Dokter Verpoest is pas terug van een missie in Rwanda. "Ik heb meer moeite om mij na mijn terugkeer in België aan te passen dan in Afrika", zegt Marc Verpoest. En hij meent het. De afgelopen vijf jaar heeft hij er vijf Afrikaanse missies voor Artsen zonder Vakantie (AZV) opzitten, met vijf verschillende teams, in vijf verschillende ziekenhuizen. "Af en toe neem ik ook écht vakantie: dan ga ik vrienden opzoeken in Rwanda. Ik voel me echt thuis in Afrika."

Inzake humanitaire hulpverlening bent u eerder een laatbloeier. Hoe bent u bij Artsen zonder Vakantie terecht gekomen?

Ik heb 37 jaar voor het AZ Sint-Lucas Ziekenhuis Gent gewerkt, waarvan een aantal jaren als diensthoofd materniteit. Dan komt het er eenvoudig niet van omdat je geen tijd hebt. Op mijn 67ste ben ik met pensioen gegaan, te oud dacht ik voor een louter humanitaire opdracht zoals die van Artsen zonder Grenzen. AZV kende ik al omdat Sint-Lucas een project lopen had met een ziekenhuis in Congo. Mede dankzij een collega die vrijwilliger is voor AZV heb ik vijf jaar geleden mijn diensten aangeboden.

Is dat, achteraf bekeken, een goede keuze geweest?

(kordaat) Zonder twijfel! De doelstelling van AZV past perfect bij de rol die ik voor mezelf zag. Het doel is lokale artsen en ziekenhuizen te ondersteunen. De humanitaire opdracht wordt gecombineerd met opleiding geven, rekening houdend met de mogelijkheden ter plaatse. Door een traject van capaciteitsversterking, dragen we bij tot het uitbouwen van een betere gezondheidszorg in de ziekenhuizen.

AZV heeft uitsluitend projecten lopen in Sub-Sahara-Afrika. Kunt u daarin komen?

Je kan niet overal aanwezig zijn. Er wordt gewerkt met 40 partnerziekenhuizen in vijf Afrikaanse landen. Jaarlijks worden circa 400 vrijwilligers - dokters-specialisten, vroedvrouwen en verpleegkundigen - uitgestuurd, samen zo'n 130 à 170 teams. Dat is enorm. Ik denk dat de keuze ook te maken heeft met de Belgische koloniale geschiedenis. Congo, Rwanda, Burundi vormen de focus van AZV, daarnaast zijn er ook missies naar Benin en Burkina Fasso. Ik werd tot dusver in 5 missies uitgestuurd naar Oost-Congo, Burundi, twee keer Rwanda, en naar Tanzania waar momenteel geen projecten meer lopen.

Waarom werkt Artsen zonder Vakantie uitsluitend met specialisten, niet met huisartsen?

Huisartsen zoals wij die kennen zijn onbestaande in die landen. Wel heb je 'Centres de Santé/Health Centers', de vroegere dispensaria waar geen artsen zijn, wel verpleegkundigen. In de grotere districtsziekenhuizen heb je wel basisartsen - noem het de tweede lijn - die basiszorgen aanbieden en keihard werken. Dat zijn vaak Congolese artsen, zelfs in de buurlanden, die van alle markten thuis zijn. Zij doen zowel bevallingen als keizerssneden, heelkundige ingrepen, psychiatrie, pediatrie... Het Kabgayi ziekenhuis in Rwanda bijvoorbeeld, waar ik deze zomer op missie was, is het enige ziekenhuis voor een regio waar 400.000 mensen wonen. Er werken geen medische specialisten, enkel basisartsen. In Rwanda zijn slechts twee universitaire ziekenhuizen, in Kigali en Butare, maar ook daar is het aantal specialisten vaak beperkt. Als je in capaciteitsversterking van de ziekenhuizen wil investeren, lijkt het me logisch dat je er in die landen voor kiest om specialisten uit te sturen die de lokale artsen helpen en verder opleiden.

Hoe komt zo'n missie eigenlijk tot stand?

