Supermarktketen Albert Heijn riep recent diepvrieszakken met blauwe bessen terug omwille van contaminatie met het hepatitis A virus (HAV). De bron van de infectie was waarschijnlijk te situeren bij een Poolse bessenplukker.
De vraag naar vaccinatie van personeel kwam niet naar voren. Vandaar dat ik mijn licht er even op laat schijnen. Zowel het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) als de Hoge Gezondheidsraad (HGR) bevolen in een gemeenschappelijk advies het hepatitis A-vaccin "sterk" aan voor voedingsmedewerkers (HGR, Nr. 9428, 2017).
Vanuit het oogpunt van de arbeidsgeneeskunde wordt routinematige vaccinatie van alle voedingsmedewerkers echter niet aanbevolen, omdat hun beroep geen groter risico op infectie oplevert dan voor de algemene bevolking. Er is dan ook geen terugbetaling voorzien via Fedris, het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico's.
Er zijn verschillende manieren waarop de geïnfecteerde voedingsmedewerker het voedsel en de klanten kan besmetten: een besmette medewerker die klanten direct besmet door nauw persoonlijk contact, besmet voedsel dat publiek besmet, en besmet voedsel dat de voedingsmedewerker besmet.
HAV wordt overgedragen via de faeco-orale route, meestal via nauw persoonlijk contact of besmet voedsel. HAV-geïnfecteerde personen zonder klachten of zonder icterus vormen een belangrijke bron van transmissie.
De besmetting van een voedingsproduct kan op elk moment voorkomen tijdens de teelt, oogst, verwerking, distributie of bereiding. Rauw ongekookt of vers voedsel (schaaldieren, sla, groene uien, bevroren frambozen en aardbeien) zijn potentiële risicobronnen en verhogen de kans op kruisbesmetting.
Vanuit het oogpunt van de arbeidsgeneeskunde wordt routinematige vaccinatie van alle voedingsmedewerkers niet aanbevolen
De evaluatie van Goede Hygiënepraktijken (GHP) en Hazard Analysis and Critical Control Points (HACCP)-regels op de werkvloer dient regelmatig te gebeuren (FAVV).
Gedocumenteerde door voedsel overgedragen clusters werden in België de laatste 30 jaar zelden beschreven (bv. in 2009). Internationale surveillancedata suggereren dat door voedsel overgedragen uitbraken minder dan 5% van de gemelde gevallen van HAV-besmetting uitmaken.
Er bestaat enige bezorgdheid dat het vaccineren tegen hepatitis A bij zowel werknemers als consumenten de indruk zal wekken dat het risico van andere door voedsel overgedragen ziekten ook is verdwenen of aanzienlijk is verminderd.
Het is onwaarschijnlijk dat een verplichte vaccinatie van medewerkers kosteneffectief is, ondanks het dalen van het ziekteverzuimcijfer in de onderneming (Jacobs et al., J Food Protection, 2000; Meltzer et al., Vaccine, 2001). Routinevaccinatie is vanuit het oogpunt van de maatschappij of restauranthouder niet rendabel. De kosten te wijten aan de turn-over van werknemers en het kleine aantal gevallen van hepatitis A dat te wijten is aan geïnfecteerde werknemers in de voedselvoorziening, dragen daartoe bij.
Uitbraken kunnen voor de onderneming echter slechte publiciteit en kosten opleveren als een grote groep consumenten getroffen wordt. Het ondermijnt het vertrouwen in veilig voedsel.
Er zou in de eerste plaats moeten ingezet worden op het naleven en handhaven van de HACCP-regels door het personeel, om naast het hepatitis A-virus vele andere potentiële voedingspathogenen aan te pakken waartegen vooralsnog geen vaccin bestaat.