Nu zijn de beroepsverenigingen aan de beurt. Zij hebben minder (financiële) middelen maar maken dat ruimschoots goed door hun grote gedrevenheid. Drie nauw bij de hervorming betrokken disciplines reageerden snel. In een vorige editie (AK 2497) publiceerden we een open brief van de chirurgen aan minister De Block. Deze week drukken we op de opiniepagina (blz. 24) een oproep tot overleg af van de Vlaamse gynaecologen. En naast dit editoriaal leest u een memorandum van de kinderartsen.

Chirurgen - vooral zij -, gynaecologen en pediaters zijn het niet eens met de voorgenomen hervormingen. Dat verwondert niet echt, elke verandering zorgt voor onrust.

Chirurgen - vooral zij -, gynaecologen en pediaters zijn het niet eens met de voorgenomen hervormingen. Dat verwondert niet echt, elke verandering zorgt voor onrust. Het behoort bovendien tot het primaat van de politiek om te trancheren.

Het Belgische overlegmodel heeft echter wel een reputatie hoog te houden. En laat nu net het gebrek aan concertatie de rode draad zijn doorheen de noodkreet van de beroepsverenigingen. Eenmalig ontving het kabinet De Block hen - terloops, voor artsen met een klinische praktijk niet altijd op een ideaal tijdstip. En dat was dat. Vervolgens werkten experts en kabinetsleden een regeling uit. Overleg was er niet langer. Dat gebrek aan communicatie valt te betreuren, het kan de overheid nog zuur opbreken. Want, niet vergeten en tot nader order, het zijn nog altijd in de eerste plaats artsen die het moeten waarmaken.

Nu zijn de beroepsverenigingen aan de beurt. Zij hebben minder (financiële) middelen maar maken dat ruimschoots goed door hun grote gedrevenheid. Drie nauw bij de hervorming betrokken disciplines reageerden snel. In een vorige editie (AK 2497) publiceerden we een open brief van de chirurgen aan minister De Block. Deze week drukken we op de opiniepagina (blz. 24) een oproep tot overleg af van de Vlaamse gynaecologen. En naast dit editoriaal leest u een memorandum van de kinderartsen.Chirurgen - vooral zij -, gynaecologen en pediaters zijn het niet eens met de voorgenomen hervormingen. Dat verwondert niet echt, elke verandering zorgt voor onrust. Het behoort bovendien tot het primaat van de politiek om te trancheren.Het Belgische overlegmodel heeft echter wel een reputatie hoog te houden. En laat nu net het gebrek aan concertatie de rode draad zijn doorheen de noodkreet van de beroepsverenigingen. Eenmalig ontving het kabinet De Block hen - terloops, voor artsen met een klinische praktijk niet altijd op een ideaal tijdstip. En dat was dat. Vervolgens werkten experts en kabinetsleden een regeling uit. Overleg was er niet langer. Dat gebrek aan communicatie valt te betreuren, het kan de overheid nog zuur opbreken. Want, niet vergeten en tot nader order, het zijn nog altijd in de eerste plaats artsen die het moeten waarmaken.