegetatie en wateroppervlakten de impact van hitteperiodes reduceren.

België beschikt over een hitte- en ozonpiekenplan. Een uitvloeisel daarvan is het Vlaamse Warmteactieplan en een Campagne Warme Dagen, zijnde informatie- en preventiemaatregelen om de gevolgen van grote hitte te beperken.

De cijfers komen uit een milieurapport van de Vlaamse milieuadministratie op basis van analyses uitgevoerd door Sciensano.De studie stelt dat de mortaliteit toeneemt indien temperaturen ver boven of ver onder het optimum liggen. Dat optimum blijkt ook locatie-specifiek te zijn. Inwoners van Zuid-Europese landen zijn beter bestand tegen hoge temperaturen dan Belgen en Nederlanders.Kwetsbare groepen zijn ouderen, mensen met hart- en vaatziekten en ademhalingsproblemen en mogelijk ook baby's en kinderen jonger dan vier jaar. Hele jonge kinderen zijn een risicogroep omdat hun temperatuurregulatie nog in ontwikkeling is en er sneller uitdroging kan optreden. Met de vergrijzing stijgt ook het aantal mensen dat gevoelig is voor hittestress. De gezondheidseffecten kunnen rechtstreeks verband houden met de hitte. Dan gaat het over hitteberoertes, hittemoeheid, hittestress en uitdroging. Of de hitte kan bestaande ademhalings-, hart- en vaatziekten, elektrolytstoornissen en nierproblemen verergeren. Effecten treden meestal dezelfde dag en de daaropvolgende drie dagen op.Men zou verwachten dat de sterfte tijdens een hittegolf voorkomt bij gevoelige personen die anders in de daaropvolgende weken of maanden zouden gestorven zijn. Toch geeft wetenschappelijk onderzoek hierover geen eenduidige aanwijzingen. Wel zijn er aanwijzingen dat vooral hoge nachtelijke minimumtemperaturen voor gezondheidsproblemen kunnen zorgen. De reden is eenvoudig: na blootstelling aan hittestress overdag hebben mensen 's nachts onvoldoende rust. En dus recupereren ze onvoldoende.Tijdens de Belgische zomers van 2003, 2006 en 2010 werd de grootste oversterfte opgetekend. In 2003 hield de hittegolf 13 dagen aan. Dat leidde die zomer tot een oversterfte van 2.494 personen. Drie jaar later, in 2006, waren er twee hittegolven van respectievelijk 6 en 33 dagen. Toen bedroeg de oversterfte 2.245 mensen. En eind juni en de eerste helft van juli 2010 tekende men hittegolven van 13 en 8 dagen op. Met een oversterfte van 2.313 mensen tot gevolg.Niet toevallig werden in de zomers van 2003, 2006 en 2010 ook het hoogste aantal nachten genoteerd met een minimumtemperatuur boven 20°C. Het aantal dagen met hoge ozonconcentraties lag tijdens die drie zomers eveneens hoger dan andere jaren.Hoge omgevingstemperaturen blijken in Vlaanderen ook te leiden tot significant meer vroeggeboortes (na 36 weken of minder zwangerschap). In West-Europa is dit de belangrijkste doodsoorzaak bij pasgeborenen. En kinderen die overleven kunnen tot op volwassen leeftijd gezondheidseffecten ondervinden.Specifiek zouden vroeggeboortes uitgelokt worden wanneer de nachtelijke minimumtemperatuur van 8,3°C (mediaan in de periode 1998-2011) naar 16,3°C stijgt. Het risico op vroeggeboorte neemt dan met 8,5% toe. Loopt de minimumtemperatuur op tot 19°C dan verhoogt het risico zelfs met 15,6%. In het geval de dagelijkse maximumtemperatuur stijgt van 14,7°C (in de periode 1998-2011) naar 26,5°C dan verhoogt het risico op vroeggeboorte met 9,6%. Gaat de maximumtemperatuur naar 30,7% dan stijgt het risico op vroeggeboorte zelfs tot 14,5%.Het rapport stelt ook dat 'publieke bewustwording' en de 'installatie van een opvolgingssysteem' het aantal hittedoden sterk kan terugdringen. Een analyse van de zomer van 2013 leert dat sensibilisering helpt, zo luidt het. Ondanks twee hittegolven en een lang aanhoudende periode van hoge temperaturen steeg het aantal overlijdens dat jaar niet significant.Omdat de hitte vooral geconcentreerd zit in de steden -beton, asfalt en stenen houden warmte vast- en vooral 's nachts staan mensen er meer bloot aan hittestress. Bovendien spelen in een stedelijke omgeving ook socio-economische factoren -sociale isolatie, dakloosheid, verminderde mobiliteit en lagere inkomens- een rol in de verhoogde gevoeligheid. Specifiek in steden kunnen groene ruimten met voldoende vegetatie en wateroppervlakten de impact van hitteperiodes reduceren.België beschikt over een hitte- en ozonpiekenplan. Een uitvloeisel daarvan is het Vlaamse Warmteactieplan en een Campagne Warme Dagen, zijnde informatie- en preventiemaatregelen om de gevolgen van grote hitte te beperken.