Het begint met een vraag van het ziekenhuis te plaatse. Dat kan een zeer specifieke vraag zijn: de materniteit verbeteren, orthopedische problemen aanpakken, aantal keizerssneden verminderen, klompvoeten behandelen, maar ook ziekenhuisbeheer of technische diensten verbeteren. AZV stuurt vervolgens een prospectieve missie uit, die evalueert of een project ter plaatse zinvol is. Indien ja, worden er kandidaten aangesproken, rekening houdend met hun profiel en met de noden ter plaatse, om een missie samen te stellen. Meestal bestaat zo'n missie uit 3 of 4 personen. De terreinvrijwilligers worden op voorhand uitvoerig gebrieft: ze krijgen verslag van de vorige missies, de specifieke opdrachten worden in detail verduidelijkt, het veiligheidsplan wordt uit de doeken gedaan.

Is het niet moeilijk om met 3 of 4 mensen die elkaar niet of nauwelijks kennen, in een ver land en in moeilijke omstandigheden te moeten samenwerken?

(aarzelend) Dat is niet altijd makkelijk. Je hebt te maken met verschillende karakters, sommigen hebben meer ervaring in missies dan anderen. Het risico dat het niet klikt zit er altijd in. Er kunnen wrijvingen of meningsverschillen ontstaan. Maar als je een beetje ervaring hebt, dan weet je waar de moeilijke punten liggen en slaag je erin de brandjes te blussen. Het is de taak van de 'chef de mission' om de kerk in het midden te houden en meestal lukt dat wel.

Bestaat ook niet het risico dat zo'n missie als een groep indringers wordt bekeken door de plaatselijke dokters en verpleegkundigen?

Eerlijk: het verbaast me telkens weer hoe wij met open geest ontvangen worden. Die mensen zijn zeer goed gebrieft over wat zij van ons kunnen verwachten. Er heerst een zeer open sfeer. De communicatie met de lokale artsen en directie verloopt schitterend. De contacten verlopen veel losser en veel directer zijn dan bij ons vaak het geval is. Je hebt nooit het gevoel een indringer te zijn. Ik heb daar geen enkele moeite om me thuis te voelen.

Hoe gaan de mensen ter plaatse met armoede om?

Ze leven in de wetenschap dat je toch niet alle problemen kan oplossen. Voor hun gezondheid is dat ook het geval. Ze hebben geleerd het leven te aanvaarden met goede en kwade dagen. Wat niet betekent dat ze een fatalistische houding aannemen. Daarvoor zijn ze veel te opgewekt, al kunnen ze ook verdrietig zijn. Hoe zij tegenover het leven staan, doet me steeds denken aan een spreuk die ik gezien heb in een Japanse Shinto-tempel: 'Learn to be contented'. Ze kunnen beter omgaan met de relativiteit van de dingen.

Waar is de situatie het meest schrijnend?

Van de verschillende landen waar ik gewerkt heb, maakten Oost-Congo en Burundi de meest armoedige indruk. Bukavu, dat vroeger een prachtige stad was met mooie villa's aan het Kivumeer, ziet er vandaag verwaarloosd en triestig uit. Zo'n miserie zie je toch niet in de vroegere Engelse en Franse kolonies.

Denkt u soms niet: de hulp die wij bieden is als dweilen met open kraan?

Toch niet. In de projecten die wij hebben zie ik in een continuïteit, zie ik vooruitgang. Als ik toch enige vorm van kritiek mag uiten: ik heb het gevoel dat de continuïteit nog zou kunnen vergroten als vrijwilligers meer naar dezelfde regio zouden worden gestuurd. Maar ik begrijp ook wel dat het voor de organisatie niet eenvoudig is om ieder jaar alle puzzelstukjes bij elkaar te leggen.

Ziet u ook vrijwilligers van andere organisaties ter plaatse?

Er zijn tal van hulporganisaties actief, maar de regio is zo groot dat je elkaar slechts zelden ontmoet. Bovendien is US Aid zeer actief in heel Afrika inzake het opleiden van specialisten. Hier en daar ontstaan privéziekenhuizen, zoals het King Faisal Hospital in Kigali, opgericht met de steun van Saoedi-Arabië. De Chinezen zijn in grote getale aanwezig en leggen overal wegen aan. Mensen hebben het wel eens over een druppel in de oceaan. Je moet enerzijds kunnen relativeren wat je doet. Maar als je de wereld wil veranderen, moet je ook ergens beginnen.

Vindt u dat u zinvol werk verricht in Afrika?

(overtuigend) Zéér zinvol. Ik heb het gevoel dat de mensen ons daar ontzettend dankbaar zijn en dat we hen ook daadwerkelijk helpen.

Marc Verpoest en zijn team in Rwanda: "De communicatie met de lokale artsen en directie verloopt schitterend. De contacten verlopen veel losser en zijn vaak veel directer dan bij ons het geval is."
Dokter Verpoest is pas terug van een missie in Rwanda. "Ik heb meer moeite om mij na mijn terugkeer in België aan te passen dan in Afrika", zegt Marc Verpoest. En hij meent het. De afgelopen vijf jaar heeft hij er vijf Afrikaanse missies voor Artsen zonder Vakantie (AZV) opzitten, met vijf verschillende teams, in vijf verschillende ziekenhuizen. "Af en toe neem ik ook écht vakantie: dan ga ik vrienden opzoeken in Rwanda. Ik voel me echt thuis in Afrika."Inzake humanitaire hulpverlening bent u eerder een laatbloeier. Hoe bent u bij Artsen zonder Vakantie terecht gekomen?Ik heb 37 jaar voor het AZ Sint-Lucas Ziekenhuis Gent gewerkt, waarvan een aantal jaren als diensthoofd materniteit. Dan komt het er eenvoudig niet van omdat je geen tijd hebt. Op mijn 67ste ben ik met pensioen gegaan, te oud dacht ik voor een louter humanitaire opdracht zoals die van Artsen zonder Grenzen. AZV kende ik al omdat Sint-Lucas een project lopen had met een ziekenhuis in Congo. Mede dankzij een collega die vrijwilliger is voor AZV heb ik vijf jaar geleden mijn diensten aangeboden.Is dat, achteraf bekeken, een goede keuze geweest?(kordaat) Zonder twijfel! De doelstelling van AZV past perfect bij de rol die ik voor mezelf zag. Het doel is lokale artsen en ziekenhuizen te ondersteunen. De humanitaire opdracht wordt gecombineerd met opleiding geven, rekening houdend met de mogelijkheden ter plaatse. Door een traject van capaciteitsversterking, dragen we bij tot het uitbouwen van een betere gezondheidszorg in de ziekenhuizen.AZV heeft uitsluitend projecten lopen in Sub-Sahara-Afrika. Kunt u daarin komen?Je kan niet overal aanwezig zijn. Er wordt gewerkt met 40 partnerziekenhuizen in vijf Afrikaanse landen. Jaarlijks worden circa 400 vrijwilligers - dokters-specialisten, vroedvrouwen en verpleegkundigen - uitgestuurd, samen zo'n 130 à 170 teams. Dat is enorm. Ik denk dat de keuze ook te maken heeft met de Belgische koloniale geschiedenis. Congo, Rwanda, Burundi vormen de focus van AZV, daarnaast zijn er ook missies naar Benin en Burkina Fasso. Ik werd tot dusver in 5 missies uitgestuurd naar Oost-Congo, Burundi, twee keer Rwanda, en naar Tanzania waar momenteel geen projecten meer lopen.Waarom werkt Artsen zonder Vakantie uitsluitend met specialisten, niet met huisartsen?Huisartsen zoals wij die kennen zijn onbestaande in die landen. Wel heb je 'Centres de Santé/Health Centers', de vroegere dispensaria waar geen artsen zijn, wel verpleegkundigen. In de grotere districtsziekenhuizen heb je wel basisartsen - noem het de tweede lijn - die basiszorgen aanbieden en keihard werken. Dat zijn vaak Congolese artsen, zelfs in de buurlanden, die van alle markten thuis zijn. Zij doen zowel bevallingen als keizerssneden, heelkundige ingrepen, psychiatrie, pediatrie... Het Kabgayi ziekenhuis in Rwanda bijvoorbeeld, waar ik deze zomer op missie was, is het enige ziekenhuis voor een regio waar 400.000 mensen wonen. Er werken geen medische specialisten, enkel basisartsen. In Rwanda zijn slechts twee universitaire ziekenhuizen, in Kigali en Butare, maar ook daar is het aantal specialisten vaak beperkt. Als je in capaciteitsversterking van de ziekenhuizen wil investeren, lijkt het me logisch dat je er in die landen voor kiest om specialisten uit te sturen die de lokale artsen helpen en verder opleiden. Hoe komt zo'n missie eigenlijk tot stand?Het begint met een vraag van het ziekenhuis te plaatse. Dat kan een zeer specifieke vraag zijn: de materniteit verbeteren, orthopedische problemen aanpakken, aantal keizerssneden verminderen, klompvoeten behandelen, maar ook ziekenhuisbeheer of technische diensten verbeteren. AZV stuurt vervolgens een prospectieve missie uit, die evalueert of een project ter plaatse zinvol is. Indien ja, worden er kandidaten aangesproken, rekening houdend met hun profiel en met de noden ter plaatse, om een missie samen te stellen. Meestal bestaat zo'n missie uit 3 of 4 personen. De terreinvrijwilligers worden op voorhand uitvoerig gebrieft: ze krijgen verslag van de vorige missies, de specifieke opdrachten worden in detail verduidelijkt, het veiligheidsplan wordt uit de doeken gedaan. Is het niet moeilijk om met 3 of 4 mensen die elkaar niet of nauwelijks kennen, in een ver land en in moeilijke omstandigheden te moeten samenwerken?(aarzelend) Dat is niet altijd makkelijk. Je hebt te maken met verschillende karakters, sommigen hebben meer ervaring in missies dan anderen. Het risico dat het niet klikt zit er altijd in. Er kunnen wrijvingen of meningsverschillen ontstaan. Maar als je een beetje ervaring hebt, dan weet je waar de moeilijke punten liggen en slaag je erin de brandjes te blussen. Het is de taak van de 'chef de mission' om de kerk in het midden te houden en meestal lukt dat wel.Bestaat ook niet het risico dat zo'n missie als een groep indringers wordt bekeken door de plaatselijke dokters en verpleegkundigen?Eerlijk: het verbaast me telkens weer hoe wij met open geest ontvangen worden. Die mensen zijn zeer goed gebrieft over wat zij van ons kunnen verwachten. Er heerst een zeer open sfeer. De communicatie met de lokale artsen en directie verloopt schitterend. De contacten verlopen veel losser en veel directer zijn dan bij ons vaak het geval is. Je hebt nooit het gevoel een indringer te zijn. Ik heb daar geen enkele moeite om me thuis te voelen.Hoe gaan de mensen ter plaatse met armoede om?Ze leven in de wetenschap dat je toch niet alle problemen kan oplossen. Voor hun gezondheid is dat ook het geval. Ze hebben geleerd het leven te aanvaarden met goede en kwade dagen. Wat niet betekent dat ze een fatalistische houding aannemen. Daarvoor zijn ze veel te opgewekt, al kunnen ze ook verdrietig zijn. Hoe zij tegenover het leven staan, doet me steeds denken aan een spreuk die ik gezien heb in een Japanse Shinto-tempel: 'Learn to be contented'. Ze kunnen beter omgaan met de relativiteit van de dingen.Waar is de situatie het meest schrijnend?Van de verschillende landen waar ik gewerkt heb, maakten Oost-Congo en Burundi de meest armoedige indruk. Bukavu, dat vroeger een prachtige stad was met mooie villa's aan het Kivumeer, ziet er vandaag verwaarloosd en triestig uit. Zo'n miserie zie je toch niet in de vroegere Engelse en Franse kolonies.Denkt u soms niet: de hulp die wij bieden is als dweilen met open kraan?Toch niet. In de projecten die wij hebben zie ik in een continuïteit, zie ik vooruitgang. Als ik toch enige vorm van kritiek mag uiten: ik heb het gevoel dat de continuïteit nog zou kunnen vergroten als vrijwilligers meer naar dezelfde regio zouden worden gestuurd. Maar ik begrijp ook wel dat het voor de organisatie niet eenvoudig is om ieder jaar alle puzzelstukjes bij elkaar te leggen.Ziet u ook vrijwilligers van andere organisaties ter plaatse?Er zijn tal van hulporganisaties actief, maar de regio is zo groot dat je elkaar slechts zelden ontmoet. Bovendien is US Aid zeer actief in heel Afrika inzake het opleiden van specialisten. Hier en daar ontstaan privéziekenhuizen, zoals het King Faisal Hospital in Kigali, opgericht met de steun van Saoedi-Arabië. De Chinezen zijn in grote getale aanwezig en leggen overal wegen aan. Mensen hebben het wel eens over een druppel in de oceaan. Je moet enerzijds kunnen relativeren wat je doet. Maar als je de wereld wil veranderen, moet je ook ergens beginnen.Vindt u dat u zinvol werk verricht in Afrika?(overtuigend) Zéér zinvol. Ik heb het gevoel dat de mensen ons daar ontzettend dankbaar zijn en dat we hen ook daadwerkelijk helpen.