...

Collega Maaike Van Overloop kon namens Domus Medica al enigszins reageren en nuanceren: het zijn immers ook de huisartsen die al jaren mee vragen om eindelijk werk te maken van terugbetaling van psychotherapie: enkel op die manier kan dit alternatief ook volwaardig worden aangeboden aan alle patiënten met problemen betreffende geestelijke gezondheidszorg. Dat het werken met standaard-vragenlijstjes niet evident is in een huisartsenpraktijk betekent nog niet dat huisartsen niet luisterbereid zijn en onvoldoende tijd investeren. Maar ook hier is het een jammerlijk falen van onze gezondheidszorg omdat net dergelijke tijdsinvestering onvoldoende wordt gehonoreerd.Nog meer nuancering is nodig. Het doctoraat van Sophie Liekens, is mogelijk door haar promotor mee aangestuurd omdat cijfers tonen dat in ons land SSRI (de klasse van meest gebruikte antidepressiva) veel meer worden voorgeschreven dan gemiddeld in Europa. Dit gegeven meteen koppelen aan het voorschrijfgedrag van huisartsen gaat voor ons voorbij aan enkele andere realiteiten in dit land. Zo ligt ook het zelfmoordcijfer in ons land hoger dan het Europese gemiddelde... En worden huisartsen dan ook door onze (Vlaamse) overheid niet aangespoord om extra alert te zijn voor dit suicide-probleem? Concreet betekent dit sneller reageren bij signalen die kunnen wijzen op depressie...Ook Specialistische zorg - en de daarbijhorende bepampering van patiënten - is in ons land sterker aanwezig. Is er al eens een ernstige studie gebeurt om na te gaan in welke mate het starten van medicaties wordt beïnvloed door adviezen van specialisten? Een onderzoek dat niet alleen in het domein van SSRI, meer eveneens voor andere klassen van frekwent voorgeschreven medicatie extra inzichten zou kunnen bieden. Maar laat ons dan toch eerst even de waarde van het onderzoek van Sophie Liekens bekijken. Alle conclusies worden in dit onderzoek gebouwd op interviews van 136 patiënten en gesprekken met een dertigtal huisartsen. Elke arts weet dat een grondig wetenschappelijk onderzoek slechts valabel is wanneer het aantal testresultaten significant is... Wat dus alleszins bij deze studie (nog) niet het geval is... We kunnen ons ook afvragen of een basisopleiding psychologie, aangevuld met biomedische wetenschappen voldoende inzicht biedt in de werkwijze van artsen. Door te verwijzen naar de gestandaardiseerde vragenlijsten biedt ze echter al wel een referentiepunt. HADS (Hospital Anxiety Depression Scale) is bijvoorbeeld zo'n gestandaardiseerd werkinstrument. Het wordt als valabel beschreven omdat deze vragenlijst "in 83 % van de gevallen voldoende sensitief is, en in 81% van de gevallen voldoende specifiek". Op basis van wat de onderzoekster schrijft maakt de huisarts in 15% van de gevallen een diagnosefout. 15% "vals positieve" resultaten betekent dus dat "het buikgevoel" van de huisarts 85% specifiek is... niet zo slecht dan toch in vergelijking met de gestandaardiseerde testen...Dat buikgevoel van de huisarts, dat is iets waar we fier op zijn. Het is immers essentieel voor goede eerstelijnszorg. Het is een element waar huisartsen dagelijks gebruik van maken: het pluis/niet-pluis-gevoel is vooral in Nederland goed gekend als bouwsteen van huisartsenzorg. Maar ook bij ons is er reeds via EBM-richtlijnen aangetoond dat het gebruik van uitgebreide scorelijsten in eerstelijnszorg weinig zinvol is.Tenslotte worden antidepressiva in zoveel andere indicaties aangewend... (al dan niet ook op aangeven van onze collega's specialisten...) We noemen slechts slaapstoornissen, obsessief compulsieve stoornissen, angststoornissen. Indicaties waarvoor in de voorbije jaren veelvuldig gebruik werd gemaakt van benzodiazepines. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we terugkeren naar het extra voorschrijven van dat type tranquilizers?Kan de zorg en diagnosestelling voor patiënten met depressie - en bij uitbreiding eveneens patiënten met vragen in geestelijke gezondheidssfeer - beter? Uiteraard. Ook wij huisartsen beseffen dat. We aanvaarden echter niet dat op een simplistische manier (een studie over ocharme 136 casussen) de huisartsen weer eens met de vinger worden gewezen. Dergelijke problematiek kan immers niet los gemaakt worden van de wijze waarop gezondheidszorg in ons land georganiseerd wordt. De hoge nood met "psychische gezondheidsvragen" bij onze patiënten kan zelfs niet los gemaakt worden van de steeds toenemende stressfactoren in onze maatschappij. Er is dus nog een hele weg af te leggen. Meer onderzoek is nodig. Het ongenuanceerd beschuldigen van één beroepsgroep gaat voorbij aan de nood aan essentiële hervormingen die nodig zijn in onze gezondheidszorg.