...

Het probleem is bekend: er zijn onvoldoende jonge huisartsen om alle oudere artsen die op pensioen gaan te vervangen - met patiëntenstops en overwerkte artsen tot gevolg. Bijna een vijfde van de huisartspraktijken heeft een patiëntenstop ingevoerd, en meer dan de helft van de huisartsen aanvaardt alleen nieuwe patiënten die in de buurt wonen of familie zijn van een huidige patiënt. Om te bepalen hoeveel nieuwe artsen nodig zijn om het tekort op te lossen, moeten we natuurlijk weten hoeveel uren een voltijdse arts vandaag gemiddeld presteert. Daarom heeft de Planningscommissie Medisch Aanbod van de FOD Volksgezondheid een studie laten uitvoeren over de reële tijdsbesteding van artsen. Via een online vragenlijst werd nagegaan hoeveel uren per week huisartsen werken, en waaraan ze hun werktijd besteden. 2.974 van de 12.697 actieve huisartsen namen aan de bevraging deel. De werkweek van een huisarts is lang. Ruim de helft van de bevraagde huisartsen geeft aan 50 tot 64 uur per week te werken, en een vijfde presteert zelfs meer dan 64 uur per week. De gemiddelde werkduur neemt toe met de leeftijd: oudere - en dan vooral mannelijke - huisartsen kloppen de meeste uren. Veel artsen zouden eigenlijk liever minder uren werken dat ze in realiteit presteren, blijkt uit de bevraging (zie grafiek). De helft van de huisartsen schuift een werkweek van 38 tot 40 uur als ideaal naar voor. In de praktijk heeft minder dan een vijfde van de artsen zo'n werkweek. Deze groep is vrij jong - gemiddeld 39 jaar. Belangrijke conclusie van het rapport is dus dat men er niet van uit mag gaan dat één voltijdse afgestudeerde huisarts volstaat om een gepensioneerde arts te vervangen. Oudere artsen werken gemiddeld meer uren, en jongere artsen verkiezen een kortere werkweek. De bevraging peilde ook naar de werkdruk. Drie vierde van de huisartsen beschrijft die als hoog tot zeer hoog. In solopraktijken ervaart bijna 30% de werkdruk als zeer hoog. Aan het andere uiterste staan de huisartsen die in een forfaitair medisch centrum werken: van hen vindt bijna de helft de werkdruk evenwichtig tot laag.Bijna de helft van de huisartsen verwacht dat de werkdruk nog zal toenemen. Vooral jongere artsen zijn deze mening toegedaan. De studie vroeg de artsen ook op te geven waaraan zij hun werktijd besteden. Huisartsen besteden bijna driekwart van hun tijd aan taken die met patiënten te maken hebben, zoals consultaties en huisbezoeken. De gemiddelde duurtijd van een huisbezoek is 38 minuten, van een raadpleging 21 minuten en van een teleconsultatie 10 minuten. Hierbij zijn opvallende regionale verschillen. Voor alle drie types patiëntencontacten geven Vlaamse huisartsen een kortere duur aan dan artsen in Wallonië of Brussel (zie grafiek). Bij oudere artsen duren huisbezoeken en raadplegingen gemiddeld korter dan bij jongere artsen. Teleconsultaties duren dan weer iets langer bij oudere huisartsen. Een kwart van de tijd gaat naar andere taken, zoals het invullen van patiëntendossiers, overleg met andere gezondheidswerkers, contacten met patiënten of familieleden buiten een raadpleging, (financiële) administratie, bijscholing en beschikbaarheid tijdens avond- of weekendwachtdiensten. Huisartsen rapporteren dat de administratieve belasting sinds de covid-19-pandemie fors toegenomen is. Daardoor hebben ze minder tijd voor contact met hun patiënten. De patiëntcontacten zijn ook inhoudelijk veranderd: er is meer vraag naar psychologische zorg, en er zijn vaker complexe of meerdere zorgvragen in één raadpleging. Verplaatsingen tussen huisbezoeken vragen gemiddeld twee uur per week. Die rijtijd ligt het hoogst bij Waalse huisartsen (2,2 uur per week) en het laagst bij Brusselse huisartsen (1,3 uur per week). Artsen in landelijke gebieden zijn een uur langer op de baan dan collega's in de stad. Een deel van de taken van een huisarts zou eigenlijk overgenomen kunnen worden door (medisch of niet-medisch) ondersteunend personeel. De overheid zou dan ook maatregelen moeten treffen zodat zoveel mogelijk artsen ondersteunend personeel kunnen aannemen, stelt de studie. Bijna een derde van de huisartsen overweegt om van type werkplek te veranderen. Van de solo-artsen wil 40% zich anders organiseren - vooral in een groepspraktijk met andere huisartsen of een multidisciplinaire praktijk. Van wie in een huisartsengroepspraktijk werkt, overweegt een kwart over te stappen - vooral naar een multidisciplinaire praktijk.