...

Na de val van de Berlijnse muur in 1989 werd de Raad van Europa fors uitgebreid met nieuwe leden uit Centraal- en Oost-Europa. De Raad van Europa dateert uit 1949 en werd opgericht door West-Europese landen om front te vormen tegen de Sovjet Unie. Na 1989 zocht men naar zijn tweede adem. De exponentiële groei van medische ontwikkelingen en de daarmee gepaard gaande ethische en juridische problemen gaven daartoe de nodige zuurstof.Bij de ondertekening van het Verdrag in Oviedo onthield België zich. De Belgische regering slaagde er niet in een eensgezind standpunt in te nemen over een aantal bepalingen in het Verdrag. Meer bepaald was artikel 18 een splijtzwam. Dat artikel houdt een verbod in om menselijke embryo's voor onderzoek tot stand te brengen. Anno 2022 heeft België het Verdrag nog steeds niet goedgekeurd. In ons land werd het Verdrag aanvankelijk ofwel met grote onverschilligheid ofwel negatief bejegend. Het destijds bestaande onvermogen om bio-ethische problemen in termen van consensus te benaderen was diep geworteld. In die mate dat een internationale juridische consensus daarover op zijn best met ongeloof en cynisme en op zijn slechts met op vooroordelen steunende onwil kon benaderd worden. Sommige passages over het Verdrag in het advies van het Raadgevend Comité -dat een jaar eerder was opgestart- slaan je vandaag met verstomming. Het streven naar een brede consensus 'op het niveau van de Europese cultuur' beschouwden sommige leden 'op zichzelf als onzinnig' omdat het eigen is aan bio-ethische kwesties dat ze conflictueus van aard zijn en waardenconflicten genereren. Toch heeft het Biogeneeskunde Verdrag ook in België diepe sporen getrokken in de wetgeving. Meer bepaald de wet op de rechten van de patiënt die vijf later (2002) tot stand kwam, werd er grondig door beïnvloed. Dat is meer bepaald het geval voor artikel 5 van het Verdrag (geïnformeerde toestemming voor iedere medische tussenkomst), artikel 6 (toestemming door een vertegenwoordiger wanneer de patiënt onbekwaam is), artikel 8 (geen toestemming vereist ingeval van spoed), artikel 9 (voorafgaande wilsverklaringen) en artikel 10 (recht op weten en niet-weten van informatie over de gezondheidstoestand). Het neemt niet weg dat België ook in de toekomst niet zal overgaan tot het ondertekenen van het Verdrag.