Een orthopedagoog moet alle competenties vereist voor het beroep op autonome wijze kunnen beoefenen. Dat vereist een vijfjarige universitaire opleiding met praktijkstages, een professionele stage en permanente bijscholing met intervisie.
...
De Hoge Gezondheidsraad brengt een advies uit over klinische orthopedagogiek dat verder richting moet geven aan het uitwerken van opleidingstrajecten en de erkenningscriteria door de Federale Raad van Geestelijke Gezondheidsberoepen.De huidige opleidingstrajecten die leiden naar de uitoefening van dit beroep verschillen nogal naargelang de universiteit en tussen de verschillende delen van het land. Het advies vertrekt vanuit een duidelijke gemeenschappelijke basis.De HGR vertrekt van de volgende definitie:En verder:CanMedsHet referentiekader is "interactioneel, ecologisch en systemisch van aard", luidt het. De klinische orthopedagoog ziet problemen niet als individuele kwesties maar als een afstemmingsprobleem tussen pedagogische vraag en aanbod.De orthopedagoog werkt in dialoog en als lid van een multidisciplinair team aan het maximaliseren van de ontwikkelings- en ontplooiingskansen. Hierbij staat de kwaliteit van het leven en de participatie aan het maatschappelijke leven centraal.De orthopedagoog werkt daarbij vanuit een biopsychosociaal verklaringsmodel.De ruggengraat van het HGR-advies vormt het vastleggen van het competentieprofiel van de klinisch orthopedagoog naar het stramien van de CanMeds. Een belangrijke inspiratie vormde het 'Beroepscompetentieprofiel voor de orthopedagoog-generalist' van de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO, 2014).Federale Raad De onlangs geïnstalleerde Federale Raad van Geestelijke Gezondheidsberoepen heeft als taak de formele 'minimale' erkenningscriteria uit te werken - dat gebeurt in overleg met de klinisch psychologen. De HGR wil daar niet op vooruitlopen maar wil wel met het opgestelde competentieprofiel richtinggevend zijn. De wet van 10 juli 2016 legt afgestudeerde orthopedagogen die de klinische orthopedagogiek willen bedrijven ook nog een professionele stage op. Volgens de HGR worden de meeste competenties al bereikt tijdens de basisopleiding. De professionele stage zou het best de vorm aannemen van een gesuperviseerde praktijk, die het autonome handelen moet versterken.Deontologische codeDe kwaliteit is een aandachtspunt voor de professionele stage maar ook voor de permanente bijscholing achteraf. Daarbij hoort het onderschrijven van een deontologische code. De HGR stelt vast dat de code die de Vlaamse Vereniging van Orthopedagogen heeft opgesteld een zeer goed vertrekpunt is. De Association Francophone des Orthopédagogues cliniciens bestudeert de tekst van de VVO om tot een eigen code te komen. De HGR pleit voor een gemeenschappelijke code voor het hele land.Het HGR-advies vraagt ten slotte een duidelijke titelbescherming voor de klinisch orthopedagogen zoals die er gekomen is voor de psychologen.Het advies vindt u op de website van de Hoge Gezondheidsraad.