...

Vanaf 2017 is het sociaal statuut afhankelijk van een activiteitsdrempel. Het Riziv gaat na hoe actief de arts is op klinisch gebied. Dat doet het aan de hand van het bedrag dat de arts factureert voor prestaties in de Riziv-nomenclatuur. Wie boven een bepaald bedrag komt, haalt ook de activiteitsdrempel. Het bedrag is verschillend per specialisme (zie onderstaande tabel).TerugbetalingVoor de activiteitsdrempel tellen alleen de bedragen mee die het Riziv terugbetaalt volgens de nomenclatuur. Remgeld, supplementen bij het honorarium en vergoedingen die patiënten betalen voor prestaties die niet in de nomenclatuur staan, tellen niet mee.De Bvas, die over deze regeling een mededeling naar zijn leden stuurde, rekende uit dat een huisarts die zich aan de tarieven houdt, inclusief het remgeld zo ongeveer 28.750 euro moet verdienen om aan de activiteitsdrempel te komen. Voor een basisspecialist is dat ongeveer 30.637 euro (de patiënt betaalt meer remgeld).Bijzondere situatiesArtsen die pas beginnen moeten de activeitsdrempel niet halen - zij krijgen het sociaal statuut als ze geconventioneerd zijn. Concreet wil dat zeggen dat artsen die op 1 januari 2015 nog aan hun beroepsopleiding bezig waren, of op die datum nog geen vijf jaar een Riziv-nummer hadden als erkend huisarts of arts-specialist, er zich geen zorgen moeten over maken of ze wel aan dit 'minimumbedrag' komen.Artsen die wel al langer bezig zijn, geconventioneerd zijn, maar niet aan de activiteitsdrempel voor hun specialisme komen, verliezen nog niet meteen het hele bedrag van hun sociaal statuut (dat is 4.790,23 euro). Wanneer ze wel minstens de verlaagde activiteitsdrempel halen (de helft van de activiteitsdrempel, zie tabel) krijgen ze hetzelfde bedrag als gedeeltelijk geconventioneerde artsen (2.259,67 euro). Gedeeltelijk geconventioneerde artsen moeten overigens ook maar de verlaagde activiteitsdrempel halen om dit voor hen geringere bedrag voor het sociale statuut te kunnen opstrijken.Bij het berekenen van de activiteitsdrempel houdt het Riziv rekening met perioden van inactiviteit (ziekte, zwangerschapsrust, vaderschapsverlof).Tabel