...

"Ik zou het mezelf nooit vergeven als er iets met mijn man of kinderen zou gebeuren, vandaar dat wij die nacht zelf beslisten om te vluchten." Aan Artsenkrant vertelt dr. Arzoo Bahramand (46) hoe ze samen met haar echtgenoot (een arts-internist) en hun vier kinderen een zorgeloos bestaan leidde in Oost-Afghanistan, tot ze plots doodsbedreigingen ontving. "Ik werkte als assistent-gynaecoloog in het ziekenhuis van Nanghahar, hielp mee in de kliniek van mijn tante en werkte ook voor een ngo die vrouwen informeerde over anticonceptie. Vrouwen met zes of zeven kinderen zijn in mijn land geen uitzondering. Dat is nefast voor hun gezondheid. Vandaar dat mijn werk om vrouwen te informeren over anticonceptie heel zinvol was, én helemaal niet in strijd met de islam." Alleen was dat blijkbaar een doorn in het oog van sommigen...De dag nadat dokter Arzoo Bahramand deze doodsbedreigingen ontving, reisde haar echtgenoot naar Pakistan af om hun vlucht te regelen. Dr. Bahramand: "We wilden naar Engeland, maar omdat dat te lang zou duren, werd het Europa tout court. We wisten dus niet waar we zouden belanden - zolang het maar veilig was."Je land moeten verlaten, is sowieso al een hartverscheurende beslissing, maar in Dubai werd ze ook nog eens gescheiden van haar man. "Ik dacht dat ik hem snel zou terugzien. Dat was een misvatting."De oddysee met de vier kinderen naar bestemming onbekend was een helse tocht: "Ik had alleen een rugzakje met wat pampers voor mijn zoontje van vijf maanden, in de hectic was ik zijn tuutje kwijtgespeeld. De baby huilde voortdurend, was ontroostbaar en ik was zo moe. We ver bleven in huizen, reisden 's nachts in een camionette en werden ten langen laatste op een ochtend in Brussel gedropt. Het enige wat de smokkelaar me als afscheid in handen stopte, was een papiertje met een adres."De eerste kennismaking met onze hoofdstad was niet meteen bemoedigend: "Ik heb wel tien mensen aangesproken, maar ze verstonden me niet of liepen ons voorbij - terwijl mijn kinderen honger en dorst hadden! Een mevrouw heeft ons uiteindelijk geholpen om een taxi te vinden naar dat adres. Het bleek een hotel te zijn, terwijl ik naar het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen wilde.Toen we uiteindelijk daar aankwamen, kreeg ik te horen van een politieman dat ik morgen maar moest terugkomen. Waar moest ik heen, overnachten in het Maximilaanpark met een baby en huilende kinderen?" Dr. Arzoo Bahramand grijpt naar een zakdoek en stokt even. "Ik heb immens respect voor wat Vluchtelingenwerk doet. Dat Charlotte mij toen gezegd heeft ik zorg dat jullie vannacht onderdak hebben, was een gebaar van onschatbare waarde."Arzoo Bahramand: "Het Commissariaat heeft ons uiteindelijk ondergebracht in een huis in het Gentse, ik kreeg een uitkering. Dat soort zaken is hier heel goed geregeld. In oktober 2010, vier maand na aankomst, is onze asielaanvraag goedgekeurd."Ondanks dat goede nieuws was het psychologisch een heel zware periode. "Ik wilde geen tijd verliezen: de kinderen moesten naar school, ik wilde zo snel mogelijk de taal leren en aan de slag kunnen gaan. Maar wat zou er met ons gebeuren als de asielaanvraag negatief werd beoordeeld, wat als ik mijn man nooit terugzag? Ik heb toen nachten aan een stuk zitten huilen..." Gelukkig dook haar man in het najaar van 2010 op en werd ook zijn asielaanvraag aanvaard. Begin 2011 was het gezin herenigd.Hoezeer ze vastbesloten waren om zo snel mogelijk te gaan bouwen aan een toekomst, in dit nieuwe thuisland stootten ze geregeld op hinderpalen, zo blijkt. "Jullie taal is enorm moeilijk, want zo anders. Ik heb vrij snel contact opgenomen met NARIC (National Academic Recognition Information Centre ) om mijn artsendiploma te kunnen regulariseren, maar daar kreeg ik nooit duidelijke of afdoende antwoorden wat ik moest doen. En als ik op zoek ging naar werk kreeg ik alleen aanbiedingen om te poetsen. Dat was allemaal heel frustrerend."Ja, ik ben koppig, erkent deze kranige dame. "Ik heb een verantwoordelijkheid tegenover mijn gezin en mijn kinderen, dus wilde ik geen tijd verliezen." Uiteindelijk besliste het koppel dat mevrouw Arzoo opnieuw zou gaan studeren, vroedkunde aan de Artevelde hogeschool. "In Afghanistan zijn er ook heel veel goede mannen, een daarvan is mijn man. Hij was misschien minder gemotiveerd om opnieuw te gaan studeren en hij zag voor zichzelf andere jobkansen. Als vader van vier kinderen begrijp en respecteer ik zijn keuze, maar ik ben hem wel heel dankbaar dat ik die kans gekregen heb", klinkt het met een krop in de keel.Het verhaal van Arzoo Bahramand krijgt een happy end: in 2016, tijdens haar laatste jaar vroedkunde, dient ze opnieuw een omstandig erkenningsdossier in bij NARIC, die ditmaal wel positief adviseert en de Afghaanse arts opnieuw dokter laat zijn. "Ik ben Mieke Embo van de Arteveldehogeschool en ook professor De Sutter ongemeen dankbaar voor de kansen die ik gekregen heb. Dat ik weer een doktersschort mag dragen, is een onbeschrijflijk gevoel.""Toen ik vorig jaar, met mijn Belgisch paspoort, terugkeerde naar Afghanistan, zei iedereen mij: gelukkig dat je nu in België woont. Ja, ik ben tevreden, maar blij, nee" - al corrigeert ze zichzelf meteen. "Bij nader inzien ben ik misschien toch wel blij."De ervaringen van het voorbije decennium zijn zo intens en ingrijpend geweest dat het onmiskenbaar littekens heeft nagelaten. "Mijn twee oudste kinderen zeggen soms: dat was toch een moeilijke periode, hè mama. Ze willen ooit nog wel eens terug naar Afghanistan op vakantie. Maar hun leven, hun vrienden, zijn hier.""Dit land is vriendelijk en behulpzaam, jullie staan open en hebben een heel menselijk systeem. Een leefloon is misschien weinig, maar het is tenminste niet niks. En aan nieuwkomers zou ik zeggen: je mag nooit opgeven